Interview met Gioia-Ana Ulrich Knežević, vertaalster naar het Kroatisch en oprichter van uitgeverij Lector
Hoe ben je begonnen met het leren van Nederlands? Wat was je eerste indruk van de taal?
Toen ik afgestudeerd was in Duits en Engels heb ik aan de Universiteit van Zagreb drie jaar lang Nederlands gevolgd bij het lectoraat. In het begin werden de colleges verzorgd door Paul van den Heuvel, later door Miranda van ’t Wout. Omdat mijn grootmoeder Nederlandse was – zij is overleden toen ik klein was – beschikte ik over een basiskennis, en Nederlands klonk voor mij niet vreemd of exotisch. Ik begreep veel omdat ik om de paar jaar mijn familie in Nederland bezocht.
Kun je ons vertellen over je eerste vertaalproject uit het Nederlands?
Mijn allereerste opdracht was een kort verhaal geschreven door Manon Uphoff, dat ik uitgekozen en vertaald heb voor het Kroatische Short Story Festival. Daarna heb ik jarenlang korte verhalen geselecteerd van auteurs uit Nederland en België, die dan ook te gast waren op hetzelfde Festival. Het eerste boek dat ik uit het Nederlands vertaald heb, is Het volgende verhaal van Cees Nooteboom. Dit jaar is het precies twintig jaar geleden.
Wat trok je aan in het vertalen van Nederlandse literatuur naar het Kroatisch?
De liefde voor literatuur, maar ook het feit dat de Nederlandse literatuur tot dan toe vrijwel onbekend was in Kroatië, er waren bijna geen vertalers die uit het Nederlands vertaalden. Tot dan toe werden er zeer weinig literaire werken naar het Kroatisch vertaald, meestal via een andere taal. Tijdens mijn studie ben ik al begonnen te vertalen, uit het Duits en het Engels, voor diverse kranten en voor de Kroatische radio. Een paar jaar werkte ik als ondertitelaar bij de Kroatische televisie, net afgestudeerd. Daar krijg ik ook de gelegenheid Nederlandse films en series te vertalen. Toen ik in 2003 door de uitgeverij Pelago benaderd werd om de roman Het volgende verhaal naar het Kroatisch te vertalen, was ik dolblij, omdat ik al een tijdje stilletjes op zo’n kans had gewacht.
Hoe blijf je bij met nieuwe ontwikkelingen en trends in zowel de Nederlandse als de moedertaal literatuur?
Ik blijf op de hoogte van wat er gebeurt in de literaire wereld door recensies en tijdschriften te lezen, maar ook door recent verschenen boeken die mijn aandacht hebben getrokken. Ook probeer ik zo vaak mogelijk naar Nederland te gaan. Het liefst verblijf ik in het Vertalershuis in Amsterdam.
Welke Nederlandse auteurs of werken hebben een bijzondere invloed op je gehad?
Harry Mulisch, Gerard Reve en Cees Nooteboom. En Grunberg. Toen ik Blauwe maandagen had gelezen voor een literatuurcollege tijdens mijn studie in Nederland, was ik meteen weg van Grunberg en vandaag de dag kan ik hem niet weerstaan.
Zijn er bepaalde aspecten van de Nederlandse taal die je bijzonder mooi of interessant vindt, zoals specifieke uitdrukkingen, woorden of grammaticale structuren?
Samengestelde woorden vind ik heel interessant, en vooral praktisch. Slavische talen tolereren dergelijke structuren niet. Spreekwoorden vind ik soms heel grappig. Er zijn er nogal wat die een equivalent in het Kroatisch hebben. (Bijvoorbeeld: “Een gast en een vis blijven drie dagen fris.”) Ja, en dan is er ook het woordje ‘er’; voor buitenlanders en studenten Nederlands een van de lastigste woordjes van de Nederlandse taal.
Wat heeft je gemotiveerd om je eigen uitgeverij op te richten en hoe is dat proces begonnen?
Bij veel boeken die ik heb gelezen, dacht ik: jammer dat ze niet naar het Kroatisch zijn vertaald. Toen heb ik een aantal uitgevers benaderd, maar de meesten hebben een vooraf gepland programma en luisteren niet naar de suggesties van de vertaler. Allen Turks fruit van Jan Wolkers werd op mijn voorstel geaccepteerd, dus heb ik de roman voor uitgeverij AGM naar het Kroatisch vertaald. Zo kwam ik op het idee mijn eigen uitgeverij op te richten. Naast Nederlands, Duits en Engels spreek ik ook Italiaans en Spaans en dat helpt enorm. Ik hoef niet te wachten op, bijvoorbeeld, een Engelse of Duitse vertaling van een werk om het te kunnen lezen.
Welke problemen ben je tegengekomen bij het opzetten van je uitgeverij en hoe heb je deze overwonnen?
De meeste mensen van de uitgeverswereld probeerden me van dat riskante idee af te brengen, omdat de tijd voor dergelijke zakelijke stappen niet de meest gunstige is. In de laatste jaren zijn wij in Kroatië getuige van de sluiting van boekhandels en uitgeverijen. De grootste problemen zijn van financiële aard en die moeten wij steeds weer overwinnen. Op de markt te komen met het eerste boek is voor een nieuwe uitgever een moeilijke taak. Veel bibliotheken en boekwinkels hebben ons afgewezen omdat ze nog nooit van ons hadden gehoord. Mijn man nam dat deel van de klus over. Je moet heel volhardend zijn, maar het is het waard. Tot nu toe hebben we alleen maar positieve reacties gehad van lezers en critici. Vandaag kan ik met trots zeggen dat ik blij ben met mijn beslissing om mij bij de uitgeverswereld aan te sluiten.
