Ik schrijf dit blog inmiddels ruim 12 jaar, en heb, als er ondertussen niet iets veranderd in het beleid, inmiddels minder dan 12 jaar te gaan tot mijn pensioen. Tijd voor bezinning en goede voornemens. Ik ben altijd bang dat de sleet er een beetje inkomt. Naarmate een witte man ouder wordt, wordt hij óf braver óf bozer over de jeugd van tegenwoordig en in beide vooruitzichten heb ik geen zin.
Als je zo lang iets dagelijks doet, komt er een routine in: ik kan bijna slapend een stukje voor Neerlandistiek schrijven, bijvoorbeeld door de wetenschappelijke tijdschriften door te nemen en te schrijven over iets wat me opvalt. Waar wat voor zin heeft het stukjes te schrijven die ik slapend kan schrijven? Vooral als ChatGPT dat over een paar jaar ook kan? Ik neem aan dat ik inmiddels genoeg stukjes geschreven heb om een Large Language Model op te kunnen trainen: vat zelf de taalkundige literatuur samen met her en der een typefout of een onbegrijpelijke grap!
Brief
Het enige dat de menselijke schrijver nog kan redden, in deze tijd, is diens menselijkheid. De enige reden om binnenkort nog een mens te willen lezen, is dat het een mens is. Die functie zal ook niet verloren gaan, hoeveel beter de chatbots zelf ook zullen worden in het laten horen in het menselijk geluid. Het schaken is denk ik een goed voorbeeld: computers kunnen veel en veel beter schaken dan mensen, en toch vinden tientallen miljoenen mensen het leuk om online te schaken tegen andere mensen. Dat biedt maar een minimaal menselijk contact – maar het biedt tenminste menselijk contact.
Geschreven kan het natuurlijk beter. In een tekst kun je meer van jezelf laten zien dan in een schaakpartij. Ik denk dat ik dat meer moet gebruiken. Mijn ideale vorm van wetenschapscommunicatie is sowieso die van de brief. Maar in een brief vertel je ook af en toe wat over jezelf.
Zoiets geldt ook voor de illustraties: die kunnen misschien wel wat vaker met de hand. Precies met de hand gemaakte tekeningen kunnen chatbots in ieder geval vooralsnog nauwelijks maken. Het ziet er al snel professioneel uit, om niet te zeggen: industrieel. Om niet te zeggen: saai.
Vullen
De enige reeks waarover mensen me regelmatig aanspreken was die over mijn dochter, die ik online Nene noem. Dat laat het ook zien: dat vinden mensen leuk. Nu wordt het naarmate Nene ouder wordt – ze zit hier naast me op de oudjaarsbank het kerstnummer van Donald Duck te lezen – lastiger om over haar wederwaardigheden te schrijven, omdat ze inmiddels haar eigen verhaal te vertellen heeft.
Maar dat staat niet in de weg dat ik denk dat het beter is meer van mezelf te laten zien. Ik denk dat dit voor iedere menselijke schrijver van ‘nonfictie’ beter is, het is de niche die we het langst kunnen vullen: hoe is het om x te zijn? Niet dat ik denk dat mensen nu mateloos geboeid worden door de vraag hoe het is om een hoogleraar Nederlands en Academische Communicatie in Nijmegen te zijn die al ver in de tweede helft van zijn loopbaan verkeert – maar je weet maar nooit.
Melden
Wat ik ook meer wil doen: video’s maken. Tot een jaar of vijf geleden maakte ik bijna iedere week een zondagochtendminicollege. Sommige ervan worden nog steeds regelmatig bekeken. De komst van Nene en daarna een lange lockdowns met Nene hebben het wat lastiger gemaakt om die dingen te maken – iets maken lukte alleen in de stille uren, als ik niet tegen mijn telefoon kon praten. Maar inmiddels zijn er wel wat vrije uren waarin ik ook best kan praten. En er zijn genoeg onderwerpen om juist mondeling commentaar op te geven. Het lijkt me bijvoorbeeld interessant om te praten over nieuwe taalboeken op deze manier, of commentaar te geven op de media.
Het enige nadeel: er zijn lezers die graag Neerlandistiek lezen, maar liever niet mij. Die vinden dat ik nu al te veel van mijn persoonlijkheid laat zien. Ik denk dat dit een rechtstreeks gevolg is van niet-neutraal zijn. Ik zou natuurlijk ook het liefst een wervelende persoon zijn waar iedereen gefascineerd naar kijkt en luistert, maar ik moet het doen met wat ik te bieden heb.
