Opmerkingen vooraf voor de docent:
In deze lesopening gaan we taalwetenschappelijk redeneren, taalwetenschappelijke bronnen (Onze Taal, Schrijfwijzer en een blog op taalpraat.nl) bestuderen, het verschil tussen taalnorm, taalgevoel en taalwerkelijkheid bespreken en bekijken of deze reclame-uiting effectief communiceert. Het blog is nog een geschikte tekst om een argumentatie uit te halen en leesvaardigheid te oefenen.
Maak vooral duidelijk dat je wilt weten óf ze een probleem ervaren en zo ja, waarmee precies. Hun taalgevoel is hun taalgevoel!
Je kunt met deze reclame zo ver gaan als je wilt: alleen proeven of zelfs naar de gebruiksaanwijzing kijken – alles is goed. Opdrachten op papier of alleen een klassengesprek – alles kan.
Voor leerlingen die wat verder zijn in Engels, is het volgende grapje op Instagram leuk.
Met materiaal is tot en met opdracht 4 geschikt voor 3-havo en 3-vwo, al vinden leerlingen het op die leeftijd nog wel lastig om na te denken over taaluitingen. In 2-havo levert de reclame ook een leuk gesprek op, maar vooral verbazing. In 5-vwo kun je er natuurlijk veel sneller doorheen en is het echt meer een appetizer, die ze wel erg boeiend vonden. De vijfde klas heeft heel snel in de gaten waar het wringt, zelfs al bij opdracht 1, toen er een leerling kwam met ‘Alles proefde lekker’ en een ander meteen zei: ‘Nee, alles smaakte lekker, toch?’
De leerlingen vinden wel dat je als docent overdrijft: ‘We weten toch wat er bedoeld wordt?’ En als je dan als docent zegt: ‘Nou, ik niet, wat staat er eigenlijk? Hoe moet ik dit begrijpen? Wie is die ‘ie’? Wat is die ‘ie’?’ Dan zeggen ze: ‘Mevrouw, ‘het gehakt’ is die ‘ie’.’ De kwestie proeven / smaken is het probleem niet, dat verschil voelen de meeste leerlingen, de kwestie zit hem eventueel in de verwijzing. Hoe verbeter je die? Bijvoorbeeld met interpunctie? Een komma of een dubbele punt na ‘lecker’? Dan is de ‘ie’ een persoon. Maar eigenlijk vinden ze met ‘ie’ verwijzen naar ‘het gehakt’ geen punt. Ander voorstel: ‘We maken er ‘smullen’ van, met een ‘ö’.”
Dus: hoewel ze het onzin vinden, vinden ze het ook erg interessant om op deze manier naar taaluitingen te kijken.
Om te zien of leerlingen het verschil tussen proeven en smaken zelf ervaren is het belangrijk het reclamebord nog niet te laten zien, maar eerst opdracht 1 te doen.
Laat de leerlingen vijf minuten zinnen schrijven. Inventariseer verschillende zinnen op het bord, hopelijk zitten er een paar met ‘proeven’ en ‘smaken’ bij. Als dat niet zo is, geef dan de instructie om nog twee zinnen te schrijven: één met ‘proeven’ en één met ‘smaken’. Schrijf er daar ook een aantal van op het bord. Mogelijk zitten er zinnen bij die ‘proeven’ in de betekenis van ‘smaken’ hebben: als het de leerlingen niet opvalt, laat het dan even voor wat het is.
Zie onderaan dit document voor voorbeelden uit de gegeven lessen.
Afhankelijk van hoe je jezelf ziet en wilt laten zien: taalliefhebber, taalenthousiasteling, taalfanatiekeling kun je de reclame introduceren als iets waarvan jouw brein kortsluiting krijgt. De reclame is te zien in abri’s en bv. op Pinterest en op X.
Veel woorden worden geschreven op een zogenaamde ouderwetse manier (‘vleesch’) om ambachtelijk over te komen.
Opdracht 2: wat zou kunnen opvallen:
- het gebruik van de ‘ck’ in plaats van ‘kk’ / ‘k’ (de functie daarvan zou kunnen zijn dat die spelling verwijst naar het pre-industriële tijdperk, naar het zogenaamd ambachtelijke van het product, dat dus smakelijker zou zijn).
- de spelling ‘proefde-ie’: hoe spreek je dat dan uit? Waarom zou hier gekozen zijn voor een soort spreektaal? Zeggen we niet ‘proefde die’?
- ‘ie’ = die of hij, maar het verwijst naar ‘gehackt’ (dat je ook kunt lezen als het voltooid deelwoord van ‘hacken’) en dat is ‘het gehakt’. Er zijn leerlingen die denken dat ‘ie’ ‘je’ is.
