Veld 1 in de kat van de muziekschool ontbreekt en Veld 2 begint met vier lege bladzijden. Op de negentien bladzijden die volgen, staat op één uitzondering na een korte tekst op de linker bladzijde op de plaats die we inmiddels kennen: op een kwart van de pagina en zonder marge. Zeven keer is het een eenregelige tekst, met één keer één woord: duurt.’ De punt en het aanhalingsteken zijn van Van Dixhoorn. De duur heeft lang genoeg geduurd, blijkbaar. Toch is wat ging duren maar net begonnen. Op de bladzij ervoor, met een merkwaardig leesteken: /weer leeft. Maar ‘weer leeft’ komt later terug, zonder leesteken.
Weer leven, stoppen met duren, nog een keer weer leven: op wie of wat dat betrekking wordt niet duidelijk. Het kunnen levende wezens zijn, het kan de muziek zijn die wordt aangeleerd in de muziekschool, het kan het gedicht zijn dat we lezen. Het kan dat alles tegelijk zijn. Veld 2 wekt in veel opzichten de suggestie van een inzet. In latere Velden en in het doel van de opticien vinden we grotere of kleinere variaties op de vorm, hier nog nauwelijks. Bijna steeds staat er tekst op de vertrouwde plek op de linker pagina. Het ontbrekende Veld 1 en de ontbrekende bladzijden aan het begin van Veld 2: de stilte vóór de inzet. In de concertzaal wachten de luisteraars op wat komen gaat. Daarna worden we langzaam vertrouwd gemaakt met iets dat veel weg heeft van een muzikaal thema. Na dat begin vinden we nog één lege linker bladzijde. Ook dat leidt iets in: leegte en rust zullen straks belangrijk zijn. De leegte neem ik visueel waar, rust voltrekt zich in de tijd.
Na de lege bladzijde op de als enige bedrukte rechter pagina één woordje: ‘dit’ – zonder aanhalingstekens. Meteen op de volgende pagina:
dit
3. kent iedereen
Een rare 3. Waar zou iedereen zo’n getal van kunnen kennen? Van het eerdere werk van Van Dixhoorn: zijn eerste vijf bundels werden gestructureerd volgens korte getallenreeksen die hun geheim niet prijsgaven en steeds weer opnieuw begonnen. De zesde bundel was De zon in de pan en daarin speelt het woordje ‘om’ een belangrijke rol. Ook dat komen we tegen. De laatste regel voor de lege bladzijde: om bekend/om bekend. De zon in de pan is gebouwd op de herhaling van ‘om’. Bij de presentatie van de kat van de muziekschool en het doel van de opticien droeg Joost Oomen De zon in de pan of gedeelten daaruit fraai op zijn Joost Oomens voor. En ook Van Dixhoorns zevende bundel is al meteen in het eerste katern te herkennen. Het principe van de vormgeving – tekstje op de linker bladzijde, enz. – is het principe dat werd geïntroduceerd in Verre uittrap.
Een dichter recapituleert zijn oeuvre en dan vooral de ordenende principes daarin, presenteert de vorm waarop hij nu nog maar minimaal varieert, voorziet dat alles van betekenis met werkwoorden als leven en duren. Hij laat zien wat hij als dichter wat betreft vorm en inhoud tot zijn beschikking heeft. De laatste vier woorden zijn alle woorden op de laatste bladzij van Veld 2. Op naar Veld 3.
Laat een reactie achter