Ook mijn faculteit (de Faculteit Letteren van de KU Leuven) heeft een visie ontwikkeld over het gebruik van generatieve AI in het onderwijs. In essentie is generatieve (of creatieve) AI een computermodel dat getraind is op bijzonder grote datasets die op het web te vinden zijn, en teksten, beelden of geluiden creëert die door mensen gemaakt lijken te zijn. Net zoals vele andere onderwijsinstellingen stelt onze visietekst dat het geen zin heeft om de kop in het zand te steken. Leerlingen en studenten zullen ChatGPT en generatieve beeldtechnologie gebruiken, en steeds meer. Meer zelfs, ze gebruiken het nu al.
Generatieve AI biedt kansen. Het kan bij schrijfopdrachten, onderzoeksopdrachten, of de creatie van beelden en video’s dienen als een opstap. Voor leerlingen die moeilijk tot tekst of ideeën komen, kan dat een behoorlijke stap vooruit betekenen. De angst voor het witte blad vermindert. Maar zelfs als een leerling of student ChatGPT gebruikt voor een tekst die hij/zij schrijft, dan nog blijft die leerling of student de auteur, en dus verantwoordelijk voor het eindproduct dat hij/zij aflevert. De student zal dus een kritische (eind)redactie moeten uitvoeren: hoe goed past de door ChatGPT gegenereerde tekst op het specifieke doel en publiek vermeld in de opdracht? Heeft ChatGPT geen nonsens geïncorporeerd? Is de informatie up to date en coherent geordend? Zitten er geen taalfouten in de tekst? Zijn de bronnen en de informatie betrouwbaar? Dat impliceert dat een tool als ChatGPT aan leraren veel kansen biedt om leerlingen te doen reflecteren over kwalitatief hoogstaande teksten en dus makkelijk kan ingeschakeld worden in taalbeschouwing.
Generatieve AI kan studenten ook helpen bij de ontwikkeling en formulering van scherpe (onderzoeks)vragen. Leerlingen kunnen bijvoorbeeld een aantal vergelijkbare vragen stellen aan AI om te bekijken in hoeverre de antwoorden verschillen. De juiste vragen leren stellen is sowieso productief voor leerprocessen, maar het wordt nog belangrijker in een wereld waarin generatieve technologieën steeds sterker worden. In het verlengde hiervan kan het gebruik van generatieve AI leiden tot fundamentele discussies in de klas over de impact van technologie en AI op onze communicatie, op onze kunstproductie en –beleving, op ons kijk- en koopgedrag, kortom, op ons hele bestaan. Jongeren vormen tot mensen die begrijpen hoe generatieve AI werkt en die AI kunnen bemeesteren en ten goede kunnen aanwenden, wordt een belangrijke missie voor ons onderwijs.
Uiteraard zullen scholen duidelijke regels en richtlijnen moeten opstellen, onder andere over wanneer leerlingen/studenten mogen gebruikmaken van generatieve AI en wanneer niet, over hoe de leerlingen moeten melden of ze er gebruik van hebben gemaakt, en over de sancties de leerlingen moeten vrezen als ze de regels niet naleven. Uiteraard zullen leerlingen ook opdrachten moeten kunnen uitvoeren zonder dat ze van generatieve AI mogen gebruikmaken. Dat maakt het des te belangrijker dat schoolteams zich bij evaluaties afvragen waarom ze evalueren, welke kennis, vaardigheden en attitudes ze precies in kaart willen brengen, en hoe ze dat het best kunnen doen. Als een leraar wil nagaan of een leerling echt achter de argumenten staat die hij aanbracht in een schriftelijke paper en ze ook echt begrijpt, dan is een mondelinge bespreking of discussie na de schrijfopdracht wellicht aangewezen.
Er is geen weg terug. Generatieve AI staart onderwijsgevenden recht in het gezicht; ze kunnen het zich moeilijk veroorloven om de blik af te wenden. De koppen kunnen dus maar beter boven het maaiveld, daar waar we het overzicht over het snel veranderende landschap behouden.
(Deze tekst werd gedeeltelijk geïnspireerd door de tekst “Generatieve AI en Letteren” van het beleidsteam Letteren (Faculteit Letteren – KU Leuven))
Robert Kruzdlo zegt
AI loopt altijd achter de feiten aan. Overzicht heb je alleen over wat er is, niet wat er komen gaat en al helemaal niet in de evolutionaire toekomst. Literatuur, levend Nederlands kan geen enkele computer produceren en dus: angst voor het witte vel papier lijkt mij beter.