In ‘Verboden binnen te rijden‘ gaat Ronny Boogaart in op de ambiguïteit van de volgende zin, die te lezen is op een bordje bij de ingang van station Amsterdam Zuid-WTC:
- In dit station is het verboden om te rolschaatsen, skaten, skateboarden, (brom-)fietsen en met motorvoertuigen binnen te rijden
In de ene lezing is binnen (dus in het station) een bijwoordelijke bepaling, in de andere een onderdeel van het werkwoord binnenrijden. De auteur geeft aan niet te weten welke interpretatie de NS nu bedoeld heeft, maar ik denk dat de eerste betekenis wel erg vergezocht is. Er wordt namelijk eerst gesuggereerd dat je van alles kan meenemen in het gebouw om je op voort te bewegen, inclusief de fiets en de bromfiets. Dus je mag bijvoorbeeld niet fietsen of bromfietsen daar. Het zou wel heel raar zijn om daar nog een keer aan toe te voegen dat je daar ook niet op een motorvoertuig mag rondrijden, want dan zou er eigenlijk twee keer hetzelfde staan. Bedoeld zal zijn dat je daar onder andere niet op je scootertje mag rondrijden, maar ook niet met dat ding het gebouw mag binnenrijden. Er had dus zoiets moeten staan als:
- In dit station is het verboden om te rolschaatsen, skaten, skateboarden of te (brom-)fietsen, of met motorvoertuigen naar binnen te rijden
Het gaat fout in deze zin doordat het hele verhaal in een opsomming wordt gepropt, waarbij het voorzetsel in waarschijnlijk alleen bij het eerste gedeelte van de nevenschikking bedoeld is. Vanwege het gebruik van binnen is echter snel het verband gelegd met het rijden op motorvoertuigen in het gebouw. Die onduidelijkheid is echter snel verholpen door naar toe te voegen (naar binnen rijden).
Maar los van wat er bedoeld zal zijn, is de zin op het bord dubbelzinnig. We hebben geen context die de constructie kan disambigueren. Er zijn nu twee interpretaties op syntactisch niveau, die aanleiding geven tot verschillende redekundige benoemingen. Ambiguïteit kan zich voordoen op verschillende grammaticale niveaus, ook binnen dezelfde zin.
Karin is die nacht bevallen
Vergelijk nu de volgende zin.
- Karin is die nacht bevallen
Deze zin kan drie interpretaties hebben:
- Karin heeft die nacht een kind gebaard
- Karin is tevreden over die nacht
- Iemand anders of anderen zijn tevreden over Karin met betrekking tot die nacht
Terug naar de eerste zin. Het verschil tussen de eerste interpretatie en die van de andere twee is dat het werkwoord bevallen in twee volkomen verschillende betekenissen wordt gebruikt: ‘baren’ en ‘tevreden zijn over’. Syntactisch gezien is het verschil dat in de eerste betekenis (‘bevallen’) Karin het subject is en die nacht een bijwoordelijke bepaling (van tijd). In de tweede betekenis (‘Karin is tevreden’) is die nacht het subject en Karin het indirect object. In de derde betekenis (‘Iemand anders of anderen zijn tevreden’) is Karin ook het subject, terwijl die nacht een bijwoordelijke bepaling is. In dit voorbeeld zal de bedoelde interpretatie duidelijk worden door de context waarin de zin is gebruikt.
Trevira trekt u aan
Een bekende zin in taalkundige literatuur is de volgende.
- Trevira trekt u aan
Bedoeld kan zijn:
- U bent gecharmeerd van het kledingstuk Trevira
- U trekt het kledingstuk Travira aan
Het verschil in interpretatie van de zin Trevira trekt u aan heeft ook hier te maken met de verschillende betekenissen van het werkwoord. Met het betekenisverschil bij aantrekken is echter onlosmakelijk een syntactisch verschil verbonden. In de eerste betekenis (‘gecharmeerd zijn van’) is Trevira het subject en u het direct object. In de andere betekenis is sprake van het omgekeerde: Trevira is het direct object en u is het subject. Dit is echter een zin uit de reclamewereld, waarbij we het zonder context moeten doen. Daardoor blijft de zin ambigu en dat is precies wat de bedenkers van deze zin voor ogen staat, want beide interpretaties zijn voor de consument relevant. De zin krijgt hiermee een speels effect en dat is een van de eigenschappen die voorkomen dat reclameboodschappen doodsaai worden.
