Literatuurliefhebbers kennen Herman Brusselmans van zijn mooie roman De man die werk vond uit 1985, die als klassiekertje in de Nederlandstalige letterkunde nu dus bijna aan zijn veertigste verjaardag toe is. Een wat minder kieskeurige lezersschare bleef Brusselmans nadien volgen. Zelf mocht ik, bij mijn jaarlijkse ronde langs onze eerstejaars Nederlands in Nijmegen, tot zo’n tien jaar geleden vaststellen dat Brusselmans door sommige scholieren gelezen werd als opmaatje naar the real thing, zoals de brievenboeken van Reve. De laatste jaren wordt Brusselmans ook door eerstejaarsstudenten nauwelijks nog genoemd, en indien zo, dan als teevee-persoonlijkheid.
Brusselmans manifesteerde zich intussen ook als columnist en daarbij onderscheidt hij zich overtuigend en steevast als totaal ongeestig, gespeend van elke vindingrijke formulering, en geeft hij qua inhoud messcherp blijk van weldoorleefde middenstandsopinies of erger, meningen waarvan je, kort samengevat, in elk geval nou nooit eens denkt: tof gezien, scherp geformuleerd, hoor, Herman. Zo beledigde hij in de jaren negentig al Ann Demeulmeester, schoffeerde hij zangeres Anouk (‘Deze blonde del weigert om de pil te slikken omdat haar kop er nog dikker van zou worden; ze gebruikt geen condoom omdat anders de binnenkant van haar flamoes naar verbrand rubber zou smaken, en voor het zingen de kerk uit vertikt ze puur uit misplaatst feminisme, zodat er in een aantal jaar tijd zes kinderen uit haar lendenen gekatapulteerd werden’), en maakte hij zich boos over Bregje Hofstede en Alma Mathijsen, in een erg onleuke seksistische tirade (‘Zo’n Bregje Hofstede verlangt ernaar om ’ns heel hard in de flamoes te worden gebuffeld door een echte man als ik. Maar tevoren moet ze wel haar snor afscheren.’).
En nu heeft hij dan gedoe vanwege een totaal doorgeschoten column over de oorlog in Gaza, waarin hij opmerkt dat hij ‘iedere Jood die hij tegenkomt een puntig mes door de keel wil rammen’. Interessant detail hierbij is dat de hele rel de Nederlandse media pas bereikte toen de Nederlandse auteur Arnon Grunberg (da’s ook een romanschrijver en columnschrijver in Humo) bekendmaakte dat hij niet meer met Brusselmans in hetzelfde blad wenste columneren. Voorts zijn Joodse organisaties woedend en ondernemen stappen en deed een mensenrechtenorganisatie aangifte, waardoor de Belgische justitie de column nu ‘onderzoekt’.
Nu kun je heel veel onaardigs zeggen over de persoon Brusselmans en z’n teksten, maar niet dat hij een bewapende straatvechter is, met een strafblad vanwege ernstige openlijke geweldpleging. Gevoeglijk aangenomen mag dus worden dat hij niet daadwerkelijk met een ‘puntig mes’ in Gent de straat zal opgaan op zoek naar Joodse stadsgenoten, en dat wij de gewraakte zinsnede in kwestie dan ook als overdrachtelijk, parabolisch, hyperbolisch, anabolisch, symbolisch of wat dan ook dienen op te vatten. Een feitelijk dreigement met een feitelijk wapen is het in elk geval dus niet.
Brusselmans gebruikt de technieken van een columnist. En als je mij dienaangaande om mijn mening zou vragen, dan hebben we het in het onderhavige geval over een fantasieloze, op gefrustreerd effectbejag gebaseerde, onzinnige, onleuke, onsmakelijke en compleet van de spreekwoordelijke pot gerukte tekst. Vintage Brusselmans dus, schrijfsel uit de pen van een steeds minder erkende scribent die tot zijn en ieders spijt op zijn 65-ste nog altijd niet succesvol een definitief punt wist te zetten achter zijn puberteit.
Dat vastgesteld hebbende, moeten wij allen – zijnde liefhebbers van het vrije woord, toch? – eventjes doorbijten. Vrijheid van meningsuiting kent geen restricties. Dat betekent dus niet dat wij die vrijheid van meningsuiting alleen maar verdedigen zolang het maar het uiten van meningen betreft die ons welgevallig zijn. Ook de idiote, slecht geformuleerde, ons tegen de borst stuitende idiotiën, waandenkbeelden en alleszins anderszins kotsenswaardige meningen dienen onvoorwaardelijk beschermd te worden.
