In memoriam patris
Mijn vader heeft de waterlaarzen aan.
Wij samen zijn de Lekdijk afgekomen.
Ik ben voor mijn verjaardag meegenomen:
hij moest vandaag bij het gemaal langs gaan.
Gemaal: dat is je vader horen noemen
die vreemde woorden van een andere taal
als hij de waterstand leest van de schaal;
te ademen in het onbenoembaar zoemen
dat gonzend omgaande aanwezig is.
Èn, niets te zeggen als hij bezig is:
‘Dàt is een man, daar kun je staat op maken’.
Als op de zaken orde is gesteld
doen wij op huis aan. Een lucht van geweld:
Gorcum ligt al door wolken overkraagd.
Geen noodweer en geen wereld kan mij raken
als hij, het laatste stuk, mij op de schouder draagt.
Ida Gerhardt (1905-1997)
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere werkdag een gedicht in hun mailbox
Laat een reactie achter