Een elektronisch tijdschrift maken is praten tegen de duisternis. Wij, van de redactie van Neerlandistiek, zetten meermalen per dagen berichten online, maar we hebben maar nauwelijks een idee van bij wie of hoe het aankomt.
Daar willen we vandaag verandering in aanbrengen. We vragen daarom aan jullie, de lezers van deze regels om de onderstaande korte vragenlijst in te vullen. Beantwoording is anoniem en we krijgen er natuurlijk slechts een heel algemeen beeld mee. Maar een algemeen beeld is beter dan geen beeld.
We willen de uitkomsten ook gebruiken om de toekomst van dit tijdschrift verder te bepalen. We draaien nu hoofdzakelijk op vrijwilligerswerk en hoeveel liefde we Neerlandistiek ook toedragen – het is heel belangrijk als er wat meer geprofessionaliseerd kan worden. Eigenlijk is dat nog wat voorzichtig gezegd: het is onduidelijk of de huidige situatie wel houdbaar is. Er moet snel iets gebeuren.
We onderzoeken nu wat we kunnen doen om Neerlandistiek draaiende te houden. Met een enquête als deze kunnen we ook mogelijke sponsoren of subsidiënten wat meer inzicht geven in wat voor lezers we hebben. Bovendien proberen we uit te vinden op welke manier we zouden kunnen steunen op vrijwillige donaties. Aan zaken als abonnementen willen we niet denken, de bedoeling van Neerlandistiek is dat alle informatie voor alle geïnteresseerden gratis beschikbaar kan blijven. De vraag is dan nu hoe we dat kunnen bereiken.
We laten de vragenlijst open staan tot en met 3 april 2024. Alvast bedankt voor het invullen.
Heb al gereageerd echter ter aanvulling nog dit, zorg dus voor een actievere interactie met je lezers.
Het voelt nu voor mij met mijn antwoorden alsof ik tegen een dove mans oor praat, niet aangenaam, ongenaam.
Nooit contact of reactie teruggeven geen idee wat zich achter de muur, facade afspeelt.
Doet de lezer er niet toe voor jullie, zo lijkt?
Nu, ik kijk uit naar aanpassing hierin en verwacht een persoonlijk antwoorden terug, feedback.
Ik verzend her maar weer, hopelijk komt er eens iets aan.
Veel succes met de aanpassing.
Vriendelijke groet,
Eveline van der Smit
PS
Mijn naam.wel eens gezien dan ???
Mevrouw van der Smit,
Laat ik U vanaf de zijlijn een reactie geven.
Dovemansoor is één woord :-] Het wordt meestal in het meervoud toegepast (meen ik).
Laat U niet van de wijs brengen door de gemene deler van een spellingscorrectie.
Uw ervaring kan ik niet geheel delen. Soms krijg ik wel een reactie, of heb ik een korte mailwisseling. Zet U wel de juiste schuifjes aan onder Uw bijdrage ?
Tout à vous,
een lezer
Geachte mw. Smit, u hebt 16 keer gereageerd onder een bijdrage in Neerlandistiek. 6 keer bleef een reactie onbeantwoord, maar dat waren doorgaans geen rechtstreekse vragen. De redactie zelf mengt zich meestal niet in discussie, maar streeft vooral een platformfunctie na, waarin neerlandici, of degenen die daarin geïnteresseerd zijn, met elkaar de discussie kunnen aangaan.
Zelfde ervaring maar dat hangt natuurlijk ook af van de passiviteit/activiteit van het lezerspubliek zelf af! (kijken of hier een reactie op komt.)
Ik heb dezelfde ervaring als de twee lezers hier boven mij. Dat is ook de reden, dat ik de laatste jaren
zelden een reactie achterliet.
Misschien deze enquete een verandering in beweging zet,
Met vriendelijke groeten,
misschien kunt mij helpen om bij uw vragenlijst te geraken. in uw w-mailbericht vond ik geen enkele aanwijzing.
Prima. Vooral doorgaan. Is hier echt geen subsidie voor te krijgen? Het lijkt me dat aandacht voor de Nederlandse taal en literatuur nu meer dan ooit nodig is.
Ter overweging een aanvulling op de formulering van de derde vraag: Bent of was u werkzaam in de neerlandistiek?
