Veel te veel geluk verwacht. Niet genoeg
gestampt, gebeten. Laf, in eigen vlees
gesneden. Eigen ruiten ingesmeten. Neergehurkt
zitten grienen waar de meeste stenen vielen.
Volgzaam en te braaf geweest. Weggebleven
van het feest. Rondgehinkt in glazen muiltjes.
Vloeren nagevlooid op vuiltjes. Nooit
alleen op reis geweest. Iedere week
bij hen te biechten. Bidden, bidden en plichten
in het huwelijksbed verrichten
Onweer
Mijn zomerhuis mijn brandbaar lichaam
onder mijn balsemhand mijn geurige boog
uit zachte vlakten groeit de bliksem
vijfvingerig in de nacht omhoog.
Een koperen boom een heilig teken
een huiver aan de lucht geplant
mijn donkere brand mijn tedere weemoed
mijn vuurzuil in dit kwetsbaar land.
Dan regent het een goddelijk zingen
een geur van hooi gij geeft u prijs
mijn kruidentuin mijn open woning
mijn minnaar tastbaar paradijs.
Aleidis Dierick (1932-2022)
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere werkdag een gedicht in hun mailbox
Jozef Haazen zegt
Aleidis Dierick, een van de grootste Nederlandstalige dichters van de zopas voorbij generatie.