• Uit Nieuwe zwanenzangen, de nieuwe bundel van Jeroen Messely.
Friedrich (1832)*
Als het morgenrood gaat bloeden
(en het grauwe maanlicht minacht)
broeden de zwanen als dode witte mannen
op snode plannen en knakken
het riet maar breken het nooit
Zij krijsen niet als meeuwen
Happen zelden naar een tweede adem
Duiken niet als vissen naar de bodem
om te geloven in innerlijk vertoon
Zij wachten tot de nachtlucht dooit
om te drijven, halsstarrig desnoods
als stengels in een rootput
Caspars zwanen vlassen op de liefde niet
want de liefde is gelogen, een lichtkogel die je weglacht,
wegwuift met je vleugels
Iets voor uilskuikens en jakhalzen,
niet voor standvogels
Macht erotiseert, ja
maar eros atomiseert ook weer
Laten we donders goed naar de witte zwanen staren
Vanaf onze vlonders lijken het jaknikkers,
o zo teder tussen de lisdodde, eigen vinding
Maar neen, kijk beter: hun beider zenuwen
maken in het geheel
geen zwaluwstaartverbinding
Jeroen Messely (1978)
uit: Nieuwe zwanenzangen (2023)
* Friedrich, Caspar David (1774-1840) – Duitse romantische schilder; iconisch is zijn ‘Der Wanderer über dem Nebelmeer’ (ca. 1818); in 1798 vestigde Friedrich zich definitief in Dresden, de stad die veel later, in de nacht van 13 op 14 februari 1945, door de geallieerden werd gebombardeerd.
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere werkdag een gedicht per mail
Gerard van der Leeuw zegt
Ja, mooi commentaar, aar hier verwijst de dichter natuurlijk naar het zwanenschilderij dat zich in het Gethe-museum in Frankfurt am Main bevindt…….