• Door naar de hoofd inhoud
  • Skip to secondary menu
  • Spring naar de eerste sidebar
  • Spring naar de voettekst
Neerlandistiek. Online tijdschrift voor taal- en letterkunde

Neerlandistiek

Online tijdschrift voor taal- en letterkundig onderzoek

  • Over Neerlandistiek
  • Contact
  • Homepage
  • Categorie
    • Neerlandistiek voor de klas
    • Vertelcultuur
    • Naamkunde
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Archief
    • 10 jaar taalcanon
    • 100 jaar Willem Frederik Hermans
  • Jong Neerlandistiek
  • Frisistyk
  • Mondiaal

Kreupeldichten voor ooms en tantes en nichten

16 juli 2025 door Ton van Strien Reageer

Micro-literatuurgeschiedenis

Portret van Suzanna Wilhelmina Brandt (1687-1759), door Adriaen van der Werff, 1716. Collectie-Six CS00097-000. Datering volgens RKD.

Bij het afscheid van Johan Koppenol van de VU, 3 juli 2025

Als we alle tijd en geld van de wereld zouden hebben, wat zouden we dan met ons vak doen? Zo heb ik de vraag van vandaag voor mezelf samengevat. Ik wil de organisatoren nog eens heel hartelijk danken voor de uitnodiging om daar vandaag iets over te zeggen. Maar, zonder valse bescheidenheid, ik begrijp ook wel waarom ze mij erbij hebben gevraagd. Want ik héb natuurlijk alle tijd van de wereld, en het geld komt op een of andere manier vanzelf. In het vervolg wil ik graag laten zien dat het de moeite waard is je onder die omstandigheden (óók, zeg ik er maar bij) bezig te houden met ‘kreupeldichten voor ooms en tantes en nichten’.

Mijn onderzoek van de laatste tijd gaat al terug tot de jaren zeventig, toen ik assistent was van een van Johans voorgangers hier aan de VU, Leen Strengholt. Hij dacht aan een studie annex bloemlezing uit de Nederlandse poëzie van de periode 1680-1740, destijds nog meer dan tegenwoordig literair fly-over country, door Knuvelder afgedaan in hoofdstukjes onder titels als ‘de tweede generatie’, ‘de derde generatie’ en als ik mij goed herinner zelfs ‘de vierde generatie’. Strengholt stuurde mij dus naar de Oude Drukken van de VU voor wat nadere verkenningen in die periode. Ik had het niet beter kunnen treffen. Zo veel te beleven – om de titel aan te halen van het afscheidscollege (1999) van Johans directe voorganger, Marijke Spies. Het project heeft mij dan ook nooit losgelaten en ik heb ook altijd veel gehad aan de aantekeningen die ik toen gemaakt heb.

Om de zaak een beetje behapbaar te maken heb ik het werkterrein beperkt tot één familie die door die hele periode heen dichters leverde, en waarvan Geeraerdt Brandt en Suzanna van Baerle vaak als stamouders worden genoemd. Hierbij een sterk ingekort schema.

Vet gedrukt zijn de namen van de dichters van wie dichtbundels zijn uitgegeven. Maar ik weet inmiddels dat bijna de hele familie gedichten schreef, mannen en vrouwen én kinderen (al hielden die kinderen niet altijd zelf de pen vast).

Het is zeker niet alles micro wat deze mensen schreven! Er zijn epossen bij, treurspelen, heldinnenbrieven en ambitieuze leerdichten; Frans de Haes II schreef over de beruchte aardbeving van Lissabon in 1755, in een fascinerende mengeling van historisch onderzoek, poëtische verbeelding en boetepreek. Maar veel is van het volgende kaliber. Zie de opschriften van de ‘Geboortedichten’ van Frans de Haes I:

