• Door naar de hoofd inhoud
  • Skip to secondary menu
  • Spring naar de eerste sidebar
  • Spring naar de voettekst
Neerlandistiek. Online tijdschrift voor taal- en letterkunde

Neerlandistiek

Online tijdschrift voor taal- en letterkundig onderzoek

  • Over Neerlandistiek
  • Contact
  • Homepage
  • Categorie
    • Neerlandistiek voor de klas
    • Vertelcultuur
    • Naamkunde
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Archief
    • 10 jaar taalcanon
    • 100 jaar Willem Frederik Hermans
  • Jong Neerlandistiek
  • Frisistyk
  • Mondiaal

Nel Noordzij, Het kan me niet schelen

19 april 2024 door Fabian Stolk 2 Reacties

Nel Noordzij is weer zo’n auteur, net als Aya Zikken, van wie ik de naam wel eens of zelfs meerdere keren ergens had gezien, maar altijd vanuit een ooghoek in de marge, en van wie ik nooit iets las, domweg omdat ze niet wordt genoemd in De Grote Handboeken Voor De Ernstige Literatuurgeschiedenis, of: er wel in wordt genoemd maar niet serieus wordt besproken. En je kan (ook als docent) niet alles lezen (al dachten studenten er anders over). Dus je moet wel kiezen, en je wilt je keuzes niet al te lukraak proberen te maken. Gevolg: schijnbaar weloverwogen keuzes met een enorme overgeërfde bias (hierbij een passende illustratie met zeven onweerswolken met vinkjes). Dat ik deze roman van Noordzij nu toch heb gelezen, komt doordat haar tijdgenote en (literaire) geestverwante Aya Zikken zich positief over haar werk uitliet in ’s Morgens en ’s avonds niet bellen (1969).

Noordzij (geboren op 17 oktober 1923) was 29 jaar oud toen ze de roman schreef, ongeveer 31 toen ze als dichteres debuteerde met Bij nader inzien en Om en om (1954; gedichten en korte verhalen) en een jaar of 32 toen dit boek verscheen, haar proza-debuut (als we het verhaal ‘Geen eten’ uit1954 buiten beschouwing laten). Het zal geen pretje voor haar geweest zijn de recensie van Nico Verhoeven in de Delftsche Courant te lezen. Die is zeker niet voluit negatief, maar wel bevat deze een rare opmerking ad hominem (ad feminam, zo u wilt):

Nel Noordzij is een jonge vrouw, een uitgesproken schrijftalent, scherpzinnig en sensitief, maar gefrustreerd tot en met.

Ik vertrouw erop dat het recensentendom zich inmiddels zo ver heeft ontwikkeld dat het zal durven zien dat een roman als deze razend interessant is en helemaal past in de tijd waarin het werk ontstond en onderdeel zou moeten zijn van de nog lang niet genoeg verkende literairhistorische Blaman-Noordzij-Zikken-Hermans-Van het Reve-lijn.

Gelukkig keek Verhoeven net iets verder dan zijn eigen frustratie; hij noteert ook nog:

De kritiek (H. A. Gompert[s] ‘‘Het Parool’’) heeft over Nel Noordzij opgemerkt, dat zij in onze romankunst een lijn doortrekt, die men de Blaman-Hermans-Van het Reve-lijn zou kunnen noemen en die zich kenmerkt door het cynisch en landerige ontluisteren van de mooie-dingen-in-het-leven.

Die ‘Gompert’, zoals Verhoeven hem per ongeluk noemt, was zijn tijd wel behoorlijk vooruit, in 1955 schrijvend over 

romans die het leven in de ogen durven zien, het leven zoals het is. De Blaman – Hermans – Van het Reve-lijn heeft daaraan, op het voetspoor van de illustere voorbeelden, […] een tweetal vaste symbolen toegevoegd: de w.c en het braken. Vestdijks Meneer Visser heeft in Nederland de w.c. geïntroduceerd, in de literatuur wel te verstaan en sinds Sartre is het braken als uiting van walging een onmisbaar attribuut geworden. Nel Noordzij trekt, zoals gezegd, de lijn door. Het volstrekt nieuwe van haar optreden is, dat zij als eerste de physieke openhartigheid beoefent vanuit het vrouwelijk gezichtspunt.