Als we alleen vrijheid van mening toestaan zolang het gaat over meningen die ons bevallen, dan wordt dat hele idee immers een beetje een holle frase, nietwaar?
Bart Haers zegt
Men dient inderdaad de vrijheid van meningsuiting te waarborgen, want in het andere geval kan men er nooit zeker van zijn dat de eigen, misschien stompzinnige mening weggedrukt wordt. Nu, dat gebeurt ook, door redacties en zo. Maar het punt is dat men opinies, die men politiek abject vindt, moet kunnen bestrijden. De campagne voor Remain bleef in de pers relatief zacht zoemen, vergeleken met het verbose geweld van de Brexiters, zoals Farage en Johnson.
In Nederland hebben de media Geert Wilders – en dus diens eenmanspartij – en ook Forum voor Democratie veel ruimte gegeven. Voor FvD hielp het voorlopig niet echt, maar Wilders werd enigszins onverwacht de grootste partij. Er hebben zich weinig (gezaghebbende) stemmen uitgesproken voor democratie, parlement en intellectuele kennis. In Vlaanderen zegt VB nu dat ze de achteruitgang van het onderwijs betreuren. Er is geen partij, behalve de N-VA die in het parlement en de regering de ontscholing is gaan bestrijden. Maar ook hier zegt men wel VB horribel te vinden, maar doet men er weinig aan om mensen te overtuigen van wat er wel van belang is en goed werkt.
Marc van Oostendorp zegt
Ik ben er voor om zoveel mogelijk in gespek te treden, maar er zijn wat mij betreft wel grenzen. Ik zou in ieder geval niet precies weten wat in te brengen tegen de opinie dat het wenselijk is om “iedere Jood die je tegenkomt een puntig mes door de keel te rammen”. Waar te beginnen? Argumenten geven waarom het beter is om mensen niet te vermoorden enkel omdat ze tot een bepaald volk behoren? Is iemand die iets dergelijks verkondigt uberhaupt uit op een rationeel debat?
De grote Duitse schrijver en journalist Kurt Tucholsky (1890-1935) schreef over het in geschrifte bestrijden van het fascisme van Hitler: “Es lohnt nicht – so tief kann man nicht schießen.”
Frits zegt
Die man is helemaal niet uit op een rationeel debat. Wat Brusselmans schreef hoort niet in een behoorlijk debat. Debatteren kan heel goed en waarschijnlijk zelfs beter zonder zijn grofheden. Met zo’n man zou ik ook niet willen praten, want ik weet niet hoe je als fatsoenlijk mens zou kunnen of moeten reageren op dat soort uitlatingen.
Jozef Haazen zegt
“Gedachten zijn krachten, levende entiteiten, positieve en/of negatieve energieën, engelen of duivelen, suras of asuras, zinnebeeldige bezoekers die de mens bevliegen en beïnvloeden. Wie was er echter eerst, de mens of de gedachte, een vraag uit de metafysica. Slechts weinigen zijn aan het antwoord toe, behalve de Wijze voor wie een munt drie zijden heeft”. [Lín Chung He] N. v. d. r. Brusselmans kan hieruit veel leren, evenals de stier in de porseleinen winkel.
Pek van Andel zegt
Waarom plaatste Humo zijn antisemitische column eigenlijk? En waarom bleef dat tot nu toe geheel onbesproken?
Marc Kregting zegt
Op die vraag met copy-paste uit eigen werk antwoorden:
‘Aan de opiniepagina ligt minstens een vraag ten grondslag: doe iets balsturigs dat zich onderscheidt van wat er bij onze concurrent gebeurt. Dat daarbij de actor ‘schrijver’ elk verlangen inwilligt, blijkt uit een akkefietje in 2006. Toen publiceerde Humo als column van Arnon Grunberg een afrekening van iemand die zich als hem had voorgedaan, voor wraak op een vrouw. Andersom mat anno 2008 Saskia De Coster zich in De Standaard voor een opiniestuk de naam aan van de erevoorzitter van de Boerenbond (na haar schorsing als columniste, die haar deed overstappen naar concurrent De Morgen, kwam ze eerst in beeld terug in het weekendmagazine, als model in leer op het autocircuit te Francorchamps).’