  • Aen myne nichte Zuzanne de Haes, toen zy in haer zeventiende jaer tradt, 27 april 1680
  • Aen myn’ vader, toen hy LX jaren oudt was, 15 september 1680
  • Aen myne ega Kornelia Brandt op haar eenentwintighste verjaren, 6 oktober 1684
  • Op den eersten verjaerdag van myn zoontje Geraert. Aen myne vrouwe, 24 september 1685
  • Aen mynen neef Albert Viruly op zyn 16 verjaerdagh, 16 juli 1688
  • Aen myne waerde Moeie Anna de Haes op haar zeventighste verjaren, 13 januari 1687
  • Op den jaerdagh van myn zoontje Joan de Haes, 3 november 1688
  • Op het jaargetyde van mynen vader (ongedateerd)
  • Geluk aen den heere Joannes van Duuren […] met zyn’ eerstgeboren zoon (ongedateerd)
  • Het jaergetyde van den heere Petrus Bos, leeraer der remonstranten te Rotterdam (ongedateerd)
  • Aen mijne zuster Anna Brandt, op haer jaergetyde (ongedateerd)
  • Ter verjaringe van myne ega Kornelia Brandt , 7 oktober 1689

De inhoud biedt ongeveer wat de titels beloven. Nicht, wat was je toch altijd een bijzonder kind. Pa, van harte en de allerbeste wensen. Liefste, wat hebben wij het goed samen. Enzovoort. Het is allemaal gedrukt in de bundel Mengeldichten van Frans de Haes, uitgegeven door Joan de Haes, met een aenhangsel van eenige gedichten des uitgevers (Rotterdam, Barent Bos, 1711). Vader Frans de Haes was toen al twintig jaar dood; zoon Joan was ruim 25. Van diens ‘geboortegedichten’ geef ik ook wat titels:

  • Op het jaergetyde van myne nicht Kornelia de Haes, 22 maart 1704
  • Aen mynen oom Albert de Haes op zijnen twee en vyftighsten jaerdagh, 4 februari 1705
  • Geboortekrans voor myne hooggeachte nIcht Kornelia de Haes, 22 maart 1705
  • Geboortezang aen mynen nicht Agatha Oudaen, 26 december 1705
  • Op het verjaren van mynen oom Albert de Haes, 4 februari 1706
  • Op den jaerdagh van mynen neve Kornelis van Arkel, 3 oktober 1706
  • Op den jaerdagh van myne Ega Kornelia de Haes, 2 maart 1707
  • Aen myn waerde moeder Kornelia Brandt op haren 44sten jaerdagh, 6 oktober 1707
  • Aen den heere Jan Suderman op zynen geboortedagh, 6 januari 1708

Dat gaat nog twee keer zo lang door. Ook hier een klein wereldje van lief en leed. Nicht wordt ega, oom wordt schoonvader, beste vriend verjaart, en doet dat een jaar later nog eens.

Niet iedereen genoot. Jacob Zeeus (1686-1718), voor wie De Haes toch al niet meer was dan een talentloze Vondel-epigoon, zag de bundel van 1711 als extra bewijs van literair onbenul en sommeerde de auteur van al die ‘kreupeldichten, Ontbloot van allen zwier en geest, Op Bruilofts- of Geboortefeest Van Oomen, Moeien [tantes] en van Nichten’ zich weg te scheren uit het domein van ‘Neêrlants Hooftpoëten’. Dat Jochem ging trouwen met Aaltje, en tante Agaat of oom Albert weer eens jarig waren: val ons er niet mee lastig!

En misschien had Zeeus daar ook wel een punt. Maar literatuur of niet, er valt, ook in deze collectie al of niet kreupele dichten, ‘zo veel te beleven’. Er lopen lijntjes naar een wereld die we nog maar half kennen.

Neem het eerste gedicht van die ‘geboortedichten’ van Frans de Haes I. ‘Aen myne nichte Zuzanne de Haes, toen zy in haer zeventiende jaer tradt’ (27 april 1680). Zij wordt geprezen om haar schoonheid en deugd en fraai borduurwerk, maar daar blijft het niet bij. Ze had al een heel avontuur achter de rug.

