Warning: Undefined array key "file" in /vol1/sites/neerlandistiek.nl/htdocs/wp-includes/media.php on line 1763
De verenglishing van het Nederlands in Vlaanderen (3.5)
In deze reeks vertellen onderzoeker Eline Zenner en taalliefhebber Jan Hautekiet het verhaal van de ‘verenglishing’ van het Nederlands in Vlaanderen. Een overzicht van de afleveringen in de aangroeiende reeks vind je hier. Het laatste onderdeel van dit derde hoofdstuk vergelijkt twee manieren waarop het Engels het Nederlands beïnvloedt: als voertaal en als brontaal voor ontlening.
Eerder beschreven we hoe het Engels over de hele wereld een populaire lingua franca werd en een sterke positie ging innemen in de (internationale) politiek, economie en (sociale) media. Steeds meer mensen stonden in steeds meer contexten bloot aan het Engels en gingen zo ook steeds meer woorden en uitdrukkingen uit het Engels overnemen in hun eigen taal. Dat natuurlijke proces van ontlening zien we ook in het Nederlands van Vlaanderen en Nederland, waarbij de literatuur vooral de Tweede Wereldoorlog aanwijst als een kantelpunt: the American way of life vond zijn weg in ons leven en in ons Nederlands.
Om meer grip te krijgen op de relatie tussen de verspreiding van het Engels als voertaal en van het Engels als brontaal voor ontlening, analyseerde Eline de taalkeuzes in meer dan 13.000 personeelsadvertenties in gedrukte magazines in de Lage Landen tussen 1989 en 2008. Deze specifieke stukjes wervende externe bedrijfscommunicatie bieden immers een uniek perspectief op de invloed van het Engels op het Nederlands in Vlaanderen en Nederland.
Personeelsadvertenties zijn doorgaans relatief korte en duidelijk afgebakende stukjes tekst met een gedeeld doel: nieuwe werkkrachten aantrekken. Daartoe moet de werkkracht die scannend vacatures doorneemt, snel weten welke vacatures relevant zijn. Geschikte kandidaten voelen zich daarbij dan idealiter snel aangesproken om te solliciteren, terwijl ongeschikte profielen net ontmoedigd raken. De advertentie fungeert dus als een eerste filter waar potentiële kandidaten doorgaan. Strakke genreconventies helpen de gedrukte personeelsadvertentie deze doelen te vervullen. Vrijwel elke advertentie bevat bijvoorbeeld een typografisch gemarkeerde, opvallende en dus snel te identificeren functietitel. In Figuur 1 is het zo snel duidelijk dat het rekruterende bedrijf op zoek is naar een ‘communicatieve senior software engineer’. De hoofdtekst bevat dan informatie over het bedrijf dat rekruteert, over de vacante functie en over de kwalificaties van de gezochte kandidaat.
Omdat rekruteren via advertenties zeker tien jaar geleden nog een relatief universele procedure was, was er ook veel variatie te vinden in de rekruterende organisaties en het type vacante posities. Vrijwel alle types bedrijven zochten via vacatures naar allerlei soorten werkkrachten. Gedrukte media waren jarenlang de verzamelplaats bij uitstek waar personeelsdiensten hun vacatures kenbaar maakten, tot websites en socialemediaplatformen als LinkedIn de fakkel grotendeels overnamen. Vacatures werden dus ook bewaard in krantenarchieven, en kunnen zo verzameld worden over periodes, bedrijfstakken en functieprofielen en gebieden heen.
Vanuit zo’n inventaris verwierf Eline een inkijk in de evolutie in personeelsadvertenties wat het gebruik van Engels als voertaal betreft en wat het gebruik van Engelse termen in functietitels betreft. Voor de voertaal hield ze bij of een advertentie in het Engels (Figuur 2) of in het Nederlands (Figuur 1) werd opgesteld. Vervolgens kregen de functietitels uit de Nederlandstalige advertenties een extra blik om na te gaan of daarin al dan niet Engelse termen opdoken. Dat is bijvoorbeeld wel het geval voor de communicatieve senior software engineer uit Figuur 1, maar niet voor een ervaren boekhouder (m/v). Voor elke onderzochte advertentie en functietitel hield ze ook bij welk soort job vacant stond in welk soort bedrijf, of de vacature werd gepubliceerd in Vlaanderen of in Nederland en in welk jaar.
Dit zijn de drie belangrijkste vaststellingen. Starten we met een vogelperspectief, dan zien we over alle verzamelde vacatures heen een duidelijk verschil in het aandeel van het Engels voor de twee meetniveaus. Van de 13.508 verzamelde advertenties verschenen er ongeveer één op twaalf (8%) in het Engels. Van de 13.094 functietitels die in de Nederlandstalige advertenties opdoken, bevatte meer dan één op drie (36%) minstens één Engels woord. Merk daarbij op dat één Nederlandstalige advertentie meer dan een functietitel kan bevatten. In de context van personeelsadvertenties is er dus een verschil in de positie van het Engels als voertaal en die als brontaal.
Een tweede vaststelling is dat er duidelijke verschillen optreden tussen bedrijfstakken en jobtypes. Hierbij duiken vooral voor de hand liggende patronen op, waarbij de positie van het Engels sterker is in domeinen die aangevoerd worden door de Angelsaksische wereld, zoals IT of consultancy, en in domeinen met een sterk internationale oriëntatie zoals de farma-industrie. Jobs bij de overheid, in het onderwijs en in de gezondheidszorg tonen dan weer een sterkere gerichtheid op het Nederlands. Deze vaststelling loopt gelijk voor het gebruik van Engels als voertaal en van Engels als brontaal.