(De ware marsrichting. Opinismen. 2017: 32)
Robert Kruzdlo zegt
Marc, ja en dan. Grunberg kan niet zeggen wat hij denkt, nooit ofte nimmer omdat hij niet kan schrijven als vrij mens, kunstenaar, en daarom een icoon geworden is van het onvrije woord. Wie zegt wat hij denkt wordt vermalen met zijn eigen woorden. Was dit niet Wittgenstein die dit schreef. Grunberg is een kers op de taart van de onvrije literaire wil, overal bijhoren en nergens zijn. Misschien zit hij in/op de maan als filosoof te kijken naar de aarde om erbij…, erbij te horen. Waar bij te horen? Precies bij het onvrije woord.
Kruzdlo Robert zegt
Pek, goede vraag waar nooit antwoord opkomt. Wie gooit de eerste steen.
Jozef Haazen zegt
Humo is reeds jarenlang een periodiek dat ervan houdt mensen op te jagen en te kwetsen. Gewetenloos, onder het mom van een vrije, eigengereide meningsuiting die degelijke journalistiek ontsiert. Sommige columnisten zijn heus geen vredestichters. De tijd nadert dat verbaal geweld door moedige rechters zal afgestraft worden. Woorden zijn immers vaak wapens die aanzetten tot onrust en agressie. Niet zelden gefrustreerde schrijvelaars hebben geen besef van wat ‘vrijheid’ feitelijk is. Welnu: “Vrijheid is verbondenheid in harmonie”. Dat is wat anders dan de maatschappelijke ontbinding waaraan sommige perslui zich regelmatig schuldig maken. Liggen zij zelf niet aan de basis van de mogelijke inperking van hun misbruikte persvrijheid?
Robert Kruzdlo zegt
Het “doorschieten” in een tekst, column is een kunst die Herman Brusselmans niet beheerst, mede door zijn, hierboven genoemde psychologische interpretatie, onvolwassenheid; en nimmer onder de knie zal krijgen omdat hij de vaardigheid mist van een groot schrijver, menselijk inzicht, en, omdat de meeste lezers onvolwassen zijn, hij nimmer tegengas heeft gekregen, ja de Herman Brusselmans de grensverleggende doorschietende fantasma onvolwassen is gebleven, gelegen op zijn spijkerbed zichzelf kietelt, niet hoger komt dan de flamoes, de holtes van de vrouw en zijn knoert van ideeën, het doorschieten een allegorie een inkt-spuitende-ejaculatie taalmachine, het sadomasochisme, het vrije woord hier verdedigt moet worden, de onderbuik dé vrijheid moet behouden, omdat de schrijvershand kan gaan waar het ook NIET mogelijk is en al die achterlijke etiketten die op Herman Brusselmans geplakt worden, omdat er geen competente etiketten bestaan, alleen incompetente etiquetten bestaan, zo blijkt uit psychiatrische geschriften, de psycholoog incompetente taalkundige alleen nog meer onheil aanricht, het voor Herman Brusselmans des duivels moet zijn…., houd u het vol, bevredigend, opliftent, hij op een uiterst schaamteloze wijze, wettenloos, gewetenloos zijn vrije mening geeft. Chapeau voor de stierenkop, de zogenaamde geesteszieke schrijver heeft toch zijn doel bereikt. De ongebluste drift van een mening. Wat, als hij net zo knuffelbaar zou zijn als Arnon Grünberg, die voor velen ook een klootzak is. (Dautzenberg.) Waar is het scheutje mededogen? Ik ben uitgehijgd. U¿
M.M.Haverkamp zegt
Herman Brusselman legt uit hoe hij schrijft. De nieuwe contrabas:
https://denieuwecontrabas.blog/028-de-nieuwe-contrabas-podcast-brusselmans-au-serieux/#:~:text=Waarin%20Herman%20Brusselmans%20zijn%20oeuvre,ongewoon%20serieus%20voor%20zijn%20doen.
M. Haverkamp zegt
Waarin hij letterlijk zegt dat hij nog een man is van 16 jaar.
