Een zomer vrij van nut (14)
Tot nu toe in Een zomer vrij van nut: Sanne is een universitair docent Nederlandse Taal en Cultuur in 2027. Wat voor zin heeft een baan in haar gebied als sstudenten al hun tentamens kunnen laten doen door de kunstmatige intelligentie die als een stem in hun oor zit, als wetenschappelijk onderzoek beter kan worden uitgevoerd door gespecialiseerde chatbots en als ook de ontroerendste verhalen inmiddels door computers worden geschreven?
In het koffiehuis was het een drukte van belang. Studenten zaten verspreid op rustieke houten bankjes langs rustieke houten tafels, sommigen verdiept in gesprekken, anderen in schermen. Sanne nam plaats aan een tafel bij het raam, bestelde een cappuccino en keek naar de mensen die langs liepen, sommigen luidkeels redenerend met de stem in hun oor.
Ze nam een slok koffie – de warmte en de bitterheid waren werkelijker dan die stemmen, maar ook dan de studenten die om Sanne heen zaten. Geen kunstmatige intelligentie kon je de sensatie geven van hete cappuccino. Nog niet.
De bel van de deur rinkelde. Josse kwam binnen, samen met een groep vrienden, allemaal gekleed in juten zakken. Ze zagen Sanne, overlegden kort, kwamen naar haar tafel toe.
“Hey Sanne, mag ik je voorstellen aan enkele van mijn medestudenten?” zei Josse. Zonder haar antwoord af te wachten, begonnen ze te praten. “Ze hebben het over literatuur”, zei de stem in haar oor. “Ze hoeven het niet meer te bestuderen, want dat kan de kunstmatige intelligentie voor ze doen, zeggen ze. Maar ze kunnen het nog wel lezen.”
“Vooral als het door mensen is geschreven”, zei Josse, alsof hij had opgepikt wat de stem in Sannes oor zei. “Wat het betekent om een mens te zijn, daarover kan geen machine je wat zeggen”
De jonge geesten vonkten, ondanks de veranderende tijden. Sanne begon te denken dat de traditionele academische weg misschien niet langer de enige was was om kennis en inzicht te delen. Niet langer de enige om dat alles te ervaren.
“Weet je, Sanne,” zei een van de studenten, “we hebben discussiegroepen buiten de collegezalen – hier in het café of buiten, als het niet regent. We delen ideeën, discussiëren over boeken en artikelen. We komen altijd bij elkaar en zeggen tegen onze stemmen dat ze hun kop moeten houden. Misschien wil je een keer meedoen?” Er waren nog steeds plekken waar denken en discussiëren centraal stonden. Sanne keek ernaar uit om deel te nemen aan de discussies, om weer te voelen wat ze voelde toen ze voor het eerst de academische wereld betrad: geen werk interesse.
De enige manier om een mens te zijn was te proberen te begrijpen wat het betekende om een mens te zijn. Wat zei Socrates hier ook alweer over?
“Socrates stond bekend om zijn uit..” begon de stem in haar oor.
“Kop dicht”, zei Sanne.
—
Schrijf een nieuwe aflevering voor dit feuilleton.
In het koffiehuis was de drukte van de ochtendspits al begonnen. Studenten, docenten en lokale bewoners zaten verspreid over de rustieke houten tafels, sommigen verdiept in gesprekken, anderen in boeken of schermen. Sanne ging zitten aan een tafel bij het raam, bestelde een cappuccino en keek naar buiten, naar de mensen die langs de straten liepen. Ze vroeg zich af hoeveel van hen ook een stem in hun oor hadden, die hun door de dag heen gidste.
[Lees hier verder wat de oorspronkelijke suggestie was van ChatGPT voor deze aflevering, die ik hierboven heb bewerkt]
Laat een reactie achter