In ons oor komt van alles binnen: taal bijvoorbeeld, maar ook muziek. Hoe gaan onze hersenen ermee om? Er zijn aanwijzingen dat een talent voor muziek ook vaak talent voor taal impliceert. Althans voor bepaalde aspecten van taal: gevoeligheid voor zinsmelodie bijvoorbeeld, en ritme. Een nieuw artikel in het Journal of Phonetics van de Groningse onderzoeker Nelleke Jansen vat het allemaal samen.
Jansen deed een zogeheten meta-analyse: ze zette een groot aantal onderzoeken naar het onderwerp op een rijtje. Een voordeel van die methode is dat zo eventuele toevaliige uitkomsten in individuele onderzoeken verdwijnen. Er is de afgelopen jaren best veel onderzoek gedaan naar taal in de hersenen en muziek in de hersenen. Vaak gaan die over kleine deel onderwerpen. In de meta-analyse worden die allemaal samengenomen.
Intonatie en zinsritme zijn de muzikale aspecten van taal – daarom is het misschien ook niet héél verrassend dat een talent voor het ene een talent voor het andere impliceert. Toch zijn er wel nuances aan te brengen. Zo blijkt het effect sterker bij vreemde talen dan bij de moedertaal. Misschien heeft dat ermee te maken dat je een vreemde taal ook wat anders, bewuster leert – en dan kan een talent als een muzikaal talent behulpzaam zijn. Bij het leren van een moedertaal gaat het kennelijk iets anders toe – uiteindelijk leren ook de meest toondove mensen uiteindelijk meestal hun moedertaal zo spreken dat hun taalgenoten niets vreemds horen.
Een ander effect: muziekles doet er minder toe dan een natuurlijk talent voor muziek. Wie heel veel oefent op zijn toeter, kan als resultaat daarvan wel verwachten dat ze vreemde talen iets gemakkelijker worden, maar het belangrijkst blijft toch vooral een aanleg voor luisteren.
De relatie tussen taal en muziek is een intrigerende. Er zijn mensen die denken dat muziek een afgeleide is van taal, een soort taal zonder klinkers en medeklinkers. Er zijn ook mensen dat taal een afgeleide is van muziek, dat onze voorouders begonnen voorzichtig te hummen, en dat daar gaandeweg steeds meer betekenis bij kwam. Maar het is onmiskenbaar het geval dat de twee met elkaar te maken hebben, en dat het twee uitingsvormen die de mens al heel lang begeleiden.
Dat geldt dus ook in de hersenen.
Maria van Daalen zegt
Aardig om dat maar weer eens op te merken. Ja, dat verband is er. Denk ook aan de zgn. toontalen (https://nl.wikipedia.org/wiki/Toontaal ) en de ‘talking drums’ (https://en.wikipedia.org/wiki/Talking_drum )
Robert Kruzdlo zegt
Maria,
Als je muziek componeert, denk je in taal. Daar staat niemand bij stil. Ik heb filmmuziek geschreven. Inmiddels 40 jaar geleden. En later, ‘niet in notenschrift maar in grafische tekens.’ Philip Glass doet dit met zijn eerstejaars studenten. Via taal. (Muziek academie Boston Amerika.)
Maria van Daalen zegt
Beste Robert,
Componisten, die kent niet iedereen! Ik ken er toevallig wel een aantal (en had een kerkorganist als vader) en zal ze dit eens voorleggen: “Als je muziek componeert, denk je in taal.” Fascinerend!
Als je poëzie schrijft, denk je in klank en ritme. Ik ‘hoor’ een gedicht ook als ik het lees (en weet dan ook direct waar het niet goed in elkaar zit, wat ondermeer bij mijn colleges Creative Writing aan de RUG, bij mijn lessen ‘poëzie’ aan de Schrijversvakschool Amsterdam, en bij het schrijven van recensies, goed van pas kwam).