Het is weer zover! De Nederlandse literatuur staat opnieuw in de schijnwerpers van het Italiaanse publiek. Precies 23 jaar geleden, in 2001 was de literatuur van Nederland ook al eregast op de Italiaanse boekenfestivals. Dat was toen samen met de Vlaamse literatuur.
Al tijdens het vorige gastlandschap maakten de Nederlandse instanties en uitgevershuizen grote indruk op Italiaanse journalisten en cultuurdragers vanwege hun samenwerkingscapaciteiten en de marketingtechnieken waarmee ze onze letteren aan de man te brachten. Ook dit keer is men bezig met een vlekkeloze informatie- en promotiecampagne. Dit is vooral te danken aan het Nederlands Letterenfonds, dat als een spin in het web de werkzaamheden van de andere publieke spelers in het veld, met name de diplomatieke vertegenwoordigingen – de ambassade te Rome en het Consulaat-Generaal te Milaan – begeleidt. Deze instanties treden coördinerend en ondersteunend op voor alle activiteiten, in nauwe samenspraak met uitgevers, schrijvers, vertalers en literaire agenten.
De campagne, looptijd september 2024 – september 2025, heet “La scoperta dell’Olanda. Un anno di libri dai Paesi Bassi” [De ontdekking van Nederland. Een jaar lang boeken uit de Lage Landen]. In dit campagnejaar kan de Nederlandse literatuur rekenen op extra belangstelling tijdens alle belangrijke boekenmanifestaties in Italië. Een jaar lang zullen Nederlandse schrijvers Italië aandoen en hun literatuur en cultuur illustreren voor allerlei soorten publiek, op diverse literaire festivals. Een goede gelegenheid om – vaak ook samen met de vertalers – te communiceren met de Italiaanse lezers, hun voorkeur te peilen, hun interesses te meten.
Het absolute hoogtepunt van dit gastlandschap wordt de Salone del Libro van Turijn (15-19 mei 2025), de grootste boekenbeurs van Italië en één van de belangrijkste in Europa,
Italië is een belangrijk podium voor onze literatuur. Niet alleen vanwege het bemoedigende aantal vertalingen van Nederlandse werken in het Italiaans. Maar ook omdat de Italiaanse cultuur als typische exponent van de Romaanstalige wereld niet heel veel affiniteit heeft met de Nederlandse cultuur. Uitdagingen te over om het publiek op jouw hand te krijgen!
De vakgroepen spelen mee
Nieuw is ditmaal dat de vakgroepen neerlandistiek in Italië bij de campagne worden betrokken. Het precedent hiervoor was de succesvolle samenwerking met Duitse universitaire vakgroepen tijdens de Buchmesse 2024 in Leipzig. Deze samenbundeling van krachten van de universitaire neerlandistiek, het Letterenfonds, de diplomatieke vertegenwoordigingen en onze “alma mater” Taalunie wordt nu verder doorgetrokken naar Turijn.
Aangezien dit een primeur is, hebben de vakgroepen neerlandistiek meteen maar besloten om hun beste beentje voor te zetten. De inzet van de vakgroepen zal zich uiten op drie vlakken. Ten eerste, onderzoek en disseminatie. Er wordt momenteel gewerkt aan een essaybundel met uiteenlopende onderwerpen waar een interessant team van literaire vertalers en docenten neerlandistiek allerlei bijdragen aan levert. De redactie is in handen van Marco Prandoni, universiteit van Bologna, en Franco Paris, kersverse hoogleraar Nederlandse taal en letterkunde aan de universiteit Orientale van Napels. Naar het voorbeeld van Leipzig 2024 zal deze bundel worden gepresenteerd in Turijn 2025.
Ten tweede, de didactiek. De Italiaanse studenten neerlandistiek zal een stem worden gegeven, aangezien zij stuk voor stuk een belangrijke rol spelen bij de verspreiding van de Nederlandse taal en cultuur in hun land. Als de financiële ondersteuning van de Taalunie doorgaat, gaan studenten van diverse vakgroepen aan de slag om onder coördinatie van de afdeling neerlandistiek van de universiteit van Trieste een gefilmde podcast te maken waarin ze vertellen over allerlei zaken, zoals de rol van het Nederlands in hun leven, welke aspecten van de Nederlandse samenleving zij interessant vinden of welke Nederlandse boeken hun voorkeur hebben.
