Weelde
Ik wilde in den morgen de droppen van dauw,
drinken aan takken, de verten nog grauw,
ik wilde mij wiegden door ’t woelige leven
de schaduwen, die langs de boschpaden zweven.
Ik wilde mij streelden te middag in ’t bosch,
de wind over ’t water, de zon over ’t mos,
mij zoemden insecten een zang zonder zin,
waaraan nooit een einde is, noch een begin.
Ik wilde, mij lokte het laaiende vuur
naar huis in den avond, ik wist van geen uur,
maar ‘k wist van het welkom der spelende vlam
en zag aan een ster, dat het nachtdonker kwam.
Ik wilde mij beidde de zwijgende nacht
en ving mij in vleugels van maanlichte pracht
en liet mij weer vrij met de zon en den dauw,
de krimpende schaduw, het nevelig blauw.
Augusta Peaux (1859-1944)
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere werkdag een gedicht in hun mailbox
Laat een reactie achter