Humorschandalen (1)
Humor en woede: het lijkt een onlogische combinatie. Toch leiden grappen geregeld tot verontwaardiging of scheldpartijen. Door de geschiedenis heen zijn tal van momenten aan te wijzen waarop iets dat komisch bedoeld was een rel veroorzaakte. In recente jaren zorgden onder meer Youp van ’t Heks gebruik van het woord ‘pisnicht’, een aantal grappen van Johan Derksen in het programma VI en een satirische speech van comedian Martijn Koning richting politicus Thierry Baudet voor zo’n rel. In een wat verder verleden waren onder andere het typetje Frater Venantius van Wim Sonneveld, het satirische tv-programma Zo is het toevallig ook nog ’s een keer en de Barend Servet Show goed voor de nodige ophef.
Onderzoekers noemen dergelijke publieke controverses naar aanleiding van een grap of een komisch optreden ook wel humorschandalen. Een paar jaar geleden besloot ik om dieper in dit fenomeen te duiken en er een boek over te schrijven.
Een van de voornaamste conclusies van dat boek, dat afgelopen week verscheen,is dat humorschandalen over veel meer gaan dan humor alleen. In een rel die ontstaat door een grap ligt vaak veel besloten. Wat ligt op een bepaald moment gevoelig en waarom? Hoeveel macht heeft een komiek? Kan hij (of zij) veel maken, of is de ruimte juist beperkt? Humorschandalen vormen zo een mooie ingang tot de tijdsgeest.
Ophef rondom humor zegt ook veel over het functioneren van de media. Als een grap op televisie verschijnt, is de kans veel groter dat hij een rel veroorzaakt dan wanneer hij wordt gemaakt in het theater of in een roman. Dit geldt vandaag de dag net zo goed als zestig jaar geleden. Ook de landelijke dagbladen spelen een cruciale rol. Niet zelden zijn zij degenen die het vuurtje opstoken door in hun brievenrubriek de voor- en tegenstanders van een grap of komisch tv-programma de degens met elkaar te laten kruisen. De grens tussen een mediastorm en een humorschandaal is vaak dun.
Door het fenomeen humorschandaal voor een langere tijd te volgen binnen één specifieke mediacontext, namelijk de Nederlandse, heb ik veel geleerd over onze nationale cultuur en mentaliteit, onze normen en waarden, en hoe die in de loop der jaren veranderd zijn. De komende weken zal ik de lezers van Neerlandistiek deelgenoot maken van enkele van mijn bevindingen. Dat doe ik door vijf van de tien schandalen die in mijn boek aan bod komen beknopt te bespreken.
Mijn verhaal begint in de jaren vijftig, wanneer de publieke omroep nog een ‘tekstcontroledienst’ kent, die de scenario’s van het populaire radiohoorspel De familie Doorsnee zorgvuldig navlooit op de aanwezigheid van onzedelijk taalgebruik. Van daaraf beweeg ik me via de woelige jaren zestig en zeventig en de beduidend rustiger jaren tachtig en negentig naar meer recente tijden, waarin humor opnieuw is uitgegroeid tot een steen des aanstoots, iets waar mensen zich enorm druk om kunnen maken, zowel in de verdedigende als in de aanvallende zin. Het is een reis vol herkenning en bevreemding, die bovenal duidelijk dat maakt dat humor zoveel meer is dan ‘maar een grapje’.
Ivo Nieuwenhuis, Het was maar een grapje. Nederland in tien humorschandalen. Amsterdam: Atlas Contact, 2023. Bestelinformatie bij de uitgever
Laat een reactie achter