Reeds zeven lange jaren …
Reeds zeven lange jaren
Ach, waren zij getrouwd,
En nog geen enkel kindje
Had God hen toe vertrouwd.
Een bêevaart werd besloten.
Zij zou naar Freeren gaan,
En Onze-Lieve-Vrouwe
Met bloemen rijk belâan.
Ze zou er vurig bidden
Er kruipen op den grond,
En smeeken dat Maria
Hen toch een zoontje zond.
In blijden godsdienstijver
Volbracht zij dit program,
En ’s avonds – door Godswille! –
Mankeerde zij den tram.
Na acht of negen maanden
Was ’t feest in d’oude woon,
En riep de blijde vader:
‘Goddank het is een zoon!!’
De tram floot spottend buiten,
De moeder werd wat bleek:
Juist zei de brave vader,
Dat ’t kind hem goed geleek!
Jules Frère (1881-1937)
Laat een reactie achter