Salland. Natuurlijk gastvrij
Nu heb ik ook een eigen probleembord en daarmee ben ik al lange tijd in worsteling: een welkomstbord voor toeristen die in Salland vertoeven. In 2016 werd in Salland het eerste welkomstbord geplaatst. Het was de eerste van de in totaal zestien borden langs de toegangswegen in Salland. De weggebruikers worden erop geattendeerd dat ze Salland binnenrijden en het bord zou bijdragen aan een betere zichtbaarheid van de regio en de continue beleving van Salland vergroten. Iets minder vaag is de doelstelling dat het bord de Sallandse gastvrijheid benadrukt en de diversiteit en unieke ligging van de regio. Iets minder vaag, maar nietszeggend, want waarin zou Salland in gastvrijheid en diversiteit van het aangrenzende Twenthe verschillen, en wat moet de toerist met een kwalificatie die de uniciteit qua ligging van Salland benadrukt? Voor elk gebied is zoiets te verzinnen. Een echte querulant zal bovendien vinden dat het bord iets aanmatigends heeft: alsof je verwelkomt wordt in een gebied dat allemaal moois te bieden heeft dat Twenthe niet heeft. Een ander punt is verder dat er een jaar geleden geklaagd is over de plaats waar deze borden neer zijn gezet (Welkomstborden Salland staan op verkeerde plek). Misschien is het om die reden dat de borden (tijdelijk) aan het zicht zijn onttrokken. Ik kan ze in elk geval niet meer vinden.
Waar het mij echter om gaat is de tekst Natuurlijk gastvrij. Het nietszeggende tweede woord levert geen probleem op bij de interpretatie van dit bord, maar wat wordt er bedoeld met ‘natuurlijk gastvrij’? We kunnen zo veel kanten op met deze constructie dat het ook niet duidelijk is of de tekst, die ook een reclameboodschap is, een opzettelijke ambiguïteit in zich draagt. Door het woord ‘natuurlijk’ krijgen we een bepaald soort gastvrijheid, maar het is niet duidelijk welke dat dan is. Wordt er bedoeld
- dat de gastvrijheid in Salland vanzelfsprekend is, dus dat de weggebruiker uiteraard een gastvrij onthaal krijgt zodra hij de grens met Twenthe is gepasseerd, een gastvrijheid waarvan verondersteld moet worden dat zij een zekere bekendheid geniet, of
- moeten we hier rekening houden met een historische component: een gastvrijheid die in de loop der tijd ontstaan is en die van nature aanwezig is, of
- wordt er bedoeld dat men in Salland een eenvoudige, ongedwongen, ongekunstelde gastvrijheid kan verwachten, die in overeenstemming is met het volkskarakter der Oost-Nederlanders, die niet van al die poespas houden, of
- wil Salland wijzen op de natuur in biologische zin, de landschappen en natuurgebieden, die je gastvrij onthalen op al het moois dat de natuur in dit deel van Overijssel te bieden heeft?
Als de borden terug mochten keren, dan zullen ze waarschijnlijk op andere plaatsen terecht komen. Of de tekst anders is geworden, moeten we met meer onrust in het hart afwachten.
We zien dus dat ambiguïteit in zinnen zonder verdere context gedisambigeerd kan worden door dergelijk zinnen te herformuleren (voorbeeld 1). In tekstverband zullen dubbelzinnige constructies hun ambiguïteit verliezen. Vergelijk voorbeeld 2: als de tekst aangeeft dat Karin in de bewuste nacht een kindje heeft gekregen, vervallen de andere twee interpretaties. Zinnen die (zonder context) opzettelijk ambigu zijn gemaakt, zoals reclameboodschappen (voorbeeld 3), worden niet gedisambigueerd, omdat het effect juist zit in twee interpretaties die allebei relevant zijn voor de consument. Een reclameboodschap kan echter ook ondoorzichtig zijn, zoals het vierde voorbeeld laat zien, waarbij een tekst nietszeggend wordt. Wil men het gewenste effect bereiken, dan moet er een andere tekst voor in de plaats komen.
Casper de Weerd zegt
Probleem met het Zuid-WTC voorbeeld is dunkt mij het feit dat er geen werkwoord motorvoertuigen bestaat. Ik denk dat “binnen” een overbodige toevoeging is.