‘De wolf en het lam’ staat in de Esopet, een verzameling fabels uit de tweede helft van de dertiende eeuw. Hertaling onderaan. Meer Middeleeuwse teksten hier.
Een wolf ende een lam goedertieren
Quamen drinken tere rivieren.
Si ghinghen drinken in twee steden:
Die wolf dranc boven, dlam beneden.
Doe seide die wolf: ‘Du bevuulst mi al
Dwater dat ic drinken sal.’
‘Ay here,’ sprac dlam, ‘wat segdi?
Dwater comt van u te mi.’
‘Ja,’ seide die wolf, ‘vloecstu mi toe?’
Dlam antworde: ‘Here, in doe.’
‘Du doest!’ sprac hi, ‘dus dede dijn vader
Wilen eer, ende dijn gheslachte algader.’
Dlam sprac: ‘In was doe niet gheboren.
Twi soudicker af hebben toren?’
‘Noch’ seide die wolf, ‘horic di spreken!
Ic wane wel ic saels mi wreken!’
Die wolf sloech te sticken ende scoert
Dlam; nochtan hads niet verboert.
Dus vint een quaet man occusoen
Als hi den goeden quaet wil doen.
••
Een wolf en een zachtaardig lam
kwamen eens bij een rivier om te drinken.
Ze dronken op twee verschillende plaatsen:
de wolf meer en het lam minder stroomopwaarts.
Toen zei de wolf: ‘Jij bevuilt voor mij al
het water dat ik wil drinken.’
‘Ach heer,’ antwoordde het lam, ‘wat zegt u daar?
Het water stroomt toch van u naar mij toe.’
‘Welja,’ zei de wolf, ‘scheld je me nu ook nog uit?’
Het lam antwoordde: ‘Dat doe ik niet, heer.’
‘Dat doe je wel!’ zei de wolf, ‘en dat deed je vader
vroeger ook al, en al je voorvaderen.’
Het lam zei: ‘Toen was ik nog niet eens geboren.
Waarom moet ik het nu dan ontgelden?’
‘En je gaat maar door ook!’ zei de wolf,
‘me dunkt dat ik je daarvoor moet straffen!’
De wolf scheurde het lam helemaal
aan stukken; dat had het niet verdiend.
Zo vindt een slecht mens altijd wel een aanleiding
om een goed mens kwaad te doen.
Anoniem
uit: Esopet (ca. 1250)
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere werkdag een gedicht in hun mailbox
Laat een reactie achter