Een van de ontdekkingen van de afgelopen decennia is dat in ieder geval alle zoogdieren (ook de giraf) wel op de een of andere manier via geluiden met elkaar communiceren. Maar ook bijvoorbeeld paddestoelen en bomen houden mogelijk met elkaar contact – ze sturen signalen naar elkaar en stemmen hun gedrag daarop af.
Zoiets is heel wonderlijk als je erover nadenkt uit het oogpunt van de evolutietheorie. Het levert een ingewikkelde versie op van het kip-en-ei probleem op: voor geslaagde communicatie tussen twee individuen moeten immers beide individuen bepaalde talenten hebben. Normaliter werkt evolutie zo dat een individu dat geboren wordt met een genetische mutatie die toevallig voordelen biedt – ze is sneller dan de rest, kan beter tegen de buitentemperatuur dan de rest, kan angstaanjagender schreeuwen dan de rest – in het voordeel. Ze kan daardoor meer nakomelingen krijgen dan de rest, en zo verspreidt de mutatie zich door de gemeenschap.
Maar hoe zit dat met communicatie? Als je als eenling geboren wordt met de vaardigheid om de andere te waarschuwen voor gevaar, heb je daar niks aan zolang je de enige bent met deze vaardigheid. Sterker nog, je loopt, zolang de mutatie niet enigszins wijd verbreid is in de gemeenschap, het gevaar dat je voortdurend energie verspilt aan dat gewaarschuw waar niemand op reageert. Omgekeerd heb je ook niks aan het vermogen iemands waarschuwing te begrijpen als die anderen jou toch nooit waarschuwen. Wat dat betreft zou je verwachten dat communicatietalent, als het al eens ontstaat in de natuur, binnen korte tijd weer verdwijnt.
En niet dat zoveel soorten het dus bezitten.
Een groep Franse onderzoekers probeert nu in een nieuw artikel een theorie te ontwerpen die probeert te voorspellen hoe communicatie ontstaat. In de kern zegt de theorie dat communicatie alleen kan ontstaan uit gedrag dat de dieren toch al vertonen, zodat de kosten om ze te gebruiken voor communicatie gering zijn – ook als niemand je begrijpt – en in eerste instantie ook gemakkelijk te begrijpen voor dieren die de bewuste mutatie nog niet echt hebben.
Een voorbeeld is het hameren van de specht, dat naar schatting zo’n 22,5 miljoen jaar geleden is ontstaan. Het is ook vrij duidelijk dat dit ontstond uit biologisch gedrag dat de voorouders van deze dieren al hadden: op bomen kloppen om voedsel te bemachtigen. In die zin waren de kosten van een keer extra kloppen voor communicatie niet zo vreselijk groot. Ook konden andere dieren waarschijnlijk aan het getik herkennen dat het hier ging om een andere specht, en misschien ook iets afleiden over de kracht van die specht – dat waren onbewuste signalen die dieren al aan elkaar doorgaven, en daar kon dus het communicatieve gedrag uit ontstaan.
Inmiddels is de roffel die spechten voor communicatie gebruiken anders dan het geluid dat ze maken als ze eten verzamelen. In een langzame evolutie zijn de twee gedragingen uit elkaar gegroeid:
Een van de geheimzinnigere vormen van communicatie in de dierenwereld is de zogeheten bijendans: bijen maken als ze terugkomen in de korf een ingewikkeld patroon van bewegingen waaruit de andere bijen kunnen afleiden waar zich nectar bevindt – hoeveel meter je welke kant op moet vliegen, waar je moet zwenken, enzovoort.
Ook hier is de evolutie raadselachtig: wat heb je er als individuele bij aan om zo’n dansje uit te voeren als de andere bijen hem niet begrijpen. Hier blijkt er echter biologisch onderzoek te zijn dat erop wijst dat de bijen beginnen te trillen en te dansen als ze opgewonden raken van lekker eten in de buurt. Als onderzoekers een druppeltje water in de buurt legden van een individuele bij, begon dat getril al. De bijendans is daar mogelijk een gestileerde versie van – en kostte dus niet zoveel.
De betekenis ontleent het misschien aan het feit dat het opgewonden getril mogelijk een soort oefenen is om naar het eten toe te vliegen. De andere bijen hoeven dat alleen maar te interpreteren. Hier kan de evolutie dus ermee begonnen zijn dat bijen opgewonden aan het ronddarren waren, en andere bijen konden zien wat de danser aan het doen was – waar ze heen wilde voor meer voedsel. Ook hier zal de evolutie in de loop van de miljoenen jaren de communicatie steeds verder verfijnd hebben.
