Sylvia Witteman en Een revolverschot
Alle positieve aandacht voor mooie boeken is natuurlijk goed. Toch klinken de loftuitingen van Sylvia Witteman in haar column in de Volkskrant van afgelopen zaterdag ergens een beetje… eh, tsja, vals. Niks mis met lovende woorden voor Virginie Loveling en haar boek Een revolverschot, waarover zij in superlatieven schrijft. Maar hoe beweert Witteman dat ze deze vondst deed?
Bij het – immer likkebaardend – grasduinen op DBNL stuitte ik op Een revolverschot (1911) van de Vlaamse Virginie Loveling. De titel deed een goedkope detective vermoeden, en die naam, Virginie Loveling, klonk verzonnen, als een vrouwelijke sidekick van James Bond. Maar het bleek toch echt haar eigen naam, sterker nog, zij bleek een tante van Cyriel Buysse, die ik hoog heb zitten. Nóg sterker, ze bleek in haar tijd zeer beroemd; ze is alleen niet in ‘de canon’ terechtgekomen, wat toch wel te denken geeft (zie boven).
En in dat ‘(zie boven)’ zit venijn. Witteman verwijst hier naar de beginregels van haar column, waar ze schampert over een vrouwelijke lezer:
Ik ken iemand die ‘alleen nog boeken van vrouwen leest’, omdat ze in haar jeugd ‘een canon van mannelijke schrijvers kreeg opgedrongen’. Zelf doe ik aan dergelijke flauwekul niet mee; ik lees gewoon alles wat ik in handen krijg. Als het een fijn boek is lees ik het uit, en als het me niet bevalt stop ik ermee; een simpele en prettige gang van zaken.
Dat we het maar weten: Witteman is niet woke, doet niet aan al dat rare vrouwen-in-de-canon-gedoe. Zij doet haar eigen onderzoek en daalt geheel zelfstandig af in diepste krochten van de DBNL. En op die manier stuitte zij dus eigenmachtig op een vergeten parel van meer dan een eeuw oud, zijnde Een revolverschot van Virginie Loveling.
En dat is nou precies het puntje waar zich een vraag opdrong: zou Witteman het nou écht niet weten, of enigszins geniepig doen alsof? Uitgerekend die sneer naar de vrouwelijke lezeres doet het laatste vermoeden.
Want Een revolverschot is drie jaar geleden heruitgegeven door Uitgeverij De Geus en nog steeds in elke boekhandel te koop. Die herdruk ging gepaard met de nodige aandacht. Annelies Verbeeke, ook niet de eerste de beste, verzorgde een nawoord. De heruitgave kwam tot stand door een geslaagde lobby van Fixdit:
‘Schrijverscollectief Fixdit streeft naar meer diversiteit in de canon en de literaire wereld. Door o.a. acties, essays, open brieven en gesprekken wil Fixdit het bewustzijn over genderongelijkheid in de letteren vergroten en de canon uitbreiden met werk van belangrijke vrouwelijke auteurs.’
Aha, daar hebben we het type lezeressen dus over wie Witteman zo schamperde. Hun initiatief had in elk geval succes. Want alleen in 2021 verschenen, vaak grote, artikelen over Een revolverschot in, onder andere, Het Parool (Dieuwertje Mertens), Trouw (Sofie Messeman), De groene Amsterdammer (Bert van Raemdonck), NRC Handelsblad (een prachtig essay van Manon Uphoff), en Tzum (Marie-José Klaver). Daarnaast kreeg Een revolverschot tot heden vijftig reviews op Goodreads en 61 beoordelingen op Hebban.
Witteman is in elk geval niet de exclusieve, eigenzinnige voortrekker die ze pocht te zijn. En dan is er nog die popi slotzin van haar column:
Die canon, hè? Daar moet maar héél gauw iemand plaatsmaken voor Virginie Loveling.
En, tsja, ook dat is al gebeurd. In haar eigenste Volkskrant had Witteman (op 6 oktober 2022) kunnen lezen over de nieuwe Nederlandse Literaire Canon uit 2022, waarin Een revolverschot wel degelijk te vinden is. Op een 88ste plaats, wat misschien laag lijkt, maar nog altijd netjes gepositioneerd is tussen Arthur Japins Een schitterend gebrek en Reves Nader tot u.
Nou goed, Witteman is dus minder origineel dan ze opschept. Maar reclame voor dit boek is altijd OK. We moeten ons in de donkere dagen maar houden aan die oude songtekstregel: ‘I think that any loving’s good loving’.
Maar misschien is het wel een goed idee als Witteman af en toe de laptop dichtdoet en eens naar een boekwinkel gaat.
Jos Joosten zegt
Annelies Verbeke werd helaas met een ‘e’ teveel geschreven…