De derde vaststelling betreft de verschillen tussen Vlaanderen en Nederland, en verdient hier de meeste aandacht. Figuur 3 vat de relevante parameters samen: ze bevat het aandeel Engels in advertenties (y-as) per periode (x-as), voor de keuze van voertaal voor de advertentie als geheel (blauwe lijn, driehoekjes) en voor de keuze voor Engels in de functietitel (groene lijn, vierkantjes). Hierbij wordt het onderscheid gemaakt tussen data uit Vlaanderen (opgevulde icoontjes) en uit Nederland (lege icoontjes).
Kijken we eerst naar de keuze voor Engels als voertaal, dan zien we dat de lijnen voor Vlaanderen en Nederland dicht bij elkaar liggen. Wel valt op dat het gebruik van Engels sterker lijkt te stijgen in Vlaanderen dan in Nederland. Bij het jongste meetpunt zijn er zelfs meer volledig Engelse advertenties te vinden in Vlaanderen dan in Nederland, terwijl net het omgekeerde is te zien bij het oudste meetpunt. Het is verleidelijk om hierin te lezen dat het Engels helpt om een keuze tussen Nederlands en Frans te vermijden (zie 3_4), maar die interpretatie kunnen we niet bevestigen zonder uitgebreidere inkijk in de motieven en percepties van de adverteerders.
Minstens even interessant zijn de resultaten voor het gebruik van Engelse termen in de functietitels van personeelsadvertenties die in het Nederlands zijn opgesteld. Die tonen in elk meetpunt een frequenter gebruik van Engelse woorden in functietitels in Nederland dan in Vlaanderen. Tegelijk lopen de groene lijnen parallel, wat toont dat het Engels met gelijke tred toeneemt in beide regio’s. Beide bevindingen samen lijken zo te wijzen op een soort puristische erfenis in Vlaanderen. Er is een bescheidener aandeel Engels in het Nederlands van Vlaanderen, en dat lijkt aan te sluiten bij een gekende Vlaamse neiging om vreemde invloed te weren. Al van in de negentiende eeuw was het deel van de missie van de Vlaamse Beweging om het Nederlands van Vlaanderen cultuurtaalwaardig te maken door het uit te zuiveren (zie 3_1), zoals onderstaand citaat van Hyppoliet Meert illustreert:
De taal, geschreven door Vlaamsche schrijvers, krioelt van vreemde inmengsels. Vooral staan ze onder Franschen invloed. Het gallicisme is verreweg onze ergste vijand.
(Hyppoliet Meert 1897: 76)
Ook toen de keuze werd gemaakt voor één Nederlands over Vlaanderen en Nederland heen, stond taalzuivering hoog op de agenda (zie 3_3). Het zou kunnen verklaren waarom het gebruik van Engelse termen in functietitels minder ver gevorderd lijkt in Vlaanderen (gemiddeld een op drie titels met Engelse termen) dan in Nederland (meer dan een op twee functietitels met Engelse termen). Dat de lijnen voor de twee regio’s parallel lopen, zouden we dan kunnen zien als een teken dat de puristische neiging zich niet meer doorzet: de toename van het Engels doorheen de tijd verloopt sterk parallel in Vlaanderen en Nederland. Het verhaal van de invloed van het Engels op het Nederlands kan zo niet in dezelfde adem voor Vlaanderen en Nederland verteld worden.
Natuurlijk is voorzichtigheid geboden bij deze interpretatie. Ten eerste is de personeelsadvertentie een erg specifiek soort tekst. Het voordeel daarvan is dat we hierboven binnen dit genre een relatief zuivere vergelijking konden maken van het gebruik van Engels als voertaal en als brontaal. Een nadeel is dat we niet veel kunnen vertellen over de manier waarop het Engels buiten deze context functioneert. Het is te verwachten dat de Engelse termen en wendingen die we in deze personeelsadvertenties aantreffen, aan andere principes onderhevig zijn dan het soort Engels dat we bijvoorbeeld in tienertaal aantreffen. Ten tweede bieden onze gegevens enkel een inkijk in taalgebruik, niet in de motieven van de afzender of in het effect van dit taalgebruik op de ontvanger. Tot slot is onze inventaris van functietitels intussen gedateerd: het laatste meetpunt ligt al vijftien jaar achter ons. Gedrukte media zijn al uit het rekruteerproces geschreven en personeelsadvertenties zijn niet meer zo rechtlijnig te identificeren als vroeger.
Anekdotisch lijkt het wel dat de positie van het Engels in personeelsadvertenties er zeker niet op is verminderd, zoals mag blijken uit deze vacature van 2023: Wil je mee bouwen aan de single source of truth voor alle media content? Wil je daarbij nauw samenwerken met de makers van onze distributie platformen, de beheerders van onze content en de leveranciers van de software? Solliciteer dan als Solution Engineer Content Supply Chain & Metadata.
En toch zijn meer analyses over de invloed van het Engels nodig in andere contexten, waar de vergelijking Vlaanderen-Nederland op een andere manier naar de voorgrond komt. Daar zetten we in de volgende hoofdstukken op in, om te beginnen met het hoger onderwijs.
Een gestructureerde inhoudsopgave van De verenglishing staat hier.
Bij deze reeks hoort een regelmatig geüpdatete bronnenlijst.
Lees ook het vorige artikel in deze reeks: Waarom Vlaanderen? Een lingua franca in een eentalig Vlaanderen
Kees van Hage zegt
Voor de terminologie van de (vooral klassieke) muziek heb ik onderzoek gedaan naar de verschillen tussen het Nederlands in Nederland en Vlaanderen en naar de invloed van het Engels op het Nederlands. Om iets te noemen: het kantelpunt lag niet in de jaren van de Tweede Wereldoorlog, maar in de jaren 70. Zie mijn website: https://keesvanhage.wordpress.com.