Op vrijdag 8 december j.l. overleed in Amsterdam neerlandicus en cultuurhistoricus Rob Woortman. Hij schreef samen met zijn vrouw Alice Boots de biografie van Anton de Kom, maar tekende voor nog meer boeken. Zijn volle leven telde 78 ½ jaren.
Rob Woortman werd geboren op 11 mei 1945 in Amsterdam in een arbeidersmilieu, zijn vader was joods maar niet gelovig, zijn moeder was niet joods. Rob kon met gulle lach vertellen over het milieu van zijn jeugdjaren, over de kleine neringdoenden aan de Oudezijds en de temeiers en bikkers van de rosse buurt. Zijn armoedige jeugd gaf hem een levenslange fascinatie voor de beste restaurants in en zelf was hij een geweldige keukenprins die er zijn hand niet voor omdraaide zijn vrienden een complete Indische rijsttafel voor te schotelen.
Vertrutting
Al jong raakte Rob geïnteresseerd in de wereld van het onderwijs en hij zou er zijn professie van maken: hij behaalde zijn MO-A en MO-B Nederlands en ging werken aan de Kweekschool in de Artisbuurt waar onderwijzers werden opgeleid. Later werkte hij aan de Academie voor Journalistiek in Utrecht, aanvankelijk nog een libertaire instelling waar de licht chaotische leraar zich kon uitleven. Maar gaandeweg deed daar tot zijn ergernis ook de maatschappelijke vertrutting haar intrede en kregen de verkeersagenten van de taalbeheersing de overhand binnen de neerlandistiek. Rob, altijd al geïnteresseerd in China, begon ook nog een studie Sinologie in Leiden, maar die maakte hij niet af.
Na zijn pensionering raakten Rob Woortman en zijn vrouw gefascineerd door de man van wie opeens een standbeeld verscheen in het stadsdeel waar zij woonden, Amsterdam-Zuidoost. Zij wilden wel weten wat die Anton de Kom zoal gedaan had, maar er bleek helemaal geen biografie te zijn. Zij verdiepten zich in het leven van de schrijver van Wij slaven van Suriname, doken in de archieven, interviewden tal van mensen, reisden naar Suriname om met De Koms zoon Cees te spreken. En uiteindelijk verscheen in 2009 het boek Anton de Kom, dat niet alleen een gedetailleerd beeld gaf van het leven van De Kom van 1898 tot 1945, maar ook van de ‘Nachwuchs’: alle discussies en controverses sinds De Koms overlijden tot 2009. Rob was met name geïntrigeerd in de wording van Wij slaven van Suriname, het auteurschap ervan (dat een tijd lang door Jef Last geclaimd was) en de vraag of het boek ooit verboden was (niet). Met name de correspondentie die Rob naar boven wist te halen met De Koms uitgever De Neve liet een verhelderend licht vallen op veel wat duister was gebleven. Ook de poëtica in De Koms weer opgedoken literaire teksten interesseerde hem bijzonder. Het boek gaf een antwoord op tal van vragen en misverstanden over de man die sinds zijn opname in de Geschiedeniscanon in 2020 is uitgegroeid tot hét boegbeeld van de Surinaamse dekolonisatie. Maar zoals te verwachten was: de misverstanden bleven vrolijk circuleren, en zo kon zelfs in de recensies van het boek de toch duidelijk weerlegde bewering dat De Kom vakbondsman zou zijn geweest, teruggevonden worden.
E. du Perronprijs
Met hun boek over De Kom wonnen Rob Woortman en Alice Boots de E. du Perronprijs 2010 en het boek leest nog altijd als een trein. De betekenis van het boek voor de kennis over Anton de Kom mag niet onderschat worden. Door voortschrijdend onderzoek en inzicht kan de biografie inmiddels op verschillende punten gecorrigeerd en aangevuld worden. Het ergerde Rob enorm dat uitgeverij Atlas-Contact niet bereid was een goedkope herdruk van de voor het Surinaamse publiek veel te dure biografie uit te brengen, en het ergerde hem nóg meer dat de uitgever ook een herziene editie niet wilde uitbrengen, omdat ‘het nu de beurt was aan een andere generatie’ – een staaltje van woke racisme binnen het uitgeversbedrijf. Het stelde de biografen ook teleur dat zij zelden of nooit, zoals zij eigenlijk wel verwacht hadden, betrokken werden bij alle evenementen die werden georganiseerd sinds De Kom werd opgenomen in de Geschiedeniscanon. Maar de auteurs hadden intussen niet stilgezeten.
