1. Het is geen dromer, Ongehoorzame Piet, in Piet met de speen, Lize met de speen uit 1905, maar hij valt net als Hans Kijk-in-de-lucht wel in het water (van een beekje), waar hij uit wordt gevist en vervolgens uitgelachen wordt:
Daar gaat nu Pietje druipend heen,
Tot groot vermaak van iedereen.
En dan krijgt hij thuis ook nog een pak slaag met de stok voor zijn broek. Opdat de educatieve boodschap goed doorkome: wie stout wil zijn moet pijn lijden.
Wat wacht hem thuis?
Nu, zie ’t maar aan:
Zoo zal ’t steeds
stouten jongens gaan.Eind goed, net goed.
2. Wel iemand die niet uit zijn doppen kijkt is Ferdinand de Droomer, uit In het land der wijsneuzen van Marie Hildebrandt uit 1907, die in 42 lange moeizame vervelende loodzware onleuke vingerpokende regels op straat voortdurend hachelijkerwijs niet uitkijkt:
Vooruit weer gaat de suffe knaap,
Nog steeds – ’t is schande – half in slaap
[…]
Daar hij niets ter wereld ziet,
Bemerkt ook dezen put hij niet.
[…]
Hij werd gelukkig nog gered,
Maar in zijn schoolschrift werd gezet:
“De menschen hooren ’s nachts te slapen,
Wie anders doen zijn domme schapen!”
Amen. Daar hebben de kindertjens wat aan. ‘Hij werd gelukkig nog gered.’ Nou, mooi toch?
Dit stuk verscheen eerder op VandaagsVertaalProbleem
Een doorlopend bijgewerkt cumulatief register op alle VandaagsVertaalProblemen staat in blog 241, hier.
Laat een reactie achter