De Top 2000 is weer volop bezig, dus dat is meezingen geblazen! Het is daarbij handig als u de taal van het nummer kent (hoewel niet strikt noodzakelijk: ik zong midden jaren ’90 de Spice Girls ook gewoon fonetisch mee). Maar welke talen komen eigenlijk allemaal voor in de ‘lijst der lijsten’? Ik ben eens aan het tellen geslagen en heb de jaren 2020-2023 proberen in kaart te brengen. Dat levert het volgende resultaat op:
De belangrijkste opvallendheden:
1. Een duidelijke stijgende lijn van Nederlandstalige nummers. Ik tel er 170 in 2021, 180 in 2022 en 195 dit jaar. Dit valt in lijn met algemene ontwikkelingen. Waar in 2016 de makers van de top 2000 nog klaagden over de staat van het Nederlands, is er al jaren een duidelijke opwaartse trend gaande, met april dit jaar voor het eerst in de geschiedenis 13 Nederlandstalige nummers in de top 40. Verschillende media, van NOS tot nu.nl berichten over deze ontwikkeling, en ook artiesten zelf zijn zich ervan bewust. In de Top 2000 is de ontwikkeling in ieder geval vooral te danken aan jonge artiesten zoals Froukje, Snelle en vooral Suzan & Freek. Interessant genoeg lijkt de stijging van het Nederlands ten koste te gaan van Engelstalige nummers, aangezien de meeste andere niet-Engelse talen ook stijgen.
Een verklaring voor de trend is moeilijker aan te wijzen. Sommige commentatoren noemen onrust in de huidige samenleving en geëngageerde artiesten die daarop reageren. Geen gekke gedachte natuurlijk: de vorige keer dat Nederlandstalige muziek zo populair was, begin jaren ’80, gingen veel hits over maatschappelijke thema’s, zoals de bom (Doe Maar), discriminatie (Frank Boeijen – Zwart Wit) of vluchten uit een beklemmend Nederland (Het Goede Doel – België). (Overigens was dit ook het moment dat Normaal de trend zette door in streektaal te gaan zingen, zie punt 2.) Aan de andere kant zou ik de recente nummers (die uit 2020-2023 in de top 2000 van 2023) zeker niet classificeren als maatschappijkritisch of zelfs maar geëngageerd. Het kan natuurlijk ook gewoon zo zijn dat één of twee artiesten iets heel hips doen in het Nederlands, en dat andere artiesten daardoor geïnspireerd raken.
2. Naast de buitenlandse derby Frans-Duits (niet te verwarren met Frans Duijts), blijft de eeuwige nek-aan-nekrace tussen het Limburgs en het Nedersaksisch voortduren, met nu ook weer Nedersaksisch dat 11 nummers neerzet tegenover 11 Limburgse. Het aantal streektaalnummers is de afgelopen nagenoeg gelijk gebleven, hoewel de meeste nummers gezakt zijn in plaats ten opzichte van 2020. Voor de volledigheid het onderstaand grafiekje (waar groen staat voor Nedersaksisch, geel en oranje voor (Noord-)Limburgs, en blauw voor Fries.
3. Dit jaar voor het eerst (sinds 2020 dan) twee streektaalnummers uit Westnederland. Ten eerste is daar het nummer Bloemkôle van Oôs Joôs uit 2015 in het West-Fries. Ten tweede, middels een actie op initiatief van Utrechter Joop de Jager, het nummer Utereg Me Stadje van Herman Berkien uit 1975 in het Utrechts.
4. Eervolle vermelding voor Kristallnach van BAP uit 1983, gezongen in het Keuls, en de zeldzame niet-Europese talen in de lijst: een stukje Wolof van Youssou N’Dour in het nummer 7 seconds, en Jerusalema van Master KG ft. Nomcebo, geheel in het Zulu, maar helaas sinds vorig jaar niet meer in de lijst.
Volgend jaar ben ik weer terug, dan zal ik ook proberen de jaren vóór 2020 te tellen, voor een nog vollediger plaatje. Tot die tijd, blijf vooral op streektalen stemmen, vooral het Fries kan nog een steuntje in de rug gebruiken.
(Voor wie zich dit afvraagt: Instrumentale nummer zijn ingedeeld op de taal van de titel, tweetalige nummers of titels op basis van de meestvoorkomende taal.)
Laat een reactie achter