De tekst is de weergave van een referaat op het symposium ‘Van isolasie na internasionalisering: Tendense in Suid-Afrikaanse navorsing die afgelope 30 jaar’ van de Suid-Afrikaanse Akademie vir Wetenskap en Kuns, 19 september 2024. Dit artikel zal in drie delen worden gepubliceerd.
Verbindingen tussen Afrikaans en Nederlands: Een literatuurgeschiedenis van uitwisseling
Een transversaal literatuurpanorama, met verbintenissen en vensters tussen taal- en cultuurgebieden en diverse literaire polysystemen, kan niet volstaan met een descriptieve benadering. De dynamische processen van productie, distributie en receptie (of consumptie) in de respectieve literair-institutionele contexten bepalen de beeldvorming wederzijds van Afrikaanse en Nederlandstalige literatuur. Er zijn natuurlijk aanzienlijke verschillen tussen literaire systemen in verschillende talen, op andere continenten, gezien de uiteenlopende maatschappelijke en culturele context waarin de literatuur van het Afrikaans en van het Nederlands functioneert. De literaire tradities zijn verschillend, de literaire culturen zijn anders en de culturele inbedding van literatuurproductie verloopt langs verschillende wegen. En toch. Een literatuurgeschiedenis over meer dan een eeuw van kruisbestuiving, contacten en verbanden, zal hoe dan ook aandacht hebben voor de literair-culturele omgevingen die in de Lage Landen en in Zuid-Afrika om evidente redenen ànders zijn.
Ook dit is een uitgangspunt: “[Literaire cultuur] is geen onveranderlijk begrip. De verhalen die we daarover vertellen zijn noodzakelijkerwijze tijdelijk en beweeglijk; ze ontstaan in dialoog met betrokkenen en vakgenoten, bij voorkeur zelfs als meervoudige uitwisselingen in teamverband, ze zijn aan ontwikkeling onderhevig en zullen ook herhaaldelijk bijgestuurd moeten worden. Deze zichzelf corrigerende en nooit eindigende dialoog onder wetenschappers kan door de literatuurgeschiedschrijving probleemloos gehanteerd worden en laat ook alle ruimte voor komende generaties” (Gelderblom & Musschoot 2017: 15).
Literatuur in beweging: Historische en maatschappelijke contexten na 1994
Deze observatie wensen we tot slot mee te geven. Voor de literaturen in zuidelijk Afrika zijn sinds het jaar 1994, het jaar van de politieke transitie naar een democratie, literatuurhistorische overzichten verschenen in Zuid-Afrika, niet met de focus op één enkele taal maar met aandacht voor de diverse etnisch-culturele context, de dynamiek van en de verhouding tussen verschillende talen in een geografisch gebied, in een land waar in vele talen literatuur wordt geproduceerd. Die talen staan net zoals de sprekers en culturen in verbinding. Na 1994 is er zoals gezegd meer aandacht voor een amalgaam van inheemse talen en culturen. Een contactgeschiedenis tussen talen van Zuid-Afrika is hoe dan ook nodig, maar dat is niet de doelstelling van ons onderzoek. Illustratief is Southern African Literatures (1996, 2003²) van Michael Chapman, waarin literaire trends in Zuid-Afrika aan bod komen, zoals de orale tradities lang voor de oprichting van de verversingspost van de VOC aan de Kaap (1652), en ook literaire tradities in Angola, Malawi, Mozambique, Namibië en Zambia. We vermelden voorts The Cambridge History of South African Literature (2012) van David Attwell en Derek Attridge (red.) en A History of South African Literature (2004) van Christopher Heywood. Vermeldenswaard is dat Chapman een andersoortige literatuurgeschiedschrijving voorstelt. Op grond van wijzigende politieke omstandigheden, post-1994 dus na apartheid, moeten bestaande literatuurgeschiedenissen worden herzien. Post-apartheid dringt zich een letterkundig panorama op waarbij veeltaligheid in zuidelijk Afrika, maar ook binnen de Afrikaanse cultuurgemeenschap, de centrale focus is. Na 1994, geopolitiek in een anders georganiseerde maatschappij waarin ook andere talen dan alleen het Afrikaans en het Engels worden erkend, drong zich haast vanzelf een nieuw concept op om aan literaire geschiedschrijving te doen.
Het is evident, zoals Louise Viljoen stelt in Internationale Neerlandistiek, om na te denken over constructies van literatuurgeschiedenis in veranderende maatschappelijke en politieke omgevingen (2014: 9; https://www.dbnl.org/tekst/_nee005201401_01/_nee005201401_01_0002.php).
Onderstaande onderzoeksvragen zijn overgenomen uit het onderzoeksprogramma dat aan collega’s is voorgelegd in een hybride seminarie naar aanleiding van het studieverblijf in het Stellenbosch Institute for Advanced Study.
- Intertextuality: how do Dutch texts refer to works in Afrikaans, and vice versa?
- Interaction: how do Dutch and Afrikaans cultural agents, including authors, publishers, translators, and reviewers, mediate or steer the exchange between the two language traditions?
- Internationalism: how do audiences in the two language communities consume texts, both in original language and in translation?
- Interpretation: what are the social and political consequences of exchanges between Afrikaans and Dutch cultural and literary practices?
Een meer uitgebreide beschouwing over uitgangspunten, theoretische omkadering en methodologie van het literatuur-historisch onderzoeksproject is eerder gepubliceerd op Voertaal. De SAAWK-lezing is gebaseerd op overwegingen in de vierdelige bijdrage: https://voertaal.nu/deel-1-naar-een-trans-systemische-en-dialogische-contactgeschiedenis-van-afrikaanse-en-nederlandstalige-literatuur/ .
Laat een reactie achter