•• Vier raadselverzen uit het oud-Engelse Exeter Book, vertaald door Dana Constandse.
I
Mijn gewaad is geluidloos als ik ga over land,
verblijf in mijn huis of vaar over water.
Soms als mijn mantel en de stroom van de wind
mij hoog verheffen boven de huizen der mensen
en de hemelwolken me wegdragen, ver
van de wereld, klinken mijn witte pennen
met luid gefluit, een lied dat hoog
en helder zingt: van een ziel op reis
die over de aarde en de wateren zweeft.
II
Ik zie vier vaardige wezens
samen gaan; achter hen aan
een donker spoor. Snel zwiert
de vogelveer, schiet door de lucht en
duikt in de golven. De dappere krijger
die hen voorgaat, wijst aan het viertal
de wegen over een vlakte van goud.
III
Nietige schepsels, maar ze zeilen hoog
op de wind; boven de berghellingen
zwervend in zwermen, her en der.
Zeer donker zo in hun zwarte frak.
Schril klinken hun kreten en vrijuit.
Op beboste rotsen leven ze het liefst,
maar ook aan onze huizen huizen ze.
IV
Ik zag een wezen: zijn gezwollen buik
stak achter hem uit, een stevige knecht
diende hem, zijn buik dagelijks vullend
met wat van ver komend zijn oog binnenvloog.
Als hij leven geeft aan ander leven
sterft hij niet steeds maar sterkt aan,
met de wand van zijn buik weer ademhalend.
Een zoon verwekkend, verwekt hij zichzelf.
Vertaling: Dana Constandse (1930-2018)
Oplossingen:
I. zwaan
II. het schrijven (drie vingers en een ganzeveer, geleid door de hand over het perkamentenblad van een mooi versierd handschrift)
III. (huis?-)zwaluwen
IV. een blaasbalg.
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere werkdag een gedicht per mail
Laat een reactie achter