Humorschandalen (5)
Ronduit aandoenlijk is het wanneer de 8-jarige Keesje, zijn gebit vol gaten omdat hij net aan het wisselen is, het lied ‘Kon ik maar even bij je zijn’ van zijn idool Gordon ten gehore brengt, in een uitzending van De Schreeuw van de Leeuw op 4 april 1992. Maar presentator Paul de Leeuw is onverbiddelijk. Hij onderbreekt het optreden van Keesje abrupt en roept hem tot de orde: “Dit is ontzettend vals gewoon. Je kunt helemaal niet zingen, man. Als ik je vader was, zou ik nog meer tanden uit die bek geslagen hebben. ’t Was gewoon ontzettend slecht.”
Al snel na de uitzending blijkt deze actie bij diverse kijkers in het verkeerde keelgat te zijn geschoten. We bevinden ons weliswaar in de vrijzinnige jaren negentig, maar een kind openlijk afzeiken gaat velen toch te ver. Ze bellen boos naar de VARA of spuwen hun gal in de krant. “Ronduit schandalig,” noemt een Telegraaf-lezer uit Zaandam de actie. “Grapje van Paul natuurlijk. Ik vind deze man helemaal niet grappig meer.”
Natuurlijk was alles in scène gezet. Keesje is een neefje van redactielid van De Schreeuw Hanneke Groenteman. We kennen hem inmiddels als de succesvolle muzikant en componist Keez Groenteman. Niettemin zit de VARA met de ontstane ophef in haar maag. De omroep wil dat De Leeuw excuses maakt, omdat de grap niet of verkeerd begrepen is. De Leeuw wil dat alleen doen in het Jeugdjournaal, waar hij op 6 april verschijnt, om aan alle kinderen van Nederland duidelijk te maken dat ze zich geen zorgen hoeven te maken over Keesje.
Het incident rond Keesje vormt een mooie relativering van de vaak gehoorde gedachte dat in de jaren negentig alles kon en mocht op humorgebied. Dat klopt dus niet. Tegelijk zien we hier ook een stijl van satire bedrijven ontstaan die nog altijd actueel is. Het is de pesterige stijl van mensen in de maling nemen of doelbewust het bloed onder de nagels vandaan halen. In de jaren negentig is Paul de Leeuw hét boegbeeld van deze stijl, en hij wordt er zowel om geprezen als verguisd. NRC-recensent Henk van Gelder spreekt enthousiast van “taboedoorbrekende spot”. Voor Parool-journalist Theodor Holman is De Leeuw “mijn nieuwe held”, naar aanleiding van zijn actie met Keesje. Schrijfster Renate Dorresteijn noemt het succes van Paul de Leeuw een paar jaar later juist zorgwekkend: “Het is de populariteit van slechte manieren, van horkerigheid en dom gehinnik, van boertige provocaties, van het nodeloos kwetsen van mensen en er nooit op uit zijn om ook maar één levende ziel recht te doen.”
Inmiddels heeft deze stijl een totaal andere politieke connotatie gekregen. Met de opkomst van weblog GeenStijl in de jaren 2000 is het sarren en klieren succesvol toegeëigend door een rechts-conservatieve beweging die deze middelen inzetten om haar links-progressieve tegenstanders een hak te zetten. Die komen keer op keer tevoorschijn als humorloze ‘deugmensen’ dankzij de pesterijen van het blog.
We kunnen Paul de Leeuw verwijten dat hij de aanstichter is van deze maatschappelijke tendens richting hufterigheid en openbaar pestgedrag, maar daarmee doen we hem tekort. Hij vliegt misschien soms uit de bocht, maar als het erop aankomt heeft hij nadrukkelijk een emancipatoire agenda. De Leeuw zet voortdurend groepen met een marginale sociale positie in het licht, zoals homoseksuelen of mensen met een auditieve, visuele of verstandelijke beperking.
Ook de actie met Keesje dient uiteindelijk een nobel doel. De Leeuw wil de exploitatie van kinderen op de commerciële televisie, bijvoorbeeld in een programma als de Miniplaybackshow van Henny Huisman, aan de kaak stellen. Dat past bij zijn intentie om niet alleen spannende en spraakmakende televisie te maken, maar het publiek ook aan het denken te zetten.
Meer over dit schandaal en andere humorrellen in Ivo Nieuwenhuis, Het was maar een grapje. Nederland in tien humorschandalen. Amsterdam: Atlas Contact, 2023. Bestelinformatie bij de uitgever.
Drabkikker zegt
Zouden mensen ook zo verontwaardigd hebben gereageerd op de voetbalvader van Jiskefet uit 1990? (trekkerwaarschuwing: grof taalgebruik). Al was dat natuurlijk duidelijker in scène gezet.
Paul Hendriks zegt
Volgens mij was het de vader van Theo van Gogh die zijn zoon adviseerde: ‘je mag alles zeggen, maar het hoeft niet’. Dat lijkt me een prima beginsel.
John zegt
Weet iemand de scène van keesje die kon ik nog maar even bij je zijn zong voor zijn idool Gordon. Hierin onderbreekt Paul hem onvoorbiddelijk. Was in scene gezet maar mens belde daarna boos de VARA op. Ik vind het niet terug op YouTube.