Wat onderscheidt jouw uitgeverij van andere in de markt?
Lector is een kleine uitgeverij die een paar titels per jaar uitgeeft en daarom kiezen wij ze heel zorgvuldig uit; voornamelijk fictie, ontdaan van alle trivialiteiten, die zowel qua inhoud als qua stem van de auteur opvalt. Tot nu toe waren dit vooral titels uit het Nederlandse, Scandinavische en Afrikaanse taalgebied. Dit jaar hebben wij ook een roman van de Italiaanse auteur Pino Roveredo uitgegeven. Het zijn dus hoofdzakelijk boeken van Europese schrijvers.
Kun je een aantal van de boeken of auteurs noemen die je hebt uitgegeven en waar je bijzonder trots op bent?
Eigenlijk moet ik toegeven dat ik trots ben op alle boeken die ik uitgegeven heb. Als ik er iets uit moet kiezen, dan Tirza van Arnon Grunberg en de Kopenhagen-trilogie geschreven door de grote Deense schrijfster Tove Ditlevsen. Beide titels werden zowel door lezers als pers erg goed ontvangen. Bijzonder trots ben ik ook op De sneeuwslaper, een verhalenbundel van Marlene van Niekerk. Het is de eerste vertaling uit het Afrikaans naar het Kroatisch ooit. Het werd vertaald door mijn voormalige student, nu collega, Toni Bandov.
Wat zijn je toekomstige plannen voor de uitgeverij? Zijn er bepaalde doelen of projecten waar je naar uitkijkt?
Ik zou blij zijn als we door zouden gaan zoals voorheen. Momenteel hebben wij twee nieuwe boeken in voorbereiding. Tove Ditlevsens roman Vilhelms kamer en Kolbeinseiland van de IJslandse schrijver Bergsveinn Birgisson. Ik besloot mij ook te wijden aan vertalingen van kinderliteratuur. In onze bibliotheek “Onder de regenboog” verschenen Een kleine kans van Marjolijn Hof en Toen niemand iets te doen had van Toon Tellegen. Volgend jaar zijn we van plan een prentenboek uit te geven, Groter dan een droom van Jef Aerts met illustraties van Marit Tornquist. Ik kijk ernaar uit, het is ons eerste prentenboek.
Wat zijn volgens jou de belangrijkste kwaliteiten die iemand moet hebben om succesvol te zijn in de vertaal- en uitgeverswereld?
Een vertaler zou in het bezit moeten zijn van een uitstekende schrijfvaardigheid in de doeltaal om prettig lezende teksten te produceren. Kennis van het culturele kader is ook van wezenlijk belang. Tegelijkertijd moet hij de geest van de brontaal goed kennen, wat ik van cruciaal belang acht voor literaire vertalingen. Over de uitgeverswereld zou men uitgebreid kunnen praten. Ik ben van mening dat je moedig moet zijn en bereid om risico’s te nemen, vooral als je serieuze literatuur publiceert. Naast redactioneel werk moet je ook een goede ondernemer zijn.
Hoe zie je de toekomst van het Nederlands onderwijs en de Nederlandse literatuur in Kroatië?
Tegenwoordig is er in Kroatië meer belangstelling voor het leren van Nederlands dan voor andere talen, bijvoorbeeld Duits. De interesse voor de studie Nederlandse taal- en cultuurkunde aan de Universiteit van Zagreb is groot en er is nooit een probleem geweest om de vrije plaatsen te vullen. Zo waren er in 2015 zelfs 366 kandidaten voor 16 plaatsen. De afgelopen jaren zijn er in Kroatië onafgebroken werken van Nederlandse en Vlaamse auteurs verschenen en dat gaat niet veranderen. Een goed boek vindt altijd zijn weg naar de lezer.
Gioia-Ana Ulrich Knežević (1971) is afgestudeerd aan de Universiteit van Zagreb met een diploma in de Duitse en Engelse taal en literatuur. Van 1996 tot 1999 volgde zij een lectoraat Nederlands aan de dezelfde Universiteit. In 2001/2002 studeerde zij Nederlands aan de Vrije Universiteit in Amsterdam. Ulrich Knežević vertaalt boeken en literatuurtheoretische teksten uit het Nederlands, Duits en Engels naar het Kroatisch. Van 2007 tot 1999 was zij werkzaam als journaliste voor de cultuurkrant Vijenac en van 1999 tot 2009 als redactrice in de cultuurkrant Zarez. Van 2004 tot 2008 werkte zij ook als beëdigd freelance tolk en vertaalster. Zij stelde een bloemlezing korte verhalen van Nederlandse auteurs samen (Protiv mora, 2008). Van 2008 tot 2018 verzorgde zij colleges Nederlandse letterkunde en vertalen aan de Universiteit van Zagreb. Vanaf 2019 tot 2023 gaf zij een werkcollege Vertalen naar het Kroatisch aan dezelfde Universiteit. In 2016 heeft zij de uitgeverij Lector opgericht. Ulrich Knežević heeft werk vertaald van onder anderen Cees Nooteboom, Arnon Grunberg, Jan Wolkers, Tim Krabbé, Toon Tellegen, Wytske Versteeg, Max Velthuijs en Marjolijn Hof.
Froukje zegt
Bewonderenswaardig waardig en interessant om eindelijk zoveel informatie over deze boeiende persoonlijkheid te krijgen, daar in persoonlijk contact Gioia zéér bescheiden is.