Onlangs kopte De Telegraaf dat het Erfgoedcentrum Achterhoek en Liemers het educatiepakket ‘Plat veur Potwottels’ lanceert (17 januari 2024). Dit pakket laat kinderen tussen de 2 en 5 jaar kennismaken met het Achterhoekse dialect en leert ze spöllenderwies ’n betjen plat praoten. De titel van het Telegraaf artikel is vrij suggestief: Kinderen die dialect leren blinken uit in Cito toets. Naar aanleiding van het bericht werd aan twee van ons door EenVandaag gevraagd of er sprake was van een feit of van fictie. Wat is het geval?
In een recente aflevering van Het Klokhuis kwam het al aan de orde: regionale talen zoals het Nedersaksisch, waar het Achterhoeks onder valt, staan onder druk. In de jongere generaties zijn er steeds minder sprekers van het Nedersaksisch. Ook het aantal sprekers van het Fries en het Limburgs neemt af, zij het in mindere mate. Dit baart zorgen omdat regionale talen belangrijk zijn voor de sociale en culturele identiteiten van lokale gemeenschappen. Opgroeien met een regionale taal kan een bron van plezier zijn en sociale relaties en netwerken versterken. Daarnaast zijn regionale talen cultureel erfgoed. Om deze redenen is het bemoedigend dat de overheid recent besloten heeft om structureel te investeren in het Fries op de universiteit.
Toch ontmoedigen opvang en onderwijs het gebruik van de regionale taal door een strikt eentalig Nederlandse norm te hanteren. Met veel tweetalige kinderopvang en drietalige scholen is Friesland weliswaar een uitzondering, maar ook daar valt nog veel te verbeteren. Vaak gaat achter deze keuze de overtuiging schuil dat kinderen die opgroeien met een regionale taal het lastig vinden om goed Nederlands te leren. De resultaten van ons onderzoek vertellen echter een heel ander verhaal. Wij vonden dat kinderen in Friesland en Limburg die opgroeien met het Fries of het Limburgs minstens zoveel woorden in het Nederlands kennen als kinderen die thuis alleen Nederlands horen. Ook scoorden kinderen in groep 4 die thuis Limburgs spreken, significant beter op CITO spelling en begrijpend lezen dan kinderen die thuis geen Limburgs maar uitsluitend Nederlands spreken.
De resultaten van ons onderzoek suggereren dat kinderen hun kennis en ervaring in de regionale taal kunnen gebruiken voor het Nederlands. Dat ligt voor de hand omdat de regionale talen en het Nederlands veel op elkaar lijken. Dit sluit aan bij internationaal onderzoek dat laat zien dat kinderen bij het leren van een nieuwe taal profiteren van gelijkenissen met hun moedertaal. Zo bestaan er klankregels tussen regionale talen en het Nederlands en het ontdekken hiervan kan kinderen doen beseffen dat woorden opgebouwd zijn uit klanken. Denk bij deze klankregels aan de ij die in het Limburgs overwegend een ie is (pijn-pien). Dit besef van klanken helpt kinderen om de koppeling tussen klank en letter te maken en die koppeling is weer een basis voor het leren lezen.
Tegelijk willen we waken voor overspannen verwachtingen zoals in de titel van het Telegraaf artikel, want uitblinken in het Nederlands doen de leerlingen die opgroeien met het Limburgs niet. Het verschil met de uitsluitend Nederlandstalige kinderen is klein. Ook is het voordeel niet duurzaam, want het is niet meer aanwezig in groep 8. Daarom blijft nuancering in de media in berichtgeving over meertaligheid noodzakelijk. Wat echter wel keer op keer wel bevestigd wordt, is dat kinderen die thuis een regionale taal spreken zeker geen problemen of achterstanden in hun Nederlands laten zien.
Wij hopen dat deze resultaten hun weg vinden naar de maatschappij, onjuiste aannames over regionale talen ontkrachten en onnodige zorgen wegnemen. Dit kan ouders motiveren om de regionale taal thuis te blijven gebruiken en onderwijsprofessionals om regionale talen in hun klas een plek te geven.
Elma Blom, hoogleraar Taalontwikkeling en Meertaligheid, Universiteit Utrecht
Evelyn Bosma, universitair docent Tweedetaalverwerving, Universiteit Leiden
Leonie Cornips, hoogleraar Taalcultuur in Limburg, Universiteit Maastricht, onderzoeker NL-Lab/Meertens Instituut.
Dit opiniestuk verscheen op 27-2-2024 in Trouw
Op 21 februari was het de Internationale Moedertaaldag. Dit jaar is het thema:‘Multilingual education is a pillar of intergenerational learning’. UNESCO heeft deze dag in 2000 ingesteld omdat de talige diversiteit afneemt en meer en meer talen verdwijnen. Dat geldt ook voor regionale talen.
Laat een reactie achter