
Sonnet
Het hert dat sterft met hagel in zijn lijf,
de honden die met zwerende ogen zwerven,
de kat die wordt gespijkerd op een rijf,
de apen die in warenhuizen sterven,
de ratten en de merels en de mol
en de insekten die niet mogen leven,
het frêle jachtluipaard betaalt zijn tol,
men zal de stier zijn trage doodsteek geven.
De ganzen op de aarde vastgeprikt,
het proefkonijn om ’s mensenwil gestikt
en het verdriet van runderen en schapen,
van paarden in de mijn, van muizen op de maan,
van lijsters die verblind het blinde net in gaan,
van kinderen die men uit puin moet rapen.
Fernand Handtpoorter (1933-2007)
Abonnees van Laurens Jz Coster krijgen iedere werkdag een gedicht in hun mailbox
Laat een reactie achter