We betreden gevaarlijk terrein, de zogenaamde plezierdichterij, die vooral bedoeld lijkt om de lezer al het plezier te ontnemen. ‘Knap’ alleen is niet genoeg. Virtuositeit veelal vloekwaardig. Laat de ars de kelere artem krijgen. Ik wil het zicht op wat het is niet benomen zien hebben door de fraaie steigers. Het ene meesterwerk is het andere waard, en het moet niet bij proeven en proefjes blijven. Flauwekul, oké, maar het moet wel serieuze flauwekul zijn, geen slappe.
Maar zie, o wonder, zelfs als limerick blijft het gedicht als gedicht overeind en kan fungeren als luik naar de binnenwereld.
Een dichter bekend aan de Nevski
Zag ’s nachts een figuur op een jetski.
Hij herkende zichzelf
In de vreemde spuit elf.
‘Toch curieus dat ík juist die gek zie.’
Robert Kruzdlo zegt
Ik denk. Ik denk te mogen schrijven dat het luik naar de buitenwereld/binnenwereld eerder openstond dan dat het ‘fungeren als luik naar de binnenwereld.’
Ik wil u het zicht op wat het is niet benomen zien worden door deze storende gedachten. Immers elk goed dichter weet dat hij zijn hersens binnenstebuiten moet keren wil hij sterren in letters veranderen. Beethoven wist dit al.
Inmiddels is deze gedachten uw naaste geworden? Hoop ik.