- het lettertype is ook klassiek / ambachtelijk, net als de vrouw (vegetarische slager?) met de wortelen en het grote (vlees?)mes.
- de verpakking verwijst naar een muurtegel: muren van slagerijen zijn vaak van voor naar achter en van links naar rechts betegeld.
- de basilicumblaadjes laten de versheid zien.
- het woord ‘proeven’ terwijl ‘smaken’ bedoeld wordt. Misschien valt het een leerling op, anders kun je verwijzen naar de zinnen van opdracht 1 waarin de leerlingen zelf zinnen gemaakt hebben met al dan niet het juiste (? volgens de taalnorm) onderscheid. Zie opdracht 3.
Na opdracht 3 kun je stemmen: wie vindt alleen ‘het gehakt smaakt lekker’ goed, wie vindt daarnaast ook ‘het gehakt proeft lekker’ goed? Taalnorm / taalwerkelijkheid / taalgevoel.
Opdracht 4: dan staat er dus iets als dat een onbekende hij (‘ie’) nog nooit zo lekker aan het proeven was, niet dat het ‘gehackt’ zo lekker smaakt.
Opdracht 5: Hij vindt dat het door elkaar gebruiken van de werkwoorden ‘begrijpelijk’ is, maar omdat er twee grammaticale constructies verwisseld zijn, vindt hij het wel vreemd als iemand ‘Het proeft lekker’ in plaats van ‘Het smaakt lekker’ zegt. (zesde alinea)
Voorbeelden van zinnen van klassen onderaan.
Leerlingmateriaal voor op het bord:

Opdracht 1:
Voor de laatste les voor de vakantie hebben jullie allemaal lekkere, zelfgemaakte hapjes meegenomen en het ene hapje is nog lekkerder dan het andere! Weer thuis vertel je hoe lekker het allemaal was. Schrijf voor jezelf minstens vijf zinnen met steeds een ander werkwoord op, waarin je uitlegt hoe je genoten hebt. Begin bijvoorbeeld met:
- Het was het lekkerste wat ik ooit …
- Alles ….
Opdracht 2:
Veel bedrijven produceren eten, zo ook “De vegetarische slager”. Dat bedrijf heeft zijn vegetarische gehakt vernieuwd en wil dat onder de aandacht brengen met het volgende reclamebord.
Beschrijf wat je allemaal opvalt aan de tekst en de afbeelding.
Opdracht 3:
Als je een vraag over taal hebt, kun je terecht bij het genootschap “Onze taal” dat een taalloket heeft. Daar worden veel vragen al beantwoord, en zo niet: dan kun je ze je vraag sturen. Voor het verschil tussen ‘smaken’ en ‘proeven’ is er al een antwoord.
Ook Jan Renkema, een autoriteit op het gebied van schrijftaal, beschrijft in zijn Schrijfwijzer datzelfde verschil.
Ben je het eens met dit onderscheid? Maak je zelf dit onderscheid ook? Kijk hiervoor naar de zinnen die je bij opdracht 1 bedacht hebt. Vind je het erg als andere mensen dit onderscheid wel of niet maken?
Opdracht 4:
Wat staat er dan eigenlijk op dat reclamebord?
Opdracht 5:
Marcel Lemmens schrijft in zijn stuk “Smaken verschillen” op de website taalpraat.nl uitgebreid over deze kwestie naar aanleiding van een televisieprogramma:
Wat vindt hij?
Opdracht 6:
Als je nu het bord nog eens bekijkt, vind je het dan een effectieve reclame of niet? Leg met ten minste drie argumenten uit waarom je dat vindt.
Maak nu een betere reclame.
Voorbeelden uit gegeven lessen:
2-havo
Het was het lekkerste wat ik ooit heb gegeten / opgepeuzeld / opgesmikkeld.
Het was zo lekker dat het wegsmolt in mijn mond.
Alles was zo heerlijk om te eten.
Ik zou het wel vaker willen eten.
Het zag ook zo lekker uit.
smeuïgste – ooit naar binnen gewerkt
Het was heerlijk smullen.
Het was een lekkere maaltijd.
proeven – Ik heb nog nooit zoiets lekkers geproefd.
Er was genoeg te eten, dus we konden alles proeven.
Het proefde alsof je in een vijfsterrenrestaurant at.
smaken – Het smaakte hemels. /
NIET KAN: Ik heb nog nooit zoiets lekkers gesmaakt. *
3-havo
Het leek wel een vijfsterrenrestaurant.
Ik heb nog nooit zoiets lekkers geroken.
Ik vond het zó lekker!
Het zag er lekker uit.
Iedereen had het heel gezellig.
Het voelde alsof er een engeltje over mijn tong piste.
Het was erg smaakvol.
3-vwo
Dat was het lekkerste wat ik ooit gegeten / verorberd heb.