Ronald V. zegt
Ik denk niet dat Brusselmans, in sommige kringen beter bekend als Lullemans, een antisemiet is. Ik denk wel dat hij veel last heeft van zijn door hemzelf onbegrepen onderbuik en dat hij, mild gezegd, niet altijd in staat is om gevat de warrige oprispingen van zijn onnozele onderbuik in taal uit te drukken. Derhalve, onderzoek door Justitie is weinig wijs en is een vorm van geld- en tijdverspilling. Justitie, ga echte boeven opsporen en vangen en laat in kletskousen gestoken dorpsidioten met rust.
De gewraakte passage van Brusselmans doet me een beetje denken aan de ouderwetse uitdrukking: iemand aan de punt van je zakdoek rijgen.
Sympathiek van de heer Joosten dat hij ondanks alles toch oog heeft voor een leesbaar boekwerkje van Brusselmans.
Grunberg staat, zo begrijp ik, aan de basis van de huidige affaire Brusselmans. Was het niet Grunberg die op nogal overtrokken wijze Mona Keijzer, minister, de les las toen zij zei dat antisemitisme nogal wijd verbreid was in islamitische landen?
Maar het raarste vind ik toch dat zowat alles dat schrijft, wel ergens een podium krijgt om zijn of haar mentale meningitis breeduit te etaleren. Wat is dat toch met al die mensen die denken dat literaire, quasiliteraire en pseudoliteraire auteurs de wereld wel eventjes vlot in hapklare, voorgekauwde brokken kunnen duiden? Laat wereldduiding over aan nuchtere, geleerde academici, die in staat zijn hun menselijke, al te menselijke onderbuik tussen vette haken te plaatsen.
De affaire Brusselmans gebruiken als opstapje naar o zo diepzinnige politieke analyses lijkt me een paar sprongen te ver.
Jona Lendering zegt
Eerst even een onjuistheidje wegpoetsen: dat de rel de Nederlandse media pas bereikte toen Grunberg erover schreef, is niet helemaal waar. De klacht van de European Jewish Association is meteen opgepikt.
https://www.villamedia.nl/artikel/joodse-organisatie-begint-zaak-tegen-herman-brusselmans-en-tijdschrift-humo?
Nu ter zake. Volgens mij gaat het niet over de vrijheid van meningsuiting. Die is onbegrensd, maar dat wil niet zeggen dat woorden geen consequenties hebben en dat je er niet op kunt worden aangesproken.
Daaruit volgt, denk ik, dat je als schrijver moet weten wat je doet. Als het antisemitisme hand over hand toeneemt, moet je weten dat jouw woorden gevolgen kunnen hebben. Brusselmans zal zeker geen mes trekken, maar hij had kunnen bedenken dat anderen dat wel kunnen doen. En daarop mag hij worden aangesproken.
Te stellen dat een columnist alles mag beweren omdat het vrije woord volstrekt vrij is, lijkt mij zoiets als zeggen dat literatuur consequentieloos is en dus irrelevant. Met die gedachte heb ik moeite.
Ronald V. zegt
Bedankt voor uw correctie.
De adjuncthoofdredacteur van Humo is trouwens bedreigd.
https://www.nu.nl/media/6324861/adjunct-hoofdredacteur-humo-met-de-dood-bedreigd-na-column-brusselmans.html
Al die oververhitte reacties. Mensen, toch.
Pek van Andel zegt
Beluister hier de reactie van Arnon Grunberg vanuit de VS op de Belgische Radio 1: https://radio1.be/lees/arnon-grunberg-over-column-brusselmans-die-tot-zijn-opstappen-leidde-ik-vind-dat-excuus-van-satire-hier-niet-geldt?utm_source=radio1&utm_medium=email&utm_campaign=radio-1&utm_content=67028&utm_term=12359996
Frits zegt
Op nu.nl stond onlangs ook een stuk over Brusselmans naar aanleiding van het besluit van Arnon Grunberg om niet meer in hetzelfde blad als Brusselmans te willen publiceren. Nu.nl schreef: “Herman Brusselmans is een gevierd en gerespecteerd schrijver die in zijn vele boeken en teksten graag scheldt en schampert, gretig gebruikmakend van hyperbolen en schuttingtaal.”
Een innerlijke tegenstelling. Hoe kan iemand die zich te buiten gaat aan schelden, schamperen, gretig gebruikmakend van hyperbolen en schuttingtaal, een gevierd en jawel, gerespecteerd schrijver zijn? Blij dat ik niks van hem gelezen heb. Van mij mag hij linea recta bij het oud papier. Is het schrijven van een column een vrijbrief voor schelden, schamperen en schuttingtaal (prachtige alliteratie overigens!)? Ik zie dat niet.”
