De Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal en Letteren (KANTL) organiseerde op 22 juni 2023 een literair salon met Frits van Oostrom en Frank Willaert. Die gingen met elkaar in gesprek over de Reynaert. Leven met een middeleeuws meesterwerk. Dat gesprek staat op onder deze link.
Twintig minuten ver in het gesprek formuleert Willaert de volgende bedenking bij van Oostroms beeld van de Reynaertfiguur: ‘Nu ik je boek, al een paar keer trouwens, gelezen heb, weet ik het eigenlijk zo goed niet meer wat je eigenlijk denkt, want aan de ene kant lees ik, even kijken, je citeert, en naar mijn gevoel met instemming, ons medelid Stefan Hertmans, ik heb het opgeschreven: ‘Reynaert een slimmerik die lacht om het teloorgegane heldendom, een die leert koopjes te sluiten met lijf en leden, die leert overleven door niet zo stug en eenduidig aan principes vast te houden, die zich traint in de moderne geest van het cynisme en het non-engagement.’ Maar anderzijds, ja, zeg je ook: hij is een psychopaat. En hoe moet ik dit nu aan elkaar rijmen? Wat is nu eigenlijk je beeld van Reynaert of is het allebei? Een sympathieke psychopaat? Ja, dus, hoe zie je hem nu eigenlijk?’
Willaert heeft de Reynaert. Leven met een middeleeuws meesterwerk een aantal keer gelezen, en daarom mogen we met een gerust hart aannemen dat Reynaert voor van Oostrom een psychopaat is. In zijn antwoord bevestigt van Oostrom dat ook. Dat van Oostrom Reynaert in zijn boek en in de boekpromotie voortdurend als psychopaat opvoert, werkt me danig op de zenuwen. En daar zijn goede redenen voor.
Van Oostrom laat in de Reynaert. Leven met een middeleeuws meesterwerk verstaan dat hij mijn boeken, zowel Reynaert de vos (Voetnoot 2020) als Het Reynaertraadsel (Voetnoot 2022), heeft gelezen. Nu ja, lezen en lezen is twee. In het ‘Nawoord’ van Reynaert de vos laat ik geen spaan heel van de opvatting dat Reynaert een psychopaat is. In Het Reynaertraadsel staat de Reynaertfiguur centraal, en daarin doe ik hetzelfde nog eens, in een uitgebreid, stevig onderbouwd onderzoek.
Van den vos Reynaerde is een dierenepos, en dat is bij uitstek een komisch genre. De humor in een dierenepos komt onder andere tot stand doordat de auteur verschuivingen heen en weer creëert van het mensvormige naar het diervormige gedrag van de dieren. Wie niet alert is voor die verschuivingen ontgaat de humor, het geestige en het spitsvondige ervan. Zie je Reynaert als een psychopaat, zoals van Oostrom, dan heb je enkel oog voor de mensvormige kant van Reynaert, en maakt dat je blind voor de slingering tussen het mensvormige en het diervormige, én voor de humor die zo ontstaat.
Speelse amoraliteit – een spel waarbij morele normen van geen tel zijn – is ook kenmerkend voor een dierenepos. En die speelse amoraliteit is nauw verwant met de slingering tussen het mens- en het diervormige. De auteur van een dierenepos nodigt ons plagend uit om een moreel oordeel te vellen over het gedrag van de hoofdrolspelers door ze als mensvormig op te voeren. Laten we ons tot een moreel oordeel verleiden, dan voert de verteller de hoofdrolspelers plotseling als diervormig op. De verteller maakt zo een lange neus tegen ons: de vragen van morele verantwoordelijkheid en schuld doen er niet toe. Wie, zoals van Oostrom, Reynaert als een psychopaat opvoert, heeft de clou van die speelse amoraliteit niet gesnapt.
In Het Reynaertraadsel schrijf ik het volgende: ‘De eerlijkheid gebiedt me om te zeggen dat ook ik me indertijd tot zo’n morele analyse heb laten verlokken. Dat blijkt uit de achterflap van Reynaert de vos, de beeldroman die ik samen met Marc Legendre heb gemaakt. Daarin voer ik Reynaert op als ‘een roofdier zonder geweten’ en ‘een psychopaat’.’ Duidelijker kan een auteur niet stellen dat hij afstand heeft genomen van zijn vroegere opvatting dat Reynaert een psychopaat is.
