• Jan Pieter Heije was de moralistische en vaderlandslievende tekstdichter van klassiekers als ‘Er zaten zeven kikkertjes al in een boerensloot’, ‘Een karretje op de zandweg reed’, ‘De Zilvervloot’ en ‘Zie, de maan schijnt door de bomen’.
De kroeg
Al in de Plantagîe daar is er een kroeg
Wel onder de groene boomen,
Daar drinken ze laat en daar drinken ze vroeg,
Daar drinken ze nooit haast jenever genoeg; —
Mijn Lief zeît: ik mag er niet komen.
Ik ben er te voren zoo dikwijls gegaan
Bij zonneschijn en bij regen;
Ik dronk er bij zitten, ik dronk er bij staan,
Ik kwam er wel somtijds wat buisjes van daan…
Mijn Lief zeît: ze kan er niet tegen.
Ze heeft mij een’ zoen van haar mondje verzeît
(Haar wangetjes raakten aan ’t kleuren)
“Maar — mits je me niet in dat kroegje weêr leît!”
“Waarachtig, je kunt er op ân, lieve meid!
Nu zal het mij nóóit weêr gebeuren.”
Jan Pieter Heije (1809-1876)
uit: Al de volksdichten (1865)
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere werkdag een gedicht in hun mailbox
Laat een reactie achter