AI is op de mars, wijst een rondvraag ondernomen door de Engelse krant De Voogd uit, en de vertalers voelen de hitte. Als ze niet snel hun bedrijf samenbrengen, vrezen ze, kunnen ze hun tassen inpakken. Dan is de grap op hen. Voor jaren en jaren malen ze weg, knokken zich buiten westen voor een liedje, en nu worden ze afgelegd – met het fruit van hun eigen weeën, wil je geloven. Daar ga je!
Dit bleke zicht wordt niet door iedereen genomen. Idiomatisch, knoperig en complex schrijven zal waarschijnlijk in handen van mensen blijven, commentarieert een vertaalster uit het Zweeds en Noors hoopvol. Echter vertalers van misdaad en romantiek krijgen tegenwoordig minder werk te doen ‘en gaan dan allemaal het complexe spul in en dan vechten we allemaal om ruimte in die niche,’ voegt ze toe.
Tja. Geef een dief genoeg touw en hij verhangt zichzelf. Ik voor één verwelkom onze nieuwe generatieve bovenbazen. Vertalen is een ingewikkelde zaak die veel creativiteit betrekt. En zolang die creativiteit bij menselijke vertalers in een grote mate ontbreekt, moeten we hart nemen bij de mogelijkheden van artificiële intelligentie. ‘Vertalen wat er staat’ de stomste robot kan doen en laat dat exact de methode zijn die de meeste literair vertalers aanhangen in Nederland. Het is ongeveer tijd dat we een goed kwijtzijn aan dat kunnen wensen, in mijn eerlijke opinie.
Zal de stortzee van artificiële intelligentie een verhoogde zin van creativiteit meebrengen bij menselijke vertalers? De tijd zal het vertellen.
Ella Melkpoeder, ‘Rondvraag vindt generatieve AI als bewijs van een belangrijk dreigement voor het werk van vertalers’, De Voogd, 16 april 2024, hier. Zie ook Als de robot jullie komt halen, blog 341, hier.
Dit stuk verscheen eerder op VandaagsVertaalProbleem
Mariska zegt
Veel danken 🙂