Frank Mutsaers zegt
En lees ook de column van Jamal Ouariachi in Trouw:
De aandacht gaat opnieuw niet uit naar de slachtoffers van genocide
https://www.trouw.nl/opinie/de-aandacht-gaat-opnieuw-niet-uit-naar-de-slachtoffers-van-genocide~b524df76/
Marc van Oostendorp zegt
Hierbij wil ik graag aantekenen dat Grunberg schrijft in de open brief waarin hij toelicht waarom hij zijn medewerking aan Humo heeft opgezegd:
“Inderdaad, laat het over Gaza gaan, stijg eindelijk boven jezelf uit en ontdoe je van de zeven hoofdzonden en het oneindig aantal variaties daarop, de festivalitis, en andere vormen van dat vermoeide human interest en vul het blad van de eerste tot en met de laatste pagina met Gaza. En niet een keer, maar elke week, tot en met Kerstmis, en bij voorkeur Kerstmis 2026.”
https://www.standaard.be/cnt/dmf20240813_93845052
Men kan zich grote zorgen maken, en kwaad worden, en de vuisten ballen over wat er in Gaza gebeurt en tegelijkertijd het antisemitisme in Brusselmans column veroordelen. Het ene doet niet af aan het andere.
Robert Kruzdlo zegt
Frank, ondanks dat Trouw Top-down reageerde is het nog steeds buikloop van reacties, maar zonder kern. Niet dat dit de vrijheid van meningsuiting belemmert wel zijn er verschillende vrijheden die om een plek vechten in journalistenland. Ook jij. Hier. Of Jamal nu gelijk heeft of niet maakt niets uit. Jamal is ook maar een toeter die om vrijheid roept die er niet is. En die roeptoeters hebben een column. Of daarmee de vrijheid van meningsuiting wordt gediend dat denk ik niet. Gelukkig maar.
Gijs zegt
Ik ben opzich ook wel voor vrijheid van meningsuiting, maar ik trek de grens bij columns.
p zegt
Laten we hopen dat de laatste dagen van de huidige adjunct-hoofdredacteur bij Humo geteld zijn. Niet omdat hij bedreigd is, maar vanwege zijn dienstbetoon in dezen: Het plaatsen van die kolom, en ook de manier waarop hij zich nadien verdedigde. “Qui s’excuse, s’accuse.”
Pek van Andel zegt
En Brusselmans laten ophouden met zijn kolommen in Humo, en Arnon Grunberg vragen met zijn columns door te gaan.
Pek van Andel zegt
“p zegt” (zie boven voor dit tikduiveltje) had natuurlijk moeten zijn ‘Pek van Andel zegt’. En ik vind nu nog steeds dat Humo moet blijven bestaan, en dan zonder deze nalatige adjunct-hoofdredacteur. En o ja, zonder deze abjecte Herman Brusselmans. En natuurlijk met onze evenwichtige Arnon Grunberg. ‘Errare humanum est, perseverare diabolicum.” (Seneca senior aut junior dixit. De ene was oomzegger van de andere). Wij maken nu onderscheid tussen incidentele en structurele fouten, maar ik prefereer deze maxime van de Seneca’s.
Anneke Neijt zegt
Ik mis de nuance in het debat. Gaan we conflicten oplossen met in een opwelling opkomende ingrepen, net als Brusselmans doet: voortdurend in een opwelling dingen schrijven? De oplossing die uit dit overleg volgt is: Grunberg weg als columnist (want hij zal waarschijnlijk niet op zijn besluit willen terugkomen), Brusselmans weg als columnist (maar hij zal blijven schrijven zoals hij doet), hoofdredacteur weg. De zaak is belangrijk, omdat we voortdurend met conflicten te maken hebben, ook als het niet gaat om daden maar woorden. Wat kunnen we leren uit dit op zich geheel onbelangrijke conflict?
: J. Eissink zegt
In de besproken column verplaatst Brusselmans zich in het leed dat onschuldigen is aangedaan. Had hij bijvoorbeeld getracht zich te verplaatsen in ouders van een kind dat door een pastoor was verkracht en daarbij gedacht zoiets als “Ik had zin om elke katholiek die ik tegenkwam een verhitte ijzeren staaf in het achterwerk te duwen”, dan was er amper ophef geweest.