Van Oostrom houdt in de Reynaert. Leven met een middeleeuws meesterwerk totaal geen rekening met de argumenten die ik zowel in Reynaert de vos als in Het Reynaertraadsel aandraag om brandhout te maken van de opvatting dat Reynaert een psychopaat is. Ik heb er het raden naar waarom niet.
De zaak neemt een nog vreemdere wending. In Het Reynaertraadsel geef ik duidelijk aan dat je de raadselachtige Reynaertfiguur kan ontsluiten, als je Reynaert opvat als een trickster. In Het Reynaertraadsel gebruik ik de term ‘goddelijke bedrieger’, maar die term dekt dezelfde lading als ’trickster’. De studie van de trickster is een vakgebied op zich geworden, en ik ben de eerste Reynaertonderzoeker die zich in de basiswerken over de trickster heeft ingewerkt, en zo diepgaand onderzoek naar de trickster Reynaert heeft verricht.
Dat van Oostrom zich zo op de Reynaertfiguur heeft verkeken, valt te verklaren. Op de een of andere manier kan alles wat over psychopaten wordt beweerd, ook voor tricksters gelden. Maar, en dat is cruciaal, het omgekeerde is niet het geval. Tricksters functioneren in verhalen, psychopaten in de realiteit. De functies van de trickster zijn ruimer dan die van de psychopaat en moeilijker te classificeren.
Bij een tricksterverhaal geldt als literaire afspraak dat de held van het verhaal, de trickster, alles wat de groep of de gemeenschap koestert, in wat voor zin dan ook, met voeten mag treden. Tricksters vind je over de hele wereld, ze behoren tot het domein van de humor, zijn amoreel, opereren dus voorbij goed en kwaad, en zijn geliefd. Een psychopaat past niet in een dierenepos, omdat dat genre een humoristische bedoeling heeft, een trickster wel.
Door Reynaert op te vatten als een trickster kon ik het raadsel van de Reynaertfiguur oplossen, en de controverse tussen voorstanders van een positief Reynaertbeeld en voorstanders van een negatief Reynaertbeeld beslechten. In de Reynaert. Leven met een middeleeuws meesterwerk gaat van Oostrom totaal niet op mijn onderzoek in. De vraag is waarom niet. Het gaat hier toch om een doorbraak in het onderzoek naar de Reynaertfiguur. Mocht hij vinden dat dat niet zo is, dan had ik graag zijn tegenargumenten gehoord.
Groot was mijn verbazing, dat begrijpt u na het bovenstaande vast wel, toen ik op Neerlandistiek vernam dat Frits van Oostrom op 27 mei 2024 een webinar ‘Reynaert in de wijde wereld’ zal houden, én dat Reynaert als trickster daarin een prominente rol zal spelen. De deelnemers aan het webinar wordt namelijk gevraagd om vooraf te reflecteren op de aanwezigheid van tricksters in hun cultuurgebied en in de aankondigingtekst wordt Reynaert een trickster genoemd en Van den vos Reynaerde een tricksterverhaal.
In de Reynaert. Leven met een middeleeuws meesterwerk geeft Frits van Oostrom – in de ‘Aantekeningen’ (p. 412) – mijn jarenlange onderzoek naar de Reynaertfiguur als volgt weer: ‘Zover ik zie, is René Broens de eerste geweest die bovenstaande diagnoses [i.v.m. psychopathie, RB] met zoveel woorden op Reynaert van toepassing heeft verklaard; zie diens nawoord bij zijn tweede herberijming (2020), 175ev en 2022, 67ev. Ten tijde van Broens 2010 en zijn eerste herberijming uit hetzelfde jaar was hij zelfs nog negatiever over de titelheld als psychopaat; in 2020 ziet hij ook de trickster in Reynaert (vgl. Vroomen 2021) en in 2022 vooral de goddelijke bedrieger.’
Wie Reynaert de vos en Het Reynaertraadsel met de nodige zorg heeft gelezen, of de beknopte argumentatie in dit artikel, begrijpt vast waarom ik verstoord ben door van Oostroms aantekening. Baanbrekend en jarenlang onderzoek naar de Reynaertfiguur even vermelden, in een aantekening dan nog, én volstrekt onjuist weergeven. Sorry, maar dit is intellectueel oneerlijk.