In het kielzog van hun duik in het leven van De Kom en de Surinaamse cultuur verscheen in 2014 Cotton Club, de bewogen geschiedenis van een café. Met deze vlot neergezette journalistieke reportages kwam Rob ook heel dicht bij het milieu van zijn jeugdjaren: het café aan de Amsterdamse Nieuwmarkt lag hemelsbreed 500 meter van zijn geboortehuis. Uit de mond van vorige eigenaren en tal van klanten rees de wereld op van een legendarisch Amsterdams danscafé waar zwarte immigranten, kunstenaars, dealers, pooiers en hoeren hun soms schimmige leven leidden.
Nieuwsgierig en woedend
Een uitbreiding van hun onderzoeksnieuwsgierigheid bracht Rob en Alice terug naar vroegere eeuwen met het boek Een geniale koopman; Dirk van Os en de invloed van Zuid-Nederlanders op de Amsterdamse geldmarkt. De verschijning ervan een aantal maanden geleden maakte Rob nog wel mee, maar de slopershamer van de kanker had toen al zo zijn werk gedaan dat hij niet meer de energie kon opbrengen om een boekpresentatie bij te wonen. Een geniale koopman ontstond uit het aanvankelijke idee om een boek te schrijven over de drooglegging van de Beemster, de streek waar Alice Boots haar wortels heeft. Die drooglegging komt in het nieuwe boek ook voor als vroegkapitalistisch grondwinningsproject uit de 17de eeuw, maar het boek is veel breder: het gaat over de vroegste jaren van de VOC, het ontstaan van de nieuwe kapitalistische economie van die jaren, maar ook over de VOC als oorlogsmachine en de slavernij in de Oost. Dat alles wordt bezien door de lens van Dirk van Os (1556-1615), de Antwerpenaar – energiek, intelligent en keihard – die na de val van Antwerpen zich als koopman in Amsterdam vestigt en daar een centrale rol gaat vervullen in de ontwikkeling van de hoofdstedelijke en dus ook koloniale economie. Het boek draagt soms de sporen van de man met het tomeloze enthousiasme die zich soms iets te graag laat meeslepen door zijn eigen veronderstellingen. Maar het is met evenveel verve geschreven als de eerste twee boeken en het geeft tot in de verrassendste details een beeld van booming Amsterdam aan het begin van de 17de eeuw.
Met drie boeken sinds zijn pensionering heeft Rob Woortman – samen met Alice Boots, gedurende dertig jaar zijn grote geliefde – zijn intellectuele nieuwsgierigheid en stilistische begaafdheid vorm weten te geven. Hij kon woedend uitvaren tegen politici en grootkapitalisten die de onrechtvaardigheid in de wereld in stand hielden en wat hij noemde ‘de infantilisering van vrolijk rechts’. Maar hij had evenzeer een broertje dood aan prietpraat en het soort gemakzuchtige woke napraterij dat de grote media over het publiek uitstorten, een trendy engagement van een pink diep. Hij heeft laten zien wat er werkelijk toe doet: je serieus verdiepen in de bronnen en daarvan verslag doen op een manier waar een groot publiek zijn voordeel mee kan doen.
Het leven had wat langer voor hem mogen zijn, maar hij heeft het met volle teugen geleefd en in de gulheid van zijn wezen gedeeld met velen.
Anja zegt
Van Rob Woortman kreeg ik tussen 1970/1973 les aan de Hervormde Pedagogische Academie aan de Pl. Middenlaan (vh. Hervormde Kweekschool, thans NHM). Heel inspirerend, hoe hij les gaf, met zeer creatieve schrijfopdrachten, waar ik jaren later, toen ik zelf lesgaf, nog veel heb gehad. Heel jammer, dat ik hem dit nu niet meer kan zeggen. Dat hij mag rusten in vrede.
(Wat ik mij al een tijd afvroeg: is hij een zoon van Joop Woortman en Semmy Glasoog, die in WO2 betrokken waren bij het wegsmokkelen van kinderen uit de -toen- Joodse crèche? Wie weet het?)
Ans zegt
Nee,hij was een zoon van : Rudolphus Henderikus Woortman en Sophia Winters