Peter-Arno Coppen zegt
Misschien dat het interpreteren van iets als een ‘boodschap’ evolutionair gezien dus eerder voordeliger was dan het zenden ervan. Dit komt enigszins overeen met wat Mercier & Sperber veronderstellen in hun boek The Enigma of Reason, in een vergelijkbare speculatie hoe redeneren evolutionair voordelig kon zijn, gegeven dat we dat helemaal niet zo goed kunnen.
Marc van Oostendorp zegt
Er is een klassiek probleem in de evoutie van communicatie, namelijk dat de zender moeite moet doen terwijl de ontvanger er doorgaans het meeste voordeel van heeft. De vraag is hoe dat uberhaupt heeft kunnen ontstaan en hoe het vervolgens mogelijk is dat mensen niet vooral heel grote oren hebben die ze voortdurend spitsen om het kleinste signaal op te vatten dat iemand dan – slechts heel af en toe – zich laat ontvallen. Het feit dat mensen elkaar in de rede vallen is bijvoorbeeld uit dat oogpunt al heel gek.
Robert Kruzdlo zegt
(…) moeite moet doen. Marc, er is energie die opgemaakt moet worden. Energie is nooit moeite doen, dat gaat vanzelf en onmiddellijk is weer nieuwe energie.
Robert zegt
De biologie, de evolutie is de schermbewaker van wat we zien. Daar investeert het al zijn energie in. Interpretatie komt achteraf. Redeneren is in de evolutie vaak niet voordelig volgens Daniel C. Dennett.
Eveline van der Smit zegt
Vraag mij af, wordt, moet de evolutie hier bedoelt of begrepen worden als evolutietheorie of zou het ook de evolutie kunnen zijn van de mens zelf als uitvinder, ontdekker van de natuur?
Een nadenkertje voor mij of een weten.
Eveline van der Smit zegt
Vraag mij af, wordt, moet de gepresenteerde evolutie hier gezien of begrepen worden als evolutietheorie der schepping of zou het ook de evolutie van de mens zelf kunnen zijn, als uitvinder, ontdekker van de natuur?
Een nadenkertje of een weten.
Robert Kruzdlo zegt
Het gaat hoe je kijkt. Iemand die anders naar de natuur kijkt kan een evolutie in het kijken zijn. Nieuw kijken levert heel veel nieuwe interpretaties op. Helaas heeft de evolutie maar weinig mensen met het nieuwe kijken bevrucht. Wie wil er niet de eerste zijn¿
Robert Kruzdlo zegt
Het gaat plotseling om het nieuwe kijken, wat niemand hiervoor zag. Darwin zag het heel eenvoudig. Bij kijken doe je iets en als dat kijken nu anders is dan het kijken daarvoor, breng je de boel in beweging. Onderzoekers hopen dat ze iets ontdekken, door plotseling anders te kijken en dat het andere kijken vruchtbaar maakt. Kijk maar naar: De geschiedenis van het nieuwe kijken. Het is altijd eenvoudig en al het andere is moeilijk, geploeter van de natuur.
Eveline van der Smit zegt
Vraag mij af, ‘wordt, moet de gepresenteerde communicatie in de natuur hier wel als evolutietheorie gezien of begrepen worden of zou het ook de evolutie van de mens zelf kunnen zijn, als uitvinder, ontdekker van de natuur, het geschapene door een schepper?’
Een nadenkertje nog voor mij of een weten.
rob alberts zegt
Interessant verhaal!
Natuurvriendelijke groet,
Lauran Toorians zegt
Hier wordt taal verwart met communicatie. Appels en peren…
Berthold van Maris zegt
Raadselachtige openingszin. Dat wisten de mensen 2000 jaar geleden toch ook al?
: J. Eissink zegt
Het komt mij voor dat er in Nederland, in heel Nederland, veel te weinig aandacht is voor de hedendaagse semiotiek, en dus ook voor de biosemiotiek. Aan welke universiteit wordt aandacht geschonken aan het werk van Thomas Sebeok? Aan de Estse traditie in de (bio)semiotiek: Von Uexküll, Lotman, en heden nog de fantastische Kalevi Kull? Wie heeft er ook maar gehoord van de gigant John Deely? Men zou niet vragen ‘Hoe kan communicatie ontstaan in de natuur’, maar zien dat natuur en communicatie onlosmakelijk zijn; er is geen natuur zonder communicatie, communicatie ontstaat niet “in” de natuur, dat meen ik althans wel te durven zeggen. Lees toch Sebeok, lees toch Deely, lees toch Kull.
