•• Uit Onze tijd in de ruimte, de nieuwe bundel van Jan-Paul Roseneberg.
Lof van het landleven
Welkom op onze erven, stedeling, hier ademt groei
in glazen stolpen rond de megastal, ons bastion
waar vorm vertrouwenwekkend functie volgt.
Alom rijpen er granen en seizoenen
breken weids, caleidoscopisch
uit hun voegen.
Ploeg met ons mee, urbane dwaalgeest, ploeg
de voren open, proef ontginning in het hart
van dit décor vivant met purpertulpen
boven blauwend zand, scherp gras
onder het vee. En weet,
o stadsmens, weet
wij leiden hier zintuiglijke levens, spelen
in de streektaal braakland af tot een rondeel
van lam en lentebloesem, luisterrijke luchtpartijen
hebben wij verkaveld tot een werelddeel.
•••
O wee woestenij
Voorzienend zeist het Grote Plan ons maaiveld glad.
Ze graven schuldeloze beemden af, op meenten
laten ze machines los en strooien leegte rond.
De sloten worden drooggepompt, verknipt
op gindse akker floddert nog een vogelschrik, de wind
drijft schaduwen zijn ogen in en een verlate bronst
waarin de zomerlucht nog lonkt, het najaar vonkt
op ingekeerde niemandszon, de mond
ademt een regen die tot modder stolt, half
dreigement, half satelliet komen orkanen op
als valkuil voor het ondermaanse: deze kavels
waar Gods voetstap werd gewist uit onze moedergrond.
Jan-Paul Rosenberg (1966)
uit: Onze tijd in de ruimte (2025)
Abonnees van Laurens Jz Coster krijgen iedere werkdag een gedicht in hun mailbox
Laat een reactie achter