[Gy] toonde in ’t klimmen van uw jeugt,
Hoe gy in edele oefeningen
Een yder naar de kroon durft dingen,
En hoe gy ’t maer voor slecht waerdeert,
In lees- en schryfkunst uitgeleert
Zich voorts tot zorgloosheid te wennen,
En trachtte al daeglyx meer te kennen,
Daer geene moeite was te groot […]
Ontbrak het Rotterdam aen scholen
Gy gingt in andre steden dolen
Omhelsde zelf een eenzaamheid
Die u het zoet gezicht ontzeit
Van moeder, huisgezin, en vrinden.
Gy kunt uw vergenoegen vinden
Uit liefde en zucht tot wetenschap
In schier een halve ballingschap.

Ze vond het maar dom (‘slecht’) om na de basisopleiding niets te gaan doen (‘zich tot zorgeloosheid te wennen’) en ging naar een school in een andere stad om zich verder te ontwikkelen. Alleen!

Dit lijkt me toch niet gewoon. Hoeveel jongedames namen en kregen de ruimte voor zo’n initiatief? Ik weet verder niets over deze Zuzanne de Haes, maar laten wij haar in gedachten houden. Net als deze dichter trouwens, die haar bewonderde om wat toch ook wel gezien kan zijn als pure aanstellerij.

Een andere casus. De bundel uit 1711 wordt ingeleid door lofdichten, de blurbs van de 17e en 18e eeuw, die vertellen hoe goed de inhoud is en hoe vroom en nuttig en vermakelijk. Een van die lofdichten is geschreven door Zuzanna Willemina Brandt, dochter van Joans oom Jan en tante Willemien. Haar lofdicht is een antwoord op de bijdrage van een van Joans (studie)vrienden, de Dordrechtse jurist François van Bochoven of Bokhoven (geb. 1675). Hij spreekt haar aan met ‘Parnasgodin’ en vraagt haar om bijstand bij het zingen van de lof van Frans en Joan de Haes:

Bestier, Parnasgodin, myn toonen,
Terwyl ik zing voor Febus zonen*:                                      *zoons van Apollo
Hef aan: uw goddelyke zwier
Gelei myn’ geest, van dichtlust zwanger;
Dan hoef ik geen’ Thebaenschen zanger*,  *Pindarus
Noch Venuzyner*om hun lier                                               *Horatius
Te smeeken […]

Vintage ‘Parnastaal’, waar Zuzanna bescheiden maar in stijl op antwoordt:

[…] o Dordrechts licht,
Bokhoven, die my door uw’ zang verplicht
En onverdient myn haeren
Kroont met een’ krans van groene lauwerblaren,
Myn zangnimf, hoe gering,
Dankt u, beschaemt voor d’ eer, die zy ontfing  […
Ik volg van ver, gevangen
Door uw muzyk, den toon van uw gezangen.
Zoo volgde Tesselscha
Weleer het spoor van Hooft en Vondel na. […]
Had ik nu ook het voordeel
Van Tesselschaes verstant en schrander oordeel,
’t Ontbrak my aen geen stof […].

Was ik maar Tesselschade! Dan zou ik jullie, Haesen en Bokhovens, kunnen volgen zoals Tesselschade Hooft en Vondel volgde.

Er is een portret van Zuzanna Willemina Brandt, geschilderd door Adriaen van der Werff in 1716, het jaar waarin ze trouwde. Ze stierf in 1759, gesloopt door de jarenlange zorg voor haar chronisch zieke dochter Wilhelmina, die kort na haar overleed – de droevige geschiedenis die haar andere dochter, Lucretia Wilhelmina, het leerdicht Het nut der tegenspoeden (1762) in de pen gaf. Zo is ze vooral bekend, als ‘moeder van’. Maar eens wilde zij Tesselschade zijn, en iedereen mocht het weten. Het blijkt ook uit een gedichtje van neef Joan, die haar een exemplaar van Vondels Poezy cadeau gaf met de volgende opdracht:

[…] Boet nu uw’ leeslust in die hemelpoëzy.
Zuig nieuwen honigh, als een by, uit deze blaren:
Zoo groeie uw kunst, zoo bloeie uw naem in Nederlant,
Als die van Tesselscha […]