Gelijk had hij.

En nu zit ik de hele tijd maar te proberen om niet te zeggen dat Frits van Egters (of Lodewijk Stegman e.t.q.) destijds tussen de coulissen van de Nederlandse literatuurgeschiedenis al heel wat zussen had naast die ene armzalige, bebrilde, kalende broer die wèl voor het physiek openhartige voetlicht kwam. Maar vooruit: Noordzij’s personages (heldinnen kunnen ze niet heten) zijn net als de gebroeders Van Egters bepaald nog onbekend met hoe het ‘echte’, volwassen, naoorlogse leven in elkaar steekt, en als ze het al weten, weten ze niet hoe zij daarmee om moeten gaan. Ze staan frontaal in het volglicht, met alle okselhaar, maandverband en kotsbuien die er maar bij kunnen horen, en niet te vergeten: de nodige cigarettes.

De 30-jarige weduwe Renée Geluk-van Tricht is hoofdpersoon van Het kan me niet schelen en bij haar ligt ook 90% van de focalisatie, die grotendeels in een soort stream of consciousness wordt weergegeven. Toen ze in het laatste hoofdstuk met een vriend, Lucas, en met vriendin Jenny in de taxi stapte om een feestje te bouwen in de stad omdat ze haar logerende tante Bertie wilde ontwijken, en opeens begon uit te weiden over de beste manier om Pokon aan de planten te geven, was voor mij een vergelijking met Frits van Egters onontkoombaar, met dien verstande dat Renée, met ouders in Laren maar zelf nu woonachtig in Amsterdam en werkzaam als arts, uit een heel ander milieu komt en zeker niet Frits’ schraperige gierigheid heeft.

Dat Renée al weduwe is, komt in de roman maar zijdelings ter sprake (ik geloof dat vooral enkele anderen eraan refereren). Dat is tekenend voor deze anti-heldin, die absoluut niet uit de voeten kan met haar emoties en die van anderen. Autonome gevoelens of gevoelens van autonomie zijn door haar opvoeding krachtig onder het vloerkleed geveegd van de zogenaamd goedburgerlijke beschaving. Haar gedrag jegens vrienden (maar zeker niet jegens haar patiënten) en haar praten als een bootwerker, haar geboer en gekots, heel haar recalcitrante of in ieder geval eigenzinnige en niet-conventionele gedrag is uiteindelijk hierdoor wel verklaarbaar.

De net-naoorlogse situering van het verhaal is op enkele plaatsen iets duidelijker dan in De avonden. Sterker: door Het kan me niet schelen realiseerde ik me pas waardoor de personages in Reve’s roman zo benepen gehuisvest zijn, waarom Frits bijvoorbeeld nog bij zijn ouders woont. Renée’s vier jaar jongere vriendin Jenny, een jodin die in het kamp verkracht werd, woont in het pension van de familie Ulrich  wegens de nog niet opgeloste woningnood.

Waar de latente of verborgen (m.i. hineininterpretierte) homoseksualiteit van Frits van Egters mij nooit echt duidelijk is geworden, steekt Jenny haar verliefdheid op Renée niet onder stoelen of banken; wel wordt er een verklaring voor gezocht, in haar kampverleden: mannen deugen in haar optiek überhaupt niet. Renée verzint voor Jenny een jeugdverliefdheid op een meisje, maar geeft vervolgens toe dat het een leugen was. Er is weinig wat Renée doet om het leven van wie haar lief zijn, aangenaam te maken. Maar tegelijk is ook wel duidelijk dat haar grofheid en weerbarstigheid niet zonder aanleiding of bron is. Als kind werd ze gekweld door het harde, burgerlijk-sociale beschavingsharnas van haar ouders, als volwassene en arts wordt ze geconfronteerd met de fysieke en morele onvolmaaktheid van de mens.

Dat, en referenties aan Sartre, en ook de soms volkomen onbegrijpelijke gedragingen van personages kunnen aanleiding zijn om deze roman in het licht van het (literaire) existentialisme te bezien, al wijst de dagende loutering aan het einde van het boek misschien weer een andere kant op: Lucas en Renée zien wederzijds door de harde buitenkant van de mens heen.

Ik moet, hoe dit ook zij, zeggen dat ik deze roman tweemaal achtereen ademloos gelezen heb.