Van Oostrom is van mening dat je Reynaert de vos kan typeren als een psychopaat en een trickster. Ik heb aangetoond dat die typeringen onverzoenbaar zijn. Volgens van Oostrom (2023: 329) ‘is Reynaert de traditionele tricksters ver voorbij: die opereren gemeenlijk met een minimum aan bloedvergieten, aangezien ze dat niet nodig hebben voor hun virtuoze overwinning.’ Ik zou graag willen weten op welk basiswerk uit de tricksterstudies van Oostrom die bewering baseert.
Het zou natuurlijk kunnen dat Frits van Oostrom na grondige lectuur van mijn onderzoek naar de Reynaertfiguur tot inzicht is gekomen. Dat is best mogelijk, maar ik kan het niet nagaan. De ‘Aanvullingen’ & ‘Correcties’ bij de Reynaert. Leven met een meesterwerk zijn, een jaar na het verschijnen van het boek, nog ‘In voorbereiding’.
Over het webinar van Frits van Oostrom staat er op de Facebookpagina van het Reynaertgenootschap: ‘Iets om naar uit te kijken.’ Ongetwijfeld. Ik heb me ingeschreven.
Bas Jongenelen zegt
In de literatuur zijn er diverse mogelijkheden naast elkaar mogelijk. In mijn optiek is Reynaert een roofdier (een vos eet kippen, dat is wat dat beestje doet), een trickster én een psychopaat. Drie voor de prijs van één, dat maakt hem een meerduidig personage, en daarom hebben we het nog steeds over hem. Hij vertolkt verschillende rollen na en naast elkaar, in de literatuur kan en mag dat. Je hoeft als lezer niet te kiezen, dat is namelijk veel te beperkend. In de literatuur kunnen seriemoordenaars en psychopaten uiterst vermakelijke personages zijn (in het echt kunnen we ze beter achter slot en grendel zetten). Reynaert is natuurlijk (als roofdier), gruwelijk (als psychopaat) en humoristisch (als trickster) tegelijkertijd. Ik zie Reynaert als voorloper van toffe slechteriken als Hannibal Lecter, Dexter Morgan, Tom Ripley en Barry Berkman – ze zijn niet voor één gat te vangen. Op het moment dat we deze personages kunnen vastpinnen op een enkel kenmerk, stoppen ze met literatuur te zijn en worden ze eenduidige pulp-personages in een bordkartonnen decor. Nee, daar is Reyaert te slim, te sluw, te onbetrouwbaar voor.
Ronald V. zegt
Nog een reactie
Ik kan me aansluiten, denk ik, bij de heer Jongenelen.
Wel heb ik een kleine, kleine kanttekening. Ik zou liever de term “sociopaat” dan “psychopaat” gebruiken. Reynaert is verre van echt gek. Psychopaten zijn zwaar psychisch gestoord. Sociopaten daarentegen zijn berekenend. En sadistisch. Leedvermaak is een relevante karaktertrek van de sociopaat. Goed, in het dagelijks spraakgebruik wordt met “psychopaat” vaak “sociopaat” bedoeld. Maar hier op deze site en op dit verbrokkeld forum dienen we enige afstand te nemen van het dagelijks spraakgebruik.
Bas Jongenelen zegt
Misschien zal ik voortaan het woord ‘sociopaat’ gebruiken. Maar ik ben nog niet overtuigd. Volgens dit artikel: https://www.nemokennislink.nl/publicaties/psychopaat-of-sociopaat/ plannen sociopaten hun acties niet, terwijl Reynaert Bruun en Tybeert planmatig in de val weet te lokken. Reynaert is ook zeer intelligent en (vind ik) gewetenloos. Dingen die bij de psychopaat horen.
Maar Reynaert bestaat niet echt, als fictief personage kan hij psychopaat én sociopaat zijn. Een schrijver hoeft niet te kiezen en hoeft zich niet te houden aan wat er in DSM-5 staat. Een schrijver is vrij om zijn personages sociopathische, psychopathische, sympathische en empathische dingen te laten doen. En zo lang schrijvers dat doen, hebben wij lezers iets om over te praten.
