• ‘Riviergras’ staat in Hoe doorwaadbaar dagen zijn, de debuutbundel van Christophe Batens.
Riviergras
I
In bergrivieren en kamerplanten
kom ik je vertakkingen tegen.
Ze woekeren om het hoogst.
Willen we ze in water dompelen,
nagaan of ze levensvatbaar zijn?
Willen we ze opvissen, tegen het licht aanhouden,
spiegels van hun hardheid ontdoen?
Het is een strategie. Er zijn er zoveel.
Tijdens het avondnieuws waan je je kreupel
tot ik je vertel hoe doorwaadbaar dagen zijn.
II
Vannacht is mijn hoofd een woud
waarin vogels verloren vliegen.
Mijn ribben heb ik tot kooi vervlochten.
Mijn longen krimpen.
Ik sprokkel hout, gooi het in de kuil
van je natte strottenhoofd.
Je drinkt het sap, schraapt onwennig.
Ik sluit je in, laat je los.
Je keert je huid binnenstebuiten en dept plassen
met de lach van de brandende zon.
III
Ik strek me als een kraan, haal zuurstof
uit de holte van een droom.
Een vrouw vraagt: welke stroom?
Ik antwoord: hij die naar de zee rent.
Ik zeg: hij die naar de zee stroomt.
Ik zing: hij die in de zee oplost.
We duiken samen in een zwerm van krill.
Duizend sterren lichten op als zilverlingen in de nacht,
als schiepen zij de zee.
Christophe Batens (1970)
uit: Hoe doorwaadbaar dagen zijn
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere werkdag een gedicht in hun mailbox
Laat een reactie achter