Een zomer vrij van nut (11)
Wat voorafging in Een zomer vrij van nut: Het is 2027. Niet alleen de studenten, maar ook de meeste docenten hebben een stem in hun oor waarin kunstmatige intelligentie voorzegt wat het weet. Waarom dan nog studeren of onderzoek doen? Sanne de Bree, een jonge onderzoeker, weet het ook niet meer.
“Ik moet koffie hebben”, zei Sanne nadat de stafvergadering afgelopen was. “En wel lekkere koffie!”
“Ik ben bang dat die in geen enkel universiteitsgebouw te krijgen is”, zei de stem in haar oor. Ineens kwam er iets nostalgisch in die stem. “Ja, tot een vijf jaar geleden was er hier echt goede koffie te krijgen. Door iedereen geprezen. In een hoekje bij de sporthal. Maar dat is afgeschaft. Te weinig efficiënt volgens de dienst Algeheel Beheer. Of nee, het zal geen Algeheel Beheer hebben geheten. Maar zoiets. En dan in het Engels.”
“Dan maar de stad in”, zei Sanne.
Op het plein voor het universiteitsgebouw stonden nog steeds heel veel studenten. Waaronder Josse, de jongen die Sanne eerder in college had gehad en die ze later had gesproken. Hij zat in het februarizonnetje een boek te lezen, een papieren boek, en keek op toen Sanne zijn richting in keek. “Hoihoi!” riep hij, om de afstand te overbruggen.
“Weet jij waar ik goede koffie kan krijgen?” vroeg Sanne.
“Ik ga altijd naar CoffeeCampus”, riep hij terug. “Die zitten twee straten verderop, in de richting van het gemeentehuis. Aan de Plooijgracht.”
“Ga je mee?” vroeg Sanne. Wat kon haar het schelen, hij was toch niet van plan college bij haar te volgen.
“Een andere keer!” riep hij. “Ik wacht nog op wat vrienden en mijn oor zegt dat die er over een half uur komen. Misschien hebben ze ook zin!”
De binnenstad was de afgelopen jaren behoorlijk veranderd – alle grote ketens waren vertrokken. Je oor kon alle zaken die zij in de aanbieding hadden zo bestellen. Er waren gaandeweg meer kleine zaakjes voor in de plaats gekomen, waar ondernemers zelfgemaakte spullen aanboden. Ook die kon je oor vinden, maar het was leuker om bij deze mensen te winkelen. Hoewel het maandagmiddag was, was het dan ook behoorlijk druk, en niet alleen met mensen die duidelijk student of docent waren aan de universiteit. In kleine groepjes liepen jong en oud, de meesten gekleed met op zijn minst een juten accent, en bijna allemaal in ieder geval voorzien van een juten tas,
De mensen zagen er vrolijk en vriendelijk uit. Er was een tijd geweest dat men enigszins in paniek leek door de kunstmatige intelligentie: zou die de mensheid niet uitroeien. Maar hoewel er nog steeds intellectuelen waren die waarschuwden voor de macht die de systemen steeds meer over ieders leven kregen, de totale afhankelijkheid van heel veel mensen van de denkkracht van die systemen, hadden de meeste mensen vooral aandacht voor de manier waarop het hun leven verbeterd had.
De sombere stemmen waren allesbehalve populair.
Geef een plausibele naam voor een koffiehuis dat populair is onder studenten
ChatGPT: CoffeeCampus
Laat een reactie achter