Op een paard
Een paard stond meer dan 100 jaar
te wachten voor de Horse Shoe Bar.
Daarin zat dokter J. van Dieren
de Slag bij Waterloo te vieren.
‘Hij lust hem,’ sprak de trouwe klepper,
‘die ouwe streptococcenmepper.
Dat wordt beslist weer nachtwerk, net
als laatst, toen Leiden was ontzet.’
Op een mandril
Een zeer kortzichtige mandril
droeg houten glazen in zijn bril.
‘Men ziet’ – zo sprak hij zeer tevreden –
‘er weliswaar iets minder mede,
maar boven is, beweert men vaak,
een nieuwe zondvloed in de maak,
en practische mandrillen blijven
dan op hun brillenglazen drijven.’
– Zo sprekend liep hij in de mond
eens krokodils, die open stond.
Wilt hieruit deze lering puren:
koopt gij een bril, neem dan een dure.
Kees Stip (1913-2001)
uit: De dierkundige dichtoefeningen van Trijntje Fop (1955)
Abonnees van Lauren Jz Coster krijgen iedere werkdag een gedicht per e-mail.
Laat een reactie achter