Uit Portretten en verzen, een postuum verschenen bloemlezìng uit haar werk, met verschillende portretten.
Wie jong is, woont als in een schemering.
Nog onbestraald door zon van zekerheid
wil ’t hart den weg naar de verhevenheid
zoeke’, en ziet niet dat het vaak dalend ging.
En als een man, die zijn moeder verwijt
het lijfsgebrek, dat hij van haar ontving,
klaagt hij natuur aan, dat ze elk sterveling
hoogere wenschen heeft in ’t hart geleid
dan hij bereiken kan, door wil in daad.
Maar nadat hij lang alles heeft verklaagd
wat niet zich-zelf is, wordt zijn toorn verdriet,
en hij weent om zijn hoogmoed, en dan slaat
het uur waarop hij, vrijwillig verlaagd,
rijp wordt voor vreugde, die hij nog niet ziet.
Henriette Roland Holst (1869-1952)
Abonnees van Laurens Jz Coster krijgen iedere werkdag een gedicht in hun mailbox
Laat een reactie achter