1. Misschien wel juist in de meest afschuwelijke berichten leiden bijzonderheden in het taalgebruik mijn aandacht helemaal van de inhoud af; bieden dankbaar door mijn onderbewustzijn ingeslagen vluchtwegen uit de ellende. Zoals een bepaling in volgende formulering in een bericht in de digitale Gelderlander:
In een fractie van een paar seconden staat zijn leven op zijn kop. Maar vooral dat van de nabestaanden van de mensen die hij net heeft aangereden.
Doodgereden.
Die zelfcorrectie na een alinea-einde, en in de vorm van een enkel woord na een combinatie van een relatief lange, volledige zin en een relatief lange, onvolledige zin lijkt me een heel treffende dosering van de informatie. Het leed is de syntaxis voorbij en grijpt je zo bij de lurven.
Maar de bepaling in de volledige zin die mijn aandacht de semantische ruimte in slingerde, is: ‘in een fractie van een paar seconden’.
Waarom zou je dat zo zeggen in plaats van bijvoorbeeld: ‘in een seconde’? Een ‘seconde’ is immers een fractie van ‘een paar seconden’? Of betoon ik me nu een echte alpha? En dan laat ik nog in het midden of ‘een paar’ ‘twee’ betekent dan wel ‘enkele’ of ‘weinig’. Hoe dan ook kan je dan gaan piekeren over wèlke seconde het hier betreft, de eerste of de tweede, of, in geval van ‘enkele’ of ‘weinig’, ook nog de derde of de vierde? Veel meer kunnen het er toch niet geweest zijn, want het gebeurde kennelijk heel erg snel. Het meest voor de hand en op het toetsenbord liggende alternatief lijkt me het cliché ‘in een fractie van een seconde’ of ‘in een oogwenk’, ‘in een ogenblik’, of ‘op slag’, hoewel dat laatste misschien weer al te plastisch is bij de kop-staartbotsing waar het in het bericht over gaat.
Stijl is een kwestie van kiezen en doseren: welke woorden, hoeveel, en waar ten opzichte van elkaar.
2. In het debuut van Andreas Burnier, Een tevreden lach (Querido, Amsterdam, 1965, p. 19) las ik ook iets waardoor ik afdwaalde, maar dan zonder dat ik meteen kon vermoeden waardoor die détour aangezwengeld werd.
Later werd er ook een film hier opgenomen: L’esclave, met Daniel Gelin als verslaafde aan verdovende middelen in de hoofdrol.
De inmiddels breed geaccepteerde formule ‘tot slaaf gemaakte’, een begrijpelijk gemaakte en terechte correctie op de ouderwetse aanduiding ‘slaaf’, leidt mij nog altijd enigszins af van de inhoud van een bericht waarin dat woord voorkomt. Burniers expliciete formulering ‘verslaafde aan verdovende middelen’ zette me aan het denken, want tegenwoordig heet zo iemand, geloof ik, kort door de bocht ‘verslaafde’.
Als je dat lapidaire, koloniale ‘slaaf’ wilt vervangen door iets beters, een aanduiding die de realiteit van het concept erachter beter, eerlijker, zuiverder beschrijft, zou je, in een ouderwetse opvatting van woordvorming of etymologie zoals de mijne, mensen die tot slaaf gemaakt zijn, kortheidshalve kunnen aanduiden als ‘verslaafden’. Omdat stijl en morfologie ook te maken hebben met aan analogieën, voeg ik eraan toe: zoals er ook verworpenen der aarde zijn, en veronachtzaamden, vergetenen, verlorenen, allemaal mensen met wie iets gebeurd is, mensen die iets aangedaan is waardoor hun zijn veranderd is. Verschoppelingen heten echter doorgaans weer niet ‘verschopten’. Had ook gekund, toch. Maar een drenkeling is echt iets anders dan een verdronkene. De systematiek van taal is nooit volledig, lijkt het.
Van ‘gebruikers’ (van verdovende middelen) die in hun gebruik gevangen zijn, zou je, om het onderscheid duidelijk te houden, kunnen zeggen dat zij zich verslaafd hebben, hoewel ik vrees dat velen, tabaksverslaafden voorop, in de waan leven dat ze zelf geen enkele rol spelen in hun verslaving maar dat het de ‘middelen’ zijn die hen in hun macht genomen hebben.
Op de website Slavernijenjij lees ik dat de nieuwe terminologie uit het Engels is overgenomen, en: ‘Omdat het Nederlands geen equivalent heeft voor het woord ‘‘enslaved’’, wordt het hier dus letterlijk vertaald.’ Ik denk dat dat equivalent er wel was, maar dat het al in gebruik was geraakt voor een heel andere referent. Het zou daardoor leiden tot ongewenste associaties en connotaties. In het Engels hebben ze opmerkelijk genoeg een apart woord voor een drugsverslaafde: addict. Was voor ons ook wel handig geweest.
Stijl is een kwestie van kiezen, maar je moet er van de taal wel de ruimte voor krijgen.
Ieder weldenkend mens had hier vast al eerder over nagedacht. Bij mij duurde het wat langer.
En hoewel ik pas net begonnen ben, denk ik, maar dit ter zijde, dat ik Een tevreden lach nu al kan aanraden: heel scherp gedacht, heel sterk geschreven, zeker niet langs lijnen van geleidelijkheid, eigenzinnig buiten de perken tredend van de literaire genres.
Laat een reactie achter