De bibliotheek
Ik ging er terug, maar het was geen keren,
daar is geen tijd, hoogstens een geur.
De kasten, lang en eender, brachten aan het licht
hoe levensjaren worden ingericht, ook de mijne.
Ik zag ze zij aan zij en de hiaten; ik kwam
tot aan een tafel, dacht alles weer te weten,
personeel was hier verzameld en gezeten,
ook ik was erbij.
Waaraan ik bezig was geweest werd door mijzelf
gewezen: een stapel dozen, die keurig allemaal
hetzelfde wogen. De taak leek dan gerezen,
het door de gangen tillen, een voor een,
het op de lege plekken zetten …
Ik was mee verzameld en erbij gezeten,
wij sloegen mij gade, wij schudden nee,
dat niet, door mijn bedrijvigheid,
voltooid het laatste werk en zo van dit gebouw
de zielsrust breken zou.
Nico Slothouwer. (1956-1987)
Abonnees van Lauren Jz Coster krijgen iedere werkdag een gedicht per e-mail
Laat een reactie achter