De bosheks
De bosheks de schrik van dit woud
Hurkt ’s nachts met ogen vol goud,
Gebogen, bedrogen en oud,
Bij dor loof, dorre stenen, dor hout,
Zoekt haar last met slepend misbaar
Onder dwepende maan bij elkaar,
Toont als een belachelijk gevaar
Haviksneus, knoestenstok, heksenhaar.
Verderfelijk omdat zij veracht?
Onsterfelijk omdat zij verwacht?
Lachwekkend, schrikwekkend als geen?
Maar wie weegt ons, wie meet onze kracht,
Wie weet of niet hout en steen
Goud wordt in de grote nacht?
Alfred Kossmann (1922-1998)
uit: De bosheks (1951)
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere werkdag een gedicht in hun mailbox
nele vandendriessche zegt
de bossmann de schrik van het woud
enzovoort en enzoverder !!!