Iris Breetvelt zegt
David Lykken maakte binnen de antisociale persoonlijkheidsstoornis (uit psychiatrisch handboek DSM 5) het onderscheid tussen psychopaten en sociopaten. Dit onderscheid op basis van veronderstelde genetische aanleg als oorzaak versus gebrekkige socialisatie als oorzaak, wordt tegenwoordig aangeduid met de termen primaire psychopathie met als kern gemeenheid en onverschrokkenheid (narcisme, exploiteren van anderen voor eigen gewin, zonder angst) versus secundaire psychopathie met als kern gemeenheid en ontremming (reactieve agressie, impulsiviteit). Deze categoriale benadering lijkt vervangen te worden door een multidimensionele benadering waarin mensen getypeerd worden door een wisselend profiel of constellatie van psychopathische persoonlijkheidstrekken, variërend in ernst en resulterend in meerdere manifestaties van psychopathie (Sellbom and Drislane, 2021). In die benadering speelt de cut-off-score op de PCL geen rol meer. Voor duiding van de figuur Reynaert de vos lijkt me al dit onderscheid minder relevant en tevens lastig te maken.
Lykken, D. T. (2018). Psychopathy, sociopathy, and antisocial personality disorder. Handbook of psychopathy, Ed. by Ch.J.Patrick. 22-38.
Sellbom, M., & Drislane, L. E. (2021). The classification of psychopathy. Aggression and Violent Behavior, 59, 101473.
Willem Kuiper zegt
Mij is ooit geleerd, en dat klopte met wat ik las, dat naarmate de Reynaert-redacties/bewerkingen jonger worden het antropomorfisme toeneemt. Meen mij te herinneren dat Lulofs niet akkoord ging met de (Duitse) opvatting dat je alles in de Reynaert ‘dierlijk’ kon verklaren. Toch gaat mijn voorkeur daarnaar uit: Reynaert is een ‘vos’.
Iris Breetvelt zegt
Over Reynaert zelf baseert Frits van Oostrom zich op de tekst ‘Van den vos Reynaerde’ (p.324 e.v.) en niet op het dierenepos als genre of op het Middeleeuwse literatuurpubliek. Dat impliceert een forensisch-psychologische benadering in plaats van een cultuurhistorische invalshoek.
Ook als uit hoofde van het genre dierenepos een wisseling tussen het dierlijke en het menselijke in beschouwing genomen moet worden, staat dat niet in de weg aan het beeld van Reynaert als psychopaat. Typerend voor de psychopaat is immers niet alleen zijn gewiekstheid en sluwheid in het manipuleren, bedriegen en uitbuiten van zijn medemens , maar ook de gewetenloosheid en meedogenloosheid waarmee hij als een roofdier op zijn doel afgaat en slachtoffers maakt (Hare, R. & Babiak, P. ‘Snakes in Suits’ 2019). Een innemende façade, slim en vol ironie, is hem behulpzaam bij het inpakken en misleiden van zijn slachtoffers. Die innemende en humoristische zelfpresentatie deelt hij met de trickster. Psychopaat, roofdier en trickster zijn geen conflicterende modellen van de figuur Reynaert, maar verenigbaar. De trickster en het roofdier verbeelden twee kanten van de psychopaat: de charismatische (ver)leider en de meedogenloze uitbuiter van de zwakte van zijn slachtoffers waaraan hij bovendien sadistisch plezier ontleent (zie https://www.psychologiemagazine.nl/artikel/hij-was-het-kwaad-zelf/ ). De psychopaat wekt daardoor een paradoxale indruk. De rebelsheid van de trickster komt tot zijn recht dankzij de grenzeloosheid van de psychopaat. Wanneer in volgende eeuwen de wreedheid van Reynaert wordt versluierd zoals Van Oostrom stelt op p.333, resteert er een eenzijdig beeld van trickster.
