Taal vormt de sleutel tot echte artificiële intelligentie. Maar wat schuilt er nu precies onder de motorkap van AI-tools? Redacteurs Cynthia Van Hee en Véronique Hoste geven het antwoord in het eerste Nederlandstalige boek over taaltechnologie.
Vertaalsystemen, spraakbesturingssystemen en chatbots zoals ChatGPT zijn slechts een handvol voorbeelden van AI-toepassingen die steunen op taaltechnologie. De mogelijkheden zijn eindeloos en steeds meer toepassingen vormen vandaag een deel van ons leven. Het AI-domein ontwikkelt razendsnel en taaltechnologie is daar een onontbeerlijke component van. Taal vormt immers de sleutel tot echte artificiële intelligentie; zonder een vorm van taalbegrip zullen slimme systemen en robots in hun functioneren altijd beperkt blijven tot vooraf geprogrammeerde taken.
Een blik onder de motorkap van AI
Maar wat schuilt er nu precies onder de motorkap van de tools die we dagelijks gebruiken? Het antwoord op die vraag brengen redacteurs Cynthia Van Hee en Véronique Hoste in het eerste Nederlandstalige boek over taaltechnologie. “Er bestaat vandaag al heel wat materiaal over AI – vooral in het Engels, maar we vonden het belangrijk om een Nederlandstalig naslagwerk op de markt te brengen dat een brede inleiding biedt in het domein, maar met de nodige diepgang om belangrijke concepten te begrijpen. Op die manier maken we taaltechnologie op een laagdrempelige manier toegankelijk voor een breder publiek.”
Het boek is opgedeeld in drie delen. “In het eerste deel reiken we de bouwstenen aan van taaltechnologie. We leggen uit hoe computers taal zowel kunnen begrijpen als produceren, en waarom die taken soms ook moeilijk blijken. In het tweede deel bespreken we een aantal taaltechnologische toepassingen in detail, zoals chatbots en automatische tekstgeneratie. Het laatste deel werpt een kritische blik op een aantal prangende ethische vraagstukken.”
Taaltechnologie ontrafeld vormt een leidraad voor iedereen die wegwijs wil raken in het domein van taaltechnologie. Het boek helpt je om een beter begrip te krijgen van de werking van taaltechnologische hulpmiddelen, om ze slimmer te kunnen aanwenden, om ze effectiever te kunnen toepassen voor communicatie- en marketingstrategieën of om jongeren wegwijs te maken in de snel veranderende digitale maatschappij.
“We vonden het belangrijk om een Nederlandstalig naslagwerk op de markt te brengen dat een brede inleiding biedt in het domein, maar met de nodige diepgang om belangrijke concepten te begrijpen.” – Véronique Hoste, Cynthia Van Hee
Wat mag je verwachten?
- Toegankelijke uitleg van complexe concepten
- Informatieve illustraties
- Concrete toepassingen van taaltechnologie (zoals profilering, sentimentanalyse en tekstgeneratie)
- Ideeën en tools om zelf aan de slag te gaan
- Een discussie over ethische vraagstukken rond nieuwe technologieën
Over de auteurs
Dit boek is het gezamenlijke resultaat van verschillende taaltechnologen die hun expertise toegankelijk hebben gemaakt voor een breed publiek: Cynthia Van Hee, Véronique Hoste, Orphée De Clercq, Els Lefever, Lieve Macken, Arda Tezcan, Joke Daems en Seza Doğruöz. Alle zijn ze verbonden aan de Universiteit Gent en maken ze deel uit van het LT3 Language and Translation Technology Team van de vakgroep Vertalen, Tolken en Communicatie. Redacteurs Cynthia Van Hee en Véronique Hoste doceren al een aantal jaren over natuurlijketaalverwerking aan de universiteit en daarbuiten om taaltechnologie dichter bij het brede publiek te brengen.
Frank Mutsaers zegt
Het is bekend dat universiteiten moeite hebben om geld te krijgen, dat zal in Vlaanderen niet anders zijn dan in Nederland. En wanneer je dit boek leest dan lijkt het alsof de taalgroep van UGent in zijn geheel gefinancierd wordt door commerciële bedrijven, door Google en Meta. Er is een hele vrolijke blik op de vrije markteconomie, bijna alle voorbeelden gaan over marketeers, beleggers en advertenties, hello surveillance capitalism! Profilering van burgers wordt niet gezien als een probleem maar fijn dat we gerichte advertenties krijgen en dat (zogenaamd) misdaad kan worden opgelost.
Hierboven staat: “Het laatste deel werpt een kritische blik op een aantal prangende ethische vraagstukken.”Wel dat is maar half waar. Heel lichtjes worden allerlei problemen met AI aangeraakt maar het is vooral dat alles goed zal komen.
Zo verbruiken ze veel energie (dit probleem speelt nu!) maar wordt er meteen aan toegevoegd dat AI al die datacentra efficiënter gaat maken, alsof daarmee het huidige probleem is opgelost.
Ook het hele intellectuele eigendomsvraagstuk wordt aangestipt maar toekomstige wetgeving zal dat moeten oplossen, Nee UGent, openAI en consorten jatten nu alles wat los en vast zit en dat is zeer kwalijk, daar is geen toekomstige wetgeving voor nodig daar is vandaag handhaving voor nodig. En zo gaat het bij elk probleem dat AI nu veroorzaakt, ooit lossen we het op.
In het boek wordt de term technochauvinisme uitgelegd maar de schrijfsters hebben zelf niet door dat zij daar al mee besmet zijn.
Alleen Deel 1 is de moeite waard, ik zou de uitgever dan ook verzoeken om een nieuwe uitgave te maken bestaande uit alleen maar Deel 1. Voeg daarbij een woordenlijst met uitleg van alle problemen die AI al veroorzaakt: vooringenomenheid, in-group bias, out-group homogeniteitsbias, raporteerbias, selectiebias, genderbias, statistische discriminatie, technochauvinisme, deepfakes, machtsongelijkheid. (deze termen komen in het boek voor maar worden allemaal als tijdelijk probleem beschouwd, ooit lost diezelfde AI dit op wonderlijke wijze op.)