Dit stuk verscheen eerder op Klasse!

Delen:

  • Klik om af te drukken (Opent in een nieuw venster) Print
  • Klik om dit te e-mailen naar een vriend (Opent in een nieuw venster) E-mail
  • Klik om te delen op Facebook (Opent in een nieuw venster) Facebook
  • Klik om te delen op WhatsApp (Opent in een nieuw venster) WhatsApp
  • Klik om te delen op Telegram (Opent in een nieuw venster) Telegram
  • Klik om op LinkedIn te delen (Opent in een nieuw venster) LinkedIn

Vind ik leuk:

Vind-ik-leuk Aan het laden...

Gerelateerd

Categorie: Artikel Tags: 20e eeuw, letterkunde, Nel Noordzij

Lees Interacties

Reacties

  1. henkdehondt zegt

    20 april 2024 om 07:30

    https://javapost.nl/2013/04/01/hecht-je-niet-en-wortel-niet/
    Heel vreemd dat iemand wiens vak Nederlandse literatuur is Ayah Zikken omschrijft als een schrijfster die hij “ooit voorbij heeft zien komen.
    Zij is één van de protoganisten van de Indische literatuur, goed voor een dertig titels , met als bekendste “De Atlasvlinder”. “

    Beantwoorden
  2. indenvroolijkenhermeneut zegt

    21 april 2024 om 12:41

    Inderdaad.

    Beantwoorden

Laat een reactie achterReactie annuleren

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.

Primaire Sidebar

Gedicht van de dag

Sint Nicolaas

Zie eens, Mietje! wat al lekkers
U, Sint Nicolaas al bragt;
Omdat ge’ als gehoorzaam Meisje,
Uw verpligting hebt volbragt.

➔ Lees meer

Bekijk alle gedichten

  • Facebook
  • YouTube

Chris van Geel

De koeien schemeren door de heg,
het paard is uit taaitaai gesneden,
in ieder duindal ligt dun sneeuw.

De branding vlecht een veren zee
waar zon over omhoog stijgt, licht waarin
geen plaats om uit te vliegen is.

Bron: Uit de hoge boom geschreven, 1967

➔ Bekijk hier alle citaten

Agenda

2 januari 2026: Vlekflits

2 januari 2026: Vlekflits

5 december 2025

➔ Lees meer
11 december 2025: Anne Frank, schrijfster

11 december 2025: Anne Frank, schrijfster

3 december 2025

➔ Lees meer
11 december 2025: Proefcollege Nederlands

11 december 2025: Proefcollege Nederlands

2 december 2025

➔ Lees meer
➔ Bekijk alle agendapunten

Neerlandici vandaag

geboortedag
1946 Dick Wortel
➔ Neerlandicikalender

Media

Dichter Esther Jansma (24 december 1958-23 januari 2025)

Dichter Esther Jansma (24 december 1958-23 januari 2025)

2 december 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
De postkoloniale podcast met Remco Raben over Pramoedya Ananta Toer

De postkoloniale podcast met Remco Raben over Pramoedya Ananta Toer

30 november 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
Peter van Zonneveld over Tjalie Robinson/Vincent Mahieu (1993)

Peter van Zonneveld over Tjalie Robinson/Vincent Mahieu (1993)

29 november 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
➔ Bekijk alle video’s en podcasts

Footer

Elektronisch tijdschrift voor de Nederlandse taal en cultuur sinds 1992.

ISSN 0929-6514
Bijdragen zijn welkom op
redactie@neerlandistiek.nl
  • Homepage
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Over Neerlandistiek
  • De archieven
  • Contact
  • Facebook
  • YouTube

Inschrijven voor de Dagpost

Controleer je inbox of spammap om je abonnement te bevestigen.

Copyright © 2025 · Magazine Pro on Genesis Framework · WordPress · Log in

  • Homepage
  • Categorie
    • Voor de klas
    • Vertelcultuur
    • Naamkunde
  • Archief
    • 10 jaar taalcanon
    • 100 jaar Willem Frederik Hermans
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Jong Neerlandistiek
  • Frisistyk
  • Mondiaal Neerlandistiek
  • Over Neerlandistiek
  • Contact
 

Reacties laden....
 

    %d