Kort na publicatie van mijn analyse over Reynaert als psychopaat in Tiecelijn 2022, verscheen ‘Het Reynaertraadsel’ van René Broens als synthesewerk over de Reynaertfiguur. Bij scoring van Reynaert op de PCL-SV (12 items, ) kwam Broens uit op een score die ruim boven de grenswaarde voor psychopathie ligt. Mijn eerdere scoring op de PCL-R (20 items,) resulteerde niet in een score boven de grenswaarde voor psychopathie (Hare & Neumann, 2009). Dat laat onverlet dat er aan de meeste PCL-R items met verhaalelementen invulling te geven viel. Broens typeert de relatie tussen Reynaert en de andere hofdieren en hun wederwaardigheden, gefaseerd volgens het interactieproces met bedrijfspsychopaten zoals door Hare & Babiak is beschreven (p.53-68) en zie https://www.akerendam.nl/blog/de-bedrijfspsychopaat-een-wolf-in-maatpak-deel-ii/ ). De kenmerken die Broens toeschrijft aan de goddelijke bedrieger (met name gedaanteverwisselaar, imitator, vallenzetter, sluwe intelligentieordeverstoorder, aantrekkingskracht van vuil, profaanheid) leiden echter niet tot een meer consistente analyse van Reynaert dan die op basis van psychopathie, integendeel, ook al kan ze licht werpen op in de Reynaert verdisconteerde religieuze humor. Het beeld van Reynaert als ketter maakt de maatschappelijke relevantie van de Reynaert voor huidige generaties niet direct groter, ook al wordt het hof als een kleptocratie getypeerd.
De keuze van Frits van Oostrom voor de duiding van Reynaert zelf als psychopaat valt daarom goed te begrijpen: het lijkt het best passende model, waarvan de trickster en het roofdier componenten vormen.
Hare, R. D., Babiak, P., (2019). Snakes in Suits, Understanding and Surviving the Psychopaths in Your Office. Revised Edition (p. 416). New York: Harpercollins Publishers.
Breetvelt, Iris (2022) ‘Reynaert als psychopaat. Reynaert de vos vanuit forensisch-psychologisch perspectief beschouwd’. Tiecelijn 35, 141-184; https://www.reynaertgenootschap.be/wp-content/uploads/2022/11/Tiecelijn_2022_2_2_IrisBreetvelt_psychopathie.pdf
Broens, René (2022) Het Reynaertraadsel. Amsterdam, Stichting Voetnoot.
Hare, R. D., & Neumann, C. S. (2009). Psychopathy: Assessment and forensic implications. The Canadian Journal of Psychiatry, 54(12), 791-802. https://journals.sagepub.com/doi/abs/10.1177/070674370905401202
Oostrom, F. van (2023). De Reynaert: leven met een middeleeuws meesterwerk. Prometheus.
Jos Houtsma zegt
Een trickster, een schelm is misschien de beste vertaling: een grensoverschrijder, bedrieger, listigaard, een leugenaar, een type waarvan, zoals het artikel in Wikipedia laat zien, vertegenwoordigers zijn te vinden in de hele wereldliteratuur. Maar een trickster die zo kwaadaardig is als Reynaert? Ik kan er eigenlijk niet een opnoemen.
Is Reynaert dan een psychopaat? Het is een zo krachtig oordeel dat je geneigd bent te knikken, en je daarbij neer te leggen. Maar dat is misschien ook niet terecht. De term psychopathie wordt gebruikt voor een psychische afwijking. Een antisociale persoonlijkheidsstoornis. Tja, Reynaert is inderdaad een dier dat “weinig of geen respect heeft voor anderen en hun rechten”, zoals een encyclopedie het formuleert. Maar een stoornis? Ik betwijfel of Willem het daarmee eens zou zijn.
Reynaert is een vos, zou hij zeggen. En hij is echt niet gestoord. Vossen zijn gewoon zo.
jandeputter zegt
Niet gehinderd door enige bescheidenheid schrijft Broens: ‘Door Reynaert op te vatten als een trickster kon ik het raadsel van de Reynaertfiguur oplossen, en de controverse tussen voorstanders van een positief Reynaertbeeld en voorstanders van een negatief Reynaertbeeld beslechten. In de Reynaert. Leven met een middeleeuws meesterwerk gaat van Oostrom totaal niet op mijn onderzoek in. De vraag is waarom niet. Het gaat hier toch om een doorbraak in het onderzoek naar de Reynaertfiguur.’ Gelukkig zijn andere onderzoekers wel op Broens’ onderzoek ingegaan.
