De nieuwe tijd
De tijdgeest wisselt van gestalte.
Er kan nu meer nog dan geen jaar geleden.
Alsof zojuist de luchtauto voor iedereen
was uitgevonden. Men weet nog niet precies
welk pathos zal passen bij de nieuwe tijd.
De natuur wacht af. Er is geen toezicht.
Alleen de helderheid van een welopgevoede winter.
Het blijft verwarrend? De pasbenoemde goden
kennen de kwetsbaarheden van de elementen niet.
Zij rekenen op gehoorzaamheid en macht.
Wie daarover lacht, in het verborgene,
zich snel verplaatst, van rijweg naar trottoir,
wie liever niet de goden ziet, ook nieuwe niet,
kiest zich een wolk tot masker. Voorlopig helpt het,
tot de dag waarop de nieuwe geesten zijn ingewerkt.
K.L. Poll (1927-1990)
uit: Rakelings (1956)
Abonnees van Laurens Jz Coster krijgen iedere werkdag een gedicht in hun mailbox
Laat een reactie achter