Robert Kruzdlo zegt
En ook zit in het verdomhoekje de ‘neuronliteratuur’.
Berthold van Maris zegt
In de eerste alinea zit ook al meteen een rare denkfout: het met geluid communiceren van dieren naar andere dieren wordt gelijkgesteld aan waarschuwen voor gevaar. Terwijl er ook over allerlei andere dingen gecommuniceerd wordt. Bijvoorbeeld liefdevol, geluiden naar partners en potentiele partners, wat natuurlijk positief doorwerkt in de voorplanting.
Misschien dit onderwerp toch maar overlaten aan de biologen?
Marc van Oostendorp zegt
Berthold: jij bent degene met de meeste reacties op deze site, heel vaak zijn ze van deze strekking. Om de een of andere reden vind je het nodig om jaar in jaar uit naar een site te komen waar je gratis wordt geïnformeerd over allerlei onderwerpen om je laatdunkend en misprijzend over mij uit te laten (en, laten we eerlijk zijn, er tegelijkertijd onderwerpen voor je stukjes in de krant te halen).
Ik vind dat heel vervelend: grievend, storend. Het geeft je misschien bevrediging, om zo achter je beeldscherm voortdurend tegen iemand aan te beuken, maar je lijkt simpelweg te vergeten dat er aan de andere kant iemand zit – een mens.
Wanneer het een andere auteur betrof die je zo belaagde, had ik je allang een block gegeven, en mederedacteuren hebben er ook al eens bij mij op aangedrongen om dat nu eens te doen, maar aangezien het mijzelf betreft wil ik je eerst verzoeken om daar mee op te houden. Het voegt niets toe, en is puur destructief. Ik ben erg voor discussie en ook kritische reacties, maar op een bepaald moment is de grens met regelrecht getreiter overschreden, en dan is het ook wel genoeg.
In het onderhavige geval gaat het evident om een voorbeeld, zoals ook de alinea’s ervoor gevuld zijn met voorbeelden. Je kunt dat dan heel kwaadwillend lezen, alsof ik beweer dat dit voorbeeld het enige is dat er is, maar dat heeft net zo veel zin als de reactie hierboven van iemand die denkt dat ik communicatie en taal door elkaar haal – terwijl ik taal helemaal niet noem.
Berthold van Maris zegt
Ik vond het gewoon slordig geschreven. Maar misschien mag dat in een blog? Geen idee.
Je reactie vind ik nogal overdreven.
Inderdaad levert deze site wel eens een onderwerp op voor in de krant. Dat is toch prima?
Marc Kregting zegt
Het moet verschrikkelijk frustrerend zijn om bij wijze van vakstalking steeds door dezelfde persoon te worden afgezeken. Maar is dat een valide reden voor een block of zwijgverzoek? Hoe bedreigend is krenking? Kan er tussen alle reflexmatige vitterijen iets relevants staan, al is het één op honderd keer?
Een paar jaar geleden bezocht ik nog eens een symposium voor neerlandici. Die dag bleek iemand een gewichtige onderzoeksbeurs te hebben gekregen, wat entre nous ophef gaf: die middelmatige kloothommel ging met de centen lopen. In plenaire sessies kreeg het bericht echter een onthaal van kwalificaties als ‘geweldig’ en ‘inspirerend’.
Het is me nooit helder geworden welke partij het meeste medelijden verdiende. Wel moet ik nu denken aan consultancyenthousiasme en opgestoken duimpjes. Zouden neerlandici er echt niet bij gebaat zijn met elkaar te praten in plaats van over elkaar? Hulde dus, hier het begin van een gesprek te ontwaren!
Marc van Oostendorp zegt
Een gesprek is altijd nuttig, toch hebben we een lijstje van ongeveer 10 mensen die geblokkeerd zijn (naast nog vele echte spam-adressen die voor allerlei waren willen adverteren) – wat wil zeggen dat hun berichten rechstreeks in een prullenbak gaan (die we eventueel nog kunnen inspecteren). Het betreft hier doorgaans mensen met wie geen land te bezeilen is, er is bijvoorbeeld iemand bij die al jarenlang een collega op allerlei manieren op internet aan het belasteren is en daar ook voor veroordeeld is, maar het toch niet kan laten, en iemand die meent het wereldraadsel te hebben ontcijferd en daarover bericht in proza waar geen touw aan vast te knopen is. Het moet wel leuk blijven.
