Bij de herdenking van oud-premier Dries van Agt in de Tweede Kamer riep minister-president Mark Rutte een romantisch beeld op over de liefde van Van Agt voor zijn echtgenote Eugenie: ‘Tot in de dood kozen zij voor samen, hand in hand. Het deed mij even denken aan die beroemde dichtregels uit Vondels Gijsbrecht: “‘Waar werd oprechter trouw dan tussen man en vrouw ter wereld ooit gevonden?”’
Ruttes verwijzing naar Vondel is zeker niet vergezocht. Volgens het koor in Gijsbrecht van Amstel is geen band namelijk zo sterk als die van een paar ‘door hand aan hand verknocht’. Vondel belicht de huwelijkse liefde en trouw vanuit het perspectief van Badeloch, de echtgenote van Gijsbrecht die weigert hem te verlaten in het belegerde Amsterdam. Ze heeft hem immers beloofd ‘trouw te blijven tot de dood’. Hoewel Badeloch zich na herhaald protest laat overhalen om zonder Gijsbrecht te vertrekken uit Amsterdam, zullen de echtelieden – na een interventie door de engel Rafael – toch gezamenlijk de stad verlaten.
Evengoed is het opmerkelijk wat Rutte doet. Ten eerste relateert hij Vondels toneelstuk aan de literaire traditie van de liefdesdood. Dit is een verzameling teksten – van oudheid tot heden – waarin het gezamenlijk sterven centraal staat van twee gelieven die elkaars raison d’être zijn. Ten tweede legt hij een verband tussen deze traditie en duo-euthanasie. In dat laatste staat Rutte niet alleen. Zo verwoordde ethicus Theo Boer zijn bedenkingen over deze vorm van euthanasie in 2020 als volgt: ‘Voor de trend van “als jij gaat, ga ik ook”, zoals het verhaal van Romeo en Julia, moeten we op onze hoede zijn.’ Het idee van twee geliefden van wie het leven zij aan zij eindigt, is diep geworteld in ons culturele geheugen, waardoor velen het verlangen elkaar niet te overleven kunnen invoelen.
Een verhaal dat goed laat zien hoe romantische liefde als raison d’être kan fungeren, is Belcampo’s De surprise (1968). De jongeman Eugène ervaart zijn leven als betekenisloos en benadert de vennootschap Steun bij Zelfmoord (S.B.Z.) om zijn leven te beëindigen. Bij het uitzoeken van een doodskist ontmoet hij echter een gelijkgestemde vrouw, die ook de hulp van S.B.Z. heeft gezocht. De twee worden dolverliefd en willen maar al te graag onder hun contractuele verplichting met de firma uit. ‘Ik kan mijzelf helemaal niet meer voorstellen zonder jou. Het is mij net of ik nu pas ben’, aldus Eugène. S.B.Z. houdt de twee echter aan het contract en blaast het huis op van de jongeman, waar hij op dat moment met zijn geliefde verblijft.
Belcampo’s verhaal is een variatie op het klassieke motief van de liefdesdood, waarin de koppels bewust kiezen voor de dood en tegen een leven zonder de geliefde ander. Hedendaagse literatuur combineert dit klassieke motief met duo-euthanasie. In de roman Georges & Rita (2020), van de Vlaamse auteur en actrice Leen Dendievel, willen de dementerende Rita en haar kerngezonde man samen sterven. Ze zijn al bijna een halve eeuw bij elkaar. Aan hun huisarts schrijft Georges: ‘Ik kan niet leven zonder mijn vrouw. Ze is mijn alles. Als zij er niet meer is, zal ik sowieso sterven.’ De dokter instrueert Georges dat hij tegen de onafhankelijke artsen die de euthanasiewens komen onderzoeken, moet zeggen dat hij ondraaglijk lijdt aan ‘anticipatorische rouw’. Behalve een gemedicaliseerde interpretatie van rouw biedt Georges & Rita een romantisch beeld van duo-euthanasie, dat het verlies van de partner als niet te verdragen voorstelt.
Ook in de media is dit romantische beeld terug te zien. Zo vertelt de in 2022 uitgezonden documentaire Voorgoed samen het verhaal van twee vrouwen die al een halve eeuw samen waren. Monique (74) leed aan dementie, terwijl Loes (88) een spierziekte had. Ze wilden samen sterven en deden, nadat hun huisarts hen verwees naar het Expertisecentrum Euthanasie, allebei een succesvol euthanasieverzoek. In de documentaire zegt Loes: ‘Zonder Monique heb ik het gevoel dat ik niets ben. Ik ben volkomen afhankelijk – gevoelsmatig vooral ook, niet alleen lichamelijk. […] Zij is gewoon mijn leven.’
De documentaire beperkt zich echter niet tot het romantische beeld van de liefdesdood. Zo brengt de huisarts in een interview met de documentairemaker de morele ambivalentie van de situatie onder de aandacht door zich af te vragen of Loes’ afhankelijkheid van Monique wel een reden is voor euthanasie. Ze worstelt met de verwevenheid van de euthanasieverzoeken van de twee vrouwen. Ook vraagt ze zich af of de wens om het verwachte lijden te voorkomen, opweegt tegen de mogelijkheid dat het leven na het overlijden van de partner wel degelijk een redelijke kwaliteit kan hebben.
Door maatschappelijke ontwikkelingen zal de wens van oudere stellen om gezamenlijk te sterven waarschijnlijk toenemen. In de twintigste eeuw is het literaire ideaal van de romantische liefde, waarin de partners onafscheidelijk zijn, een sociale realiteit geworden. Oudere getrouwde stellen hebben tegenwoordig dikwijls tientallen jaren samen doorgebracht vanuit een diepe gevoelsband en in wederzijdse steun. De dreiging of ervaring van het verlies van de geliefde ander bedreigt daarom ook de eigen identiteit. Om die reden is het van belang om een maatschappelijk debat te voeren over de omgang met verzoeken om duo-euthanasie.
Voor literatuurwetenschappers is daarbij naar onze mening een dubbele taak weggelegd. Ze moeten, ten eerste, wijzen op de ambivalenties in representaties van de liefdesdood in verhalen over duo-euthanasie. Ten tweede moeten ze een kritische houding aannemen ten opzichte van interpretaties die een geïdealiseerd romantisch beeld van de liefdesdood in stand houden. Wanneer Rutte de verbondenheid tussen de gelieven in Gijsbrecht aanhaalt, belicht hij louter het perspectief van Badeloch, die meent: ‘mijn man is m’n hart zelf, ‘k heb zonder hem geen leven.’ Onbelicht blijven alle momenten waarop Gijsbrecht – die weet dat de situatie in Amsterdam behoorlijk hopeloos is – zijn vrouw maant om zonder hem te vertrekken, met het argument dat het ook trouw is ‘wanneer men scheidt uit nood.’ Het is een visie op huwelijkse liefde en trouw waarin het mogelijke verlies van de geliefde geaccepteerd dient te worden.
Rutte negeert deze visie en kiest ervoor naar Gijsbrecht van Amstel te verwijzen op een manier die de duo-euthanasie van Dries en Eugenie van Agt romantiseert. Jammer genoeg gaat dat ten koste van de aandacht die we bij tot de publieke verbeelding sprekende verhalen zouden kunnen hebben voor de nuances en ambivalenties van de liefdesdood.
Wouter Schrover (Open Universiteit, Heerlen) en Marc Keller (Universiteit van Sankt Gallen)
Laat een reactie achter