Zo iemand maakt nieuwsgierig en tot mijn verrassing zag ik in het archief van de familie Six veel meer materiaal van en voor haar. Gedichten voor haar broer, voor haar zus, voor haar man, van en voor haar twee dochters; ook een boekje met aantekeningen over haar familie en die van haar man, met niet alleen namen en jaartallen maar ook sprekende details en herinneringen. Ze gaf mensen een gezicht en we kunnen ook haar beter leren kennen, al was het maar als liefhebster van savooiekool met saucijzen.

Geboortezang voor mijne Zuster Joanna Elisabet Brandt.
Amsterdam, 4 februari 1727

[…] Leef nog een lange reex van dagen;
Maar vier als nu, uw jaarrigfeest.
Zoo vindt ge weijnig stof tot klagen,
Zoo kunt ge met een blijden geest,
Ons uwe naastbestaande Maagen,
Altoos onthalen onbevreest.
Juist niet met overvloed van spijzen;
Der vrienden kost, is haast* bereit:                                  *snel genoeg
Al was’t savooijkool, met saucijzen,
Daar steeds mijn graage maag om pleit;
Of luchte* Wafels, waard te prijzen,                                *luchtige, dunne (?)
Dat kunsje kan uw keukemeit. 
Dat daarbij ook uw neering wakker;
En ’t huisgezin in welvaart leef’.
Schuw d’ Apotheek, en mind den Bakker,
Zoo blijft gij langer op uw Dreef;
Dit wenscht aan u, en aan uw makker,
Die hier haar naam eenvoudig schreef,
                                    Zuzanna Brandt

De literatuurgeschiedenis hoeft er niet om herschreven te worden. Maar ze horen erbij, al die gedichten voor ‘ooms, tantes en nichten’, net zoals het verhaal over de hedendaagse Nederlandse  literatuur niet compleet is zonder een blik op poëziesites als deze, waar familie nog steeds een geliefd onderwerp is.

Wat ik hoop voor de toekomst: het voortbestaan van een studie Nederlandse taal- en cultuur die (onder veel meer natuurlijk!) mensen opleidt die deze en zoveel andere gesloten boeken opendoen en misschien niet meteen kunnen, maar wel durven te lezen, wat gauw genoeg op hetzelfde neerkomt, waarna er weer een wereld kan opengaan. Of desnoods een wereldje. Als jullie nu zeggen dat dat wel een héél makkelijk vervulbare wens is, dan zou ik daar heel blij mee zijn. Maar ik eindig liever niet met een preek voor eigen parochie, maar met een andere preek. Een preek die de fantasie opwekt, wat misschien niet de bedoeling is van een preek, maar wel van literatuur. Aan het woord is weer Frans de Haes I. Hier spreekt hij niet een nicht, maar een neef aan die zestien werd. Wat die te horen krijgt is ongeveer dit: jongen, het speelkwartier is voorbij.

Aen mynen neef Albert Viruly op zyn 16 verjaerdagh (16 juli 1688)

Dat ’s nu heden zestien jaren
’s Weerelts zee als kint bevaren:
Nu eens hooger koers gezeilt […]
Wegh dan kinderpoppery,
Tol, en koten* aen een zy,                                    *dobbelstenen
Vischtuig, hengels, lorresnaren*                      *flauwekul
Voor myn neef, wiens ryper jaren […]
Hem tot hooger zaken nooden.
Nu die zotterny ontvloden […]
Vooral de laatste regels moeten er hebben ingehakt:
Wil myn neef dien raedt gelooven,
En volbrengen, zal van boven
Godt op aerde hem gadeslaen,
En ten hemel in doen gaen.
Wil hy in dien raet vertragen,
Hy zal ’t zich te laet beklagen.
Hopelijk is het nog wat geworden met die jongen.

Verantwoording.

