Humorschandalen (3)
De meeste Nederlanders van boven de zestig beginnen meteen de glimlachen als je over Frater Venantius begint. Wie wordt er dan ook niet vrolijk van dit olijke typetje van Wim Sonneveld uit de jaren zestig? Venantius was “de zingende frater uit Schin op Geul”, een parodie op de vele katholieke geestelijken die destijds de gitaar oppakten om met populaire christelijke liedjes aansluiting te zoeken bij de jeugd. “Zeg maar ja tegen het leven,” zong de frater, met een vet Limburgs accent, “van je amen en je gloria, joechei!” Tussendoor tapte hij wat schuine moppen.
Toen Frater Venantius in 1963 voor het eerst aan het grote publiek gepresenteerd werd, was zeker niet iedereen enthousiast. Sonneveld koos de goed bekeken live-uitzending van het Grand Gala du Disque op 12 oktober van dat jaar om zijn typetje te lanceren. Ter plekke, in het Scheveningse Kurhaus, vinden de aanwezigen het allemaal geweldig, maar al tijdens de uitzending staat de telefoon bij de VARA, de uitzendende omroep, roodgloeiend. In de daaropvolgende week verschijnen woedende brieven in onder meer de Volkskrant. J.H. Gootzen uit Roermond noemt het optreden van Venantius “kwetsend” en “laag bij de grond”. B. Jagers uit Tegelen spreekt van “de misselijke heer Sonneveld” en zijn “onsmakelijke wazel [kletskoek] over het zuiden en de kloosterlingen.”
Interessant genoeg krijgt de Venantius-act ook al vanaf het begin veel bijval, en zelfs uit onverwachtse hoek. De zingende priesters die Sonneveld op de hak neemt blijken zelf de humor wel in te kunnen zien van deze parodie. Kapelaan Van Langen uit Sittard schrijft een komisch antwoordlied, dat in diverse kranten wordt afgedrukt, en meent dat men het hele gebeuren “met een korreltje wierook” moet nemen.
Deze gemengde reacties laten zien dat er iets in de Nederlandse samenleving aan het verschuiven is. Dat mensen tegen een grapje moeten kunnen, wordt steeds meer de norm. Waar de aanvankelijke woedende reacties doen vermoeden dat Sonneveld een inschattingsfout heeft gemaakt, trekken hij en zijn fans uiteindelijk aan het langste eind. In de pers worden de boze brievenschrijvers al spoedig weggezet als bekrompen types met lange tenen.
Dat betekent niet dat nu ineens alles kan. Niet lang nadat Sonneveld reuring veroorzaakt met zijn Venantius-optreden, start het satirische tv-programma Zo is het toevallig ook nog ’s een keer. De woede die dat programma oproept, is al met al veel heftiger. Maar Sonneveld beperkt zich dan ook tot goedmoedige spot, terwijl de makers van Zo is het… er met gestrekt been ingaan. Zij zijn eropuit te provoceren, en dat lukt. Al in de derde uitzending weten ze een groot deel van de natie tegen zich in het harnas te jagen met een sketch waarin een zogenaamde tv-dominee de nieuwe religie van ‘het Beeld’ verkondigt: “Elke avond verzamelen zich de gelovigen rond het tabernakel en ontsteken het Heilige Beeld. Op zon- en feestdagen blijven zij bijna de gehele dag in devoot stilzwijgen bijeen.”
Er vallen dus, na 1963, nog genoeg taboes te doorbreken, en dat zal ook nog volop gebeuren. De ophef rondom Frater Venantius vormt de voorbode voor een decennium waarin de Nederlandse gezagsverhoudingen een grote verandering zullen doormaken. Die verandering is zodanig, dat al een paar jaar later moeilijk voorstelbaar is dat er destijds (even) zoveel te doen was om de zingende frater uit Schin op Geul.
Meer over dit schandaal en andere humorrellen in Ivo Nieuwenhuis, Het was maar een grapje. Nederland in tien humorschandalen. Amsterdam: Atlas Contact, 2023. Bestelinformatie bij de uitgever.
Jona Lendering zegt
De zingende paters waren niet de enigen die er de lol van inzagen. Het hielp Sonneveld dat er een ingezonden brief was van een echte Frater Venantius, die schreef dat hij er erg om had gelachen. Deze Frater Venantous overleed in 1988 en ligt begraven in Zeist.