Gelukkig nieuwjaar!
Jelle van der Meulen zegt
Die eerste zin heb ik drie keer gelezen voordat ik op het idee kwam om eerst maar eens door te lezen.
Robert Kruzdlo zegt
Flauw Jelle, wie heeft er niet na middernacht de nieuwjaarsknallers, -ballen, -diogenesdroom bij de eerste zin te pakken¿
Marc, je schrijft dit blog inmiddels ruim 12 jaar en als er niet iets veranderd in voor- en tegenspoed heb je minder dan 12 jaar, tot je pensioen, nog te gaan. Vermoeidheid spreekt uit aller monden.
Erik Harteveld zegt
Marc groet ’s morgens de dingen. Ik lees Neerlandistiek graag juist vanwege jouw bijdrages!
Frank Beijen zegt
Heel veel dank voor je verhalen, Marc!
Ronald V. zegt
Jezelf soms een schopje tegen je achterwerk geven is nooit fout.
Persoonlijk hou ik niet van stand up comedians, niet van podcasts en niet van filmpjes met gesproken tekst. Ik lees liever teksten, het liefst met kop en staart en een goed gestructureerd middendeel. En ik denk dat er vandaag de dag, ook op deze nieuwjaarsdag, teveel praatjes worden afgestoken. Ik hou van enige soberheid.
Even een terzijde. Het zijn juist complotgelovigen en dergelijken die ons overspoelen met gesproken praatjes. Dominees die bijna in trance oreren tegen een verondersteld goedgelovig publiek.
Maar men is vrij te doen wat men wil, zolang men mij maar niet al te veel voor de voeten loopt. Dus maak gerust filmpjes met gesproken tekst. Maar ik hoop wel dat u toch daarnaast doorgaat met het schrijven van bezonnen besprekingen en afgewogen overwegingen.
Er is een leescrisis in Nederland. Wel, moge de neerlandistiek afdeling didactiek uitgebreid hierover op deze site berichten en behoedzaam remedies aandragen en deze wikken en wegen.
Maar ondanks alle beste wensen, vrome wensen, goed wordt het toch nooit. We leven niet in de best mogelijke wereld. Integendeel. Enige cynische somberheid is op zijn plaats. Er zijn geen ideale leerlingen, geen ideale docenten en geen ideale didactiek. Wellicht dient een beetje zinnige didactiek ook een lijst op te stellen van incorrecte didactische protocollen, die men dus niet dient te gebruiken. Met een beetje negativisme is niets mis.
En dan die lelijke plaatjes Ze doen zeer aan mijn ogen. Lijken wel afbeeldingen uit de Wachttoren, het verplichte lijfblad van de leden van de jehovahgetuigerij. Wat mij wel mooi lijkt, is een expositie in het Singer Museum te Laren over de schilderwerken waarover Paul van Ostaijen schreef. Een soort dubbelexpositie over Van Ostaijen en de door hem schriftelijk besproken schilderwerken. Onlangs was u in het Singer. Maar vast niet om met de directie te praten over een mogelijke expositie. Maar misschien kunt u via een filmpje met een praatje eens dit ideetje van mij lanceren bij de directie van het Singer. Zij heeft veel kennis over de kunst uit de tijd van Ostaijen. En de neerlandistiek heeft veel kennis van Van Ostaijen.
Paul te Stroete zegt
Ook een gelukkig nieuwjaar, Marc. En tliefst lees ik informatie. Video, audio, sentio en ruikio: alles meer dan prachtig, maar ik wil het geschreven: letters, woorden, zinnen enz!
Antoon Berentsen zegt
De duchtig schrijvende en sprekende hoogleraar een driewerf hoera en dank! Ook ik lees graag. Dat visuele van het schrift dat ik eenvoudig bewaar in en naar voren tover uit de onmetelijke ruimte van al mijn mediadragers.
Maar zeker, Marc van Oostendorp heeft voor iedere smaak iets raaks. Mooi toch?!
Marcel Meijer Hof zegt
De kade staat vol stuurlui, van alle gezindte. En soms zijn zij iets minder lui en roepen, luide …
Nog juist eergisteren bedacht ik mij hoezeer een vaak sprankelende, en immer erudiete geest een weldaad is wanneer hij vrank en vrij spreekt of schrijft in het openbaar debat en waarbij gedoceerd èn gedoseerd, humor noch zelfspot worden geschuwd.
Een authentiek, uniek geluid. Luistert !
O ja: ,,Jeder Mensch ist Kunstler”, zei Joseph Beuys, eveneens een aangenaam verfrissende professor.