Ik heb nog nooit zoiets lekkers geproefd.
De smaakpapillen op mijn tong waardeerden het.
Na enkele hapjes gegeten te hebben, wist ik het zeker.
Het lekkerste was helaas snel op.
Het rook allemaal heerlijk.
Er zat niets vies tussen.
5-vwo
Ik heb nog nooit zo lekker gegeten.
Het heeft nog nooit zo lekker gesmaakt.
Alles was lekker.
Alles proefde lekker.
Alles smaakte lekker.
In de reclame van de vegetarische slager verwijst ‘ie’ niet per se naar de woordgroep ‘het gehakt’. Dat is alleen het geval als je alle tekst op het reclamebord als één mededeling leest, inclusief die op de afgebeelde verpakking. Je kunt de mededeling boven de afbeelding ook zo lezen alsof ‘ie’ buitentalig verwijst (bijvoorbeeld deiktisch of situationeel naar de afgebeelde maaltijd) of met de suggestie dat de reclamezin deel uitmaakt van een langere talige interactie waarin de referent van ‘ie’ wel wordt genoemd (bijvoorbeeld met het potentiële vervolg “… deze maaltijd”).
Het doel van de les lijkt te zijn dat de leerling reclameuitingen die afwijken van de taalnorm als ‘niet effectief’ gaat bestempelen. ‘Effectief’ zouden dan genormeerde uitingen zijn en de genoemde genormeerde alternatieven zouden voorbeelden zijn van zulke effectieve reclameuitingen. Die opzet gaat eraan voorbij dat die alternatieven saai zijn en hij geeft de leerlingen de onterechte indruk dat de reclamemakers een dommigheid zouden hebben begaan. Dat hun gebruik van een niet-standaardtalige vorm zowel bewust als effectief zou kunnen zijn – een veel voor de hand liggender aanname – wordt niet onderkend. Sterker nog: het woord ‘eigenlijk’ in opdracht 4 leert de leerlingen dat zelfs bewuste afwijkingen van de taalnorm ‘oneigenlijk’ zouden zijn.
Daardoor wordt een les die tot waardevolle taalbeschouwing had kunnen leiden een lesje in taalmoralisme, waar de leerling vooral van onthoudt dat het gebruik van niet-standaardtalige vormen geen gerechtvaardigde keuze zou kunnen vormen.
De oefening gaat voorbij aan de crux van “gehackt”. “Vegetarisch gehakt”, zoals in de tekst meerdere keren gemoemd, bestaat niet. Gehakt is een vleesproduct (rund/varken) en mag niet gebruikt worden voor producten die geen vlees bevatten. Vandaar “gehackt¨, aardige double entendre overigensmet het inbreken in computers. Er is niets ambachtelijk aan deze gehackt.
Ik moest even zoeken om die basilicumblaadjes te vinden. Dit is een logo voor Vegan produkten. Geen idee hoe deze gedroogde plantenmassa vers zou kunnen zijn.
“Maak een betere reclame” in opgave zes, geeft het juiste antwoord op het eerste deel al weg.
Terzijde is “bv.” tegenwoordig een gangbare afkorting?
En tenslotte waarom zien we reclames op X of Pinterest en niet met X of Pinterest?
Wat een leuk lesidee! Actueel en uit de directe leefwereld, maar dan aangeboden op een manier waardoor je leerlingen uitdaagt hierover op een metatalig niveau (maar toch laagdrempelig) te reflecteren.
Momenteel wordt er gewerkt aan de vernieuwing van het schoolvak Nederlands, waarin onder andere het ontwikkelen van inzicht in de overtuigingskracht van teksten, reflecteren op taalactiviteiten en creatief taal leren gebruiken belangrijke doelen zijn.
Al deze doelen komen in samenhang terug in deze opdracht, waarbij mij in de voorbeelden van leerlingantwoorden opvalt dat de onderbouwers creatiever lijken te zijn in hun antwoorden dan de bovenbouwers.
Natuurlijk is er altijd wel een kleinigheid aan te merken op opdrachten die een ander bedenkt, maar hoe heerlijk is het dat er collega’s zijn die bereid zijn zelfbedacht en volledig uitgewerkt lesmateriaal zo te delen? Ik vind het een prachtig initiatief.
Wat een leuk en origineel idee voor een les! Het lijkt me goed om op deze laagdrempelige manier met leerlingen in gesprek te gaan over de schrijfwijze en de daarmee samenhangende verschillende betekenissen van woorden die ze gewoon in het (al dan niet vegetarisch ;-)) wild tegenkomen!
Inspirerende lesopzet. Jammer dat ik geen les meer geef, nu kan ik het idee niet toepassen. Op afstand genoten. En verder: wie op ieder slakje zout legt, eindigt zouteloos.