Ik krijg dagelijks jullie mails. Interessant en soms ook meer algemeen, waardoor ik een schifting aanbreng. Ik kan ook Fries lezen! Als binnenkort mijn Moensiana uitkomt, wil ik die graag op jullie site plaatsen.
Ik herken wel iets in het bericht van Eveline, hierboven. Ik heb de enquête zelfs tot nu toe niet ingevuld vanwege twijfel of het wel zin zal hebben. Ik zou in het vrije veld hebben opgeschreven dat het soms lijkt alsof jullie (redactie N.) er vooral voor (elkaar en) andere professionele neerlandistiek-beoefenaars zijn; ik merk ook dat er tussen professionelen onderling duidelijk meer interactie is dan met buitenstaanders (wat misschien voor de hand ligt als je elkaar ook in persoon kent, maar wel een gevaar is dat loert). En ik zou,ook in waarschuwende zin, hebben gesteld: je kunt een website zijn specifiek voor professioneel in de neerlandistiek betrokken personen, of een website die via geïnteresseerde leken/buitenstaanders een brug wil slaan en onderhouden tussen de professionele neerlandistiek en de goegemeente. Kiezend voor het eerste lijkt het me slimmer om er een besloten website van te maken. Bij de keuze voor het tweede is een grotere interactiviteit zoals waar Eveline om vraagt nodig. Kies je niet tussen beide, dan houd je de onduidelijkheid en (al dan niet daaruit voortkomende) frustratie in stand – ik proef die in de reacties hierboven en ook lichtjes in eigen mond.
Ik zou dit hebben opgeschreven, maar nu staat het hier al. Nu wordt het me iets makkelijker om de enquête toch in te vullen. Gewoon via het bericht op de website, meld ik richting Hans Beukers.
De reactie streeft vooral een platformfunctie na voor het tijdschrift. De discussie naar aanleiding van de geplaatste bijdragen wordt overgelaten aan de gemeenschap van neerlandici en de in neerlandistiek geïnteresseerden. Reacties worden wel gemodereerd (reclame, ongepast en off topic wordt verwijderd), maar de redactie mist de capaciteit om actief alle reacties te beantwoorden. Dat hangt ook samen met het feit dat alles vrijwilligerswerk is, ooit uit idealisme aangevat en gezien de lezersaantallen wel in een behoefte voorziend.
Bedankt voor de reactie. Met de geleverde commentaren moet niet de indruk ontstaan dat er geen waardering is voor reacties die wél gegeven worden en vooral voor het onbezoldigde werk waarmee de website überhaupt in stand wordt gehouden. Nu is het weer eens met zoveel woorden opgeschreven, ik hoop dat dat verzoetend en stimulerend werkt.
Wel blijven de reacties in stand, in elk geval wel de mijne, en die zijn ook, of vooral, in opbouwende zin bedoeld. In elk geval de mijne. Het gaat verder niet alleen over reacties van de redactie, maar ook van de auteurs. Sommige starten (met hun artikel) een discussie, waaruit ze zich dan onmiddellijk weer terugtrekken. Wat alleen al onduidelijk laat of ze reacties op hun artikel lezen en erin geïnteresseerd zijn. Het zal in gevallen verschoonbaar zijn, maar is wel jammer.
Er is iets geks met de reacties. Ook wij zouden liefst een bloeiende reactiecultuur zien ontstaan. Vorig jaar hebben we enkele maanden een speciale ‘forum’-pagina in stand gehouden, waarop vrijelijk kon worden gediscussieerd, maar die hebben we weer gesloten omdat er geen gebruik van werd gemaakt. Op de sociale media waarop we stukken aankondigen ontstaat soms wel discussie. Het komt, denk ik, doordat je je bij ons moet aanmelden (op sociale media ben je meestal al aangemeld) en die drempel is vermoedelijk te groot. Hem helemaal weghalen betekent anderzijds weer dat we veel meer tijd moeten spenderen aan het wieden van onzinnige reacties, spam, en haat en nijd (we hebben het in het verleden wel meegemaakt dat het telefoonnummer van een ’tegenstander’ werd gepubliceerd).
Het is lastig te bedenken hoe het dan wel moet. Overigens hebben veel andere kranten en tijdschriften op internet tegenwoordig, vermoedelijk vanwege deze zelfde problemen, helemaal geen reactiemogelijkheid meer.