Mark Nieuwenhuis gaat in ‘Helpe, wat lettren zijn dit? (A 3376). Willems Reynaert en de Ysengrimus’ uitvoerig in op Broens’ ‘doorbraak’. Ook een goed lezer als Mark Nieuwenhuis schrijft dat Broens in Reynaert een psychopaat ziet. Dat is niet verwonderlijk want Broens concludeert op p. 67: ‘Ons onderzoek heeft tot de verrassende vaststelling geleid dat Reynaert een psychopaat is. “Het lijkt erop alsof Broens enkel het vossenlijf als dierlijk ziet, de gedachten en het gedrag van het dier als menselijk, zonder te verduidelijken waar Reynaerts dier-zijn ophoudt en zijn mens-zijn begint.” Hier verwijst Nieuwenhuis naar Broens’ opvattingen over de slingervorming tussen het mens- en diervormige.
Die slingervorming verlaat Broens echter op p. 78. Let op de verandering van metafoor. ‘In verhalen met goddelijke bedriegers geldt de literaire afspraak tussen auteur en publiek dat de goddelijke bedrieger alles op zijn kop mag zetten, want net dat grensoverschrijdend gedrag is een bron van plezier. Stevig onderbouwd onderzoek is dit niet. Broens doet niet meer dan een literaire theorie van toepassing verklaren op Van den vos Reynaerde. Het is de theoretische bril waardoor Broens verder naar de Reynaert kijkt. Ik kan me niet aan de indruk onttrekken dat Broens theorievorming met onderbouwing verwart, wannneer hij beweert dat zijn onderzoek ‘stevig onderbouwd is’.
Mark Nieuwenhuis toont overtuigend aan dat Reynaert geen ‘goddelijke bedrieger’ kan zijn:
Dan karakteriseert Broens Reynaert als een goddelijke bedrieger.
Waarom goddelijk? Wat is er voor goddelijks aan Willems vos, een
dier met menselijke eigenschappen? Al lezend trof me dat de door
Broens opgesomde kenmerken en rollen van de goddelijke bedrieger
vrijwel allemaal passen op zowel de vos als de wolf in de Ysengrimus.
Dat betekent dat het optreden van deze figuur in het dierenepos niet
voorbehouden is aan de vos en onderdeel uitmaakt van de traditie van
het dierenepos – als er werkelijk sprake is van het optreden van een
goddelijke bedrieger. Spot met heiligheid, volgens Broens een kenmerk
van een goddelijke bedrieger, geldt in de Ysengrimus voor een reeks
dieren terwijl de ergste lasteraar in deze tekst de dorpspastoor is.
Deze mening onderbouwt Mark Nieuwenhuis keurig met bewijsplaatsen in uitvoerige eindnoten.
Broens verwijt Van Oostrom niet intellectueel eerlijk te zijn geweest door zijn ‘baanbrekend’ onderzoek af te doen in een summiere aantekening. Intellectueel eerlijk zou het vooral geweest zijn als Broens er blijk van gegeven had zich rekenschap te geven van de substantiële kritiek van Mark Nieuwenhuis.
Link naar artikel Mark Nieuwenhuis: https://www.reynaertgenootschap.be/tiecelijn/jaarboek-16-tiecelijn-2/
.
Ronald V. zegt
Ik bedank allen voor hun doorwrochte commentaren op het toch wel interessante artikel en op mijn kleine kanttekening.
Mijns inziens is Poetin een onvervalste sociopaat. Maar daarnaast lijdt hij mijns inziens niet aan achtervolgingswaanzin of schizofrenie of manische depressiviteit om maar een paar voorbeelden van psychopathie te noemen, althans van wat ik onder psychopathie versta. Ik heb als regel: gij zult uw opponenten niet meteen knettergek noemen. Ze hebben een geheel andere ethiek dan ik maar dat maakt ze niet meteen knettergek, zij het wel uiterst gevaarlijk.
Afijn, dat zijn mijn overwegingen. Maar ik lees gaarne tegenwerpingen, vooral geleerde zoals die van mevrouw Breetvelt. Maar zelf laat ik het hierbij. Ik wilde slechts een essayachtige kanttekening plaatsen. 🙂 En eigenlijk ook uitspreken dat ik het boek van Van Oostrom zeer waardeer, ook vanwege diens empathische sympathie voor andere onderzoekers.