Het derde vlak waarop de vakgroepen ijveren, is dat van de bemiddeling tussen de Italiaanse en Nederlandse cultuur. De vakgroepen hebben er al krachtig voor gepleit om tijdens presentaties van Nederlandse schrijvers aan het Italiaanse publiek zoveel mogelijk gebruik te maken van beroepstolken en -vertalers: dus communicatie in en uit de Nederlandse taal tijdens de manifestaties, en geen toevlucht nemen tot een lingua franca als het Engels. In de eerste plaats, omdat het niet alleen gaat om “stemmen op schrift”, maar om het luisteren naar Nederlandse stemmen, want dat wordt vaak gewaardeerd door het publiek. Voorts kun je er niet omheen dat het communiceren in de eigen taal enorme voordelen heeft. Kijk maar wat onze kosmopolitische Cees Nooteboom desgevraagd zei in 2014, in een interview met de Italiaanse journaliste/schrijfster Leonetta Bentivoglio. Voor hem is het een kwestie van roots en vocabulaire: “Als ik in het Nederlands schrijf, is het alsof ik orgel speel. Als ik in het Engels zou schrijven, dat ik toch wel goed ken, zou het zijn alsof ik een spinet bespeel. Mijn taal heeft immense mogelijkheden”.
Twee andere hoogtepunten op de gastlandagenda
PordenoneLegge
Naast de Salone del Libro in Turijn is een belangrijk literair evenement het leesfestival PordenoneLegge, dat jaarlijks wordt gehouden in het stadje Pordenone, in Noordoost-Italië. In september 2024 is daar het Nederlandse gastlandschap van start gegaan. Sterspreker was toen Geert Mak, vertolkt door Gabriella Nocentini (https://www.pordenonelegge.it/autori/geert-mak).
Dedica-festival
Een andere belangrijke ontmoeting is het Dedica-festival. Dit leesfestival is 31 jaar geleden in het leven geroepen, ook alweer in Pordenone. Het festival heeft een unieke formule, want het is opgebouwd rondom een belangrijke persoonlijkheid van de internationale cultuur. Tijdens een intensieve week toneel, gesprekken, muziek, kunst en boeken wordt men volledig ondergedompeld in de wereld van de schrijver die als gast van die editie is gekozen.
De editie van 2025, die op 15 maart van start gaat en op 22 maart eindigt, wordt gewijd aan Kader Abdolah, naast Nooteboom de meest vertaalde Nederlandse auteur in Italië. Kijk eens hoe Kader wordt gepresenteerd: “autore fascinoso dalla capacità narrativa degna di uno ammaliante cantastorie…, intreccia passato e presente, realtà e immaginazione, lingua e letteratura di contesti culturali diversi, col dichiarato intento di costruire un ponte di dialogo tra Oriente e Occidente” [een boeiende schrijver met het talent van een betoverende verhalenverteller…, hij vermengt heden en verleden, werkelijkheid en verbeelding, taal en literatuur uit diverse culturele contexten, met de duidelijke intentie om een dialoog tussen oost en west tot stand te brengen”] (https://dedicafestival.it/edizione/2025-kader-abdolah/).
Voor de Italiaanse neerlandistiek is dit een fraaie kans om een belangrijke partij mee te blazen in het Nederlandse gastlandschap. Zo raken we steeds meer ingebed in de bemiddeling tussen onze beide culturen en verfijnen we onze vaardigheden als gateopeners van onze letteren.
Wiens schuld is het dat de Vlaamse en Nederlandse literatuur worden gepresenteerd als twee verschillende dingen? Ik ervaar dit als erg fout.
die vraag moet gericht worden tot het Nederlands Letterenfonds en Flanders Literature.