Wat betreft Van Maris is wat mij betreft het enthousiasme over een gesprek na jaren van berichten over hoe incompetent ik ben inmiddels wel gedaald. Daar zullen vast heel zinnige kritiekpunten bij staan, de man is voorwaar intelligent, maar na een tijdje weet je het wel.
Ik zie mijzelf toch ook als een soort barman. Als iemand de hele tijd zit te jennen, wordt het misschien tijd om hem erop te wijzen dat hij ook naar een andere bar kan gaan als het hier allemaal zo vreselijk is – hoe valide sommige punten misschien ook zijn. Zeker als de andere klanten ook beginnen te klagen: een goede discussie leiden, betekent ook af en toe iets afkappen.
Berthold van Maris zegt
Incompetent? Ik kan me dat niet herinneren.
Marc Kregting zegt
Ja, die bedoelingen van de barman snap ik. Ik ben erg benieuwd, als ik dat zou mogen weten, wat de klant hiervan herkent die is verzocht zijn vertier elders te zoeken.
In het verlengde van deze beeldspraak kan ik misschien wat zeggen over de andere betoogdraad in mijn comment. Het café zoals hier voorgesteld, heet De Lieve Vrede. Daar hangt aan de toog een weldadig vriendelijke sfeer, maar worden aan de tafeltjes op fluistertoon geregeld de vreselijkste dingen gezegd over aanwezigen en andere betrokkenen buiten.
Afgelopen weekend, bij de woordfestiviteiten rond Marc van Oostendorps koperen jubileum op deze site, vertelde bijvoorbeeld iemand zich te kunnen opwinden over sommige bijdragen én gaf de indruk daar publiekelijk geen uiting aan te geven. Promoten neerlandici zo hun (mijn) vak? En hoe zien ze als burgers dan hun aandeel aan de samenleving?
Vragen, beste surfgenoten, vragen !
Marc van Oostendorp zegt
Ik heb, dat moet ik toegeven, wat dat betreft ook liever de mensen die af en toe duidelijk zeggen wat het probleem is, dan de mensen die alleen maar zitten te smoezen. Daar heb je helemaal niks aan. Zoals alles in het leven is het een dunne lijn.
Berthold van Maris zegt
Beste Marc Kregting, Je vraagt wat ik ervan vindt. De vergelijking met de bar en de barman gaat hier niet op denk ik. Dit was een aanvaring tussen twee stamgasten volgens mij. Het gekke hier is dat een van de stamgasten ook barman is. Dat kom je in echte cafe’s niet tegen. Daar zijn die dingen strikt gescheiden.
Marc Kregting zegt
Bedankt voor de uitleg! Ik ben niet goed in vergelijkingen maar een café is toch een ruimte van een eigenaar ((hoofdredactie) die barpersoneel heeft (redactie) om de zaak draaiende te houden, ook door aan stamgasten sfeerverhogende onderwerpen voor te leggen? Een barman die tegelijk stamgast is veroorzaakt klassieke vroegtijdige faillissementen. In dit geval vallen eigenaar en barman bijna dagelijks even samen en ze menen van één stamgast telkens weer te horen dat hun bijdrage aan de ambiance waardeloos is. Daarover hun beklag doend beroepen ze zich abstract op de terugloop van klandizie en concreet op getuigenissen van personeel, dat dus evenmin stamgast is.
Femke Kramer zegt
Ken je dit artikel Marc? Michael J. Owren, R. Toby Amoss, Drew Rendall 2011 Two organizing principles of vocal production: Implications for nonhuman and human primates. Ik vond dit destijds best opzienbarend, o.m. ook over pragmatische aspecten en wat aanleg- en/of onderricht-gestuurd is. Gaat anders dan de titel en het medium (tijdschrift voor primatologie) ook over andere vocaliserende dieren dan primaten. Vreemd dat in dit recente artikel niet naar deze publicatie wordt verwezen.
Marc van Oostendorp zegt
Ik ken dit artikel niet, maar er is het afgelopen een overstelpende hoeveelheid literatuur verschenen over dierencommunicatie, en het lijkt me onmogelijk om die allemaal te noemen. Het besproken artikel gaat ook maar zijdelings over vocale communicatie en vooral gaat het over een heel specifiek onderwerp: de evolutionaire oorsprong.
ChrisBernasco zegt
Ik vind het gewoon een boeiend en beknopt artikel met de voor mij interessante hypothese dat het communicatie’gedrag’ kan ontstaan omdat het dicht tegen het basale eet- en paargedrag aan zit. Dank!