[Jacob Zeeus], Het misbruik der Nederduitsche dichtkunst [s.l. s.a.]. KB pamfl. 16106, via google books.
Zie ook: [Jacob Zeeus], Het verval der Nederduitsche dichtkunst [s.l. s.a.]; KB pamfl. 16192, via google books.
Frans de Haes, Mengeldichten, uitgegeven door Joan de Haes, met een aenhangsel van eenige gedichten des uitgevers (Rotterdam, Barent Bos, 1711). Ex. KB Den Haag, sign. KW 2106 A 596, via google books. Citaten op p. 97-98, **3recto, **1verso-**2recto,  127-128 en 111-113.
Zuzanna Brandt, ‘Geboortezang voor mijne Zuster Joanna Elizabet Brandt.’ Hs in collectie-Six CS_74265_ 0028-0029.
Portret van Suzanna Wilhelmina Brandt (1687-1759), door Adriaen van der Werff, 1716. Collectie-Six CS00097-000. Datering volgens RKD.

Dit is één van de acht lezingen op het symposium dat op 3 juli 2025 werd georganiseerd ter gelegenheid van het afscheid van Johan Koppenol als hoogleraar Oudere Nederlandse letterkunde aan de Vrije Universiteit Amsterdam. Het thema van het symposium was: ‘Wat willen we nog weten in de historische neerlandistiek?’

Delen:

  • Klik om af te drukken (Opent in een nieuw venster) Print
  • Klik om dit te e-mailen naar een vriend (Opent in een nieuw venster) E-mail
  • Klik om te delen op Facebook (Opent in een nieuw venster) Facebook
  • Klik om te delen op WhatsApp (Opent in een nieuw venster) WhatsApp
  • Klik om te delen op Telegram (Opent in een nieuw venster) Telegram
  • Klik om op LinkedIn te delen (Opent in een nieuw venster) LinkedIn

Vind ik leuk:

Vind-ik-leuk Aan het laden...

Gerelateerd

Categorie: Artikel Tags: 17e eeuw, familie, Frans de Haes, Jacob Zeeus, Joan de Haes, Suzanne de Haes, Zuzanna Willemina Brandt

Lees Interacties

Laat een reactie achterReactie annuleren

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.

Primaire Sidebar

Gedicht van de dag

Frans Budé • Parkscènes

Hij begroet de bomen, zwaait naar de eenden
in de vijver, de blinkende kiezels op de bodem.

➔ Lees meer

Bekijk alle gedichten

  • Facebook
  • YouTube

Chris van Geel

De koeien schemeren door de heg,
het paard is uit taaitaai gesneden,
in ieder duindal ligt dun sneeuw.

De branding vlecht een veren zee
waar zon over omhoog stijgt, licht waarin
geen plaats om uit te vliegen is.

Bron: Uit de hoge boom geschreven, 1967

➔ Bekijk hier alle citaten

Agenda

11 december 2025: Anne Frank, schrijfster

11 december 2025: Anne Frank, schrijfster

3 december 2025

➔ Lees meer
11 december 2025: Proefcollege Nederlands

11 december 2025: Proefcollege Nederlands

2 december 2025

➔ Lees meer
5 december 2025: Intreerede Jolyn Philips

5 december 2025: Intreerede Jolyn Philips

28 november 2025

➔ Lees meer
➔ Bekijk alle agendapunten

Neerlandici vandaag

geboortedag
1946 Dick Wortel
➔ Neerlandicikalender

Media

Dichter Esther Jansma (24 december 1958-23 januari 2025)

Dichter Esther Jansma (24 december 1958-23 januari 2025)

2 december 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
De postkoloniale podcast met Remco Raben over Pramoedya Ananta Toer

De postkoloniale podcast met Remco Raben over Pramoedya Ananta Toer

30 november 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
Peter van Zonneveld over Tjalie Robinson/Vincent Mahieu (1993)

Peter van Zonneveld over Tjalie Robinson/Vincent Mahieu (1993)

29 november 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
➔ Bekijk alle video’s en podcasts

Footer

Elektronisch tijdschrift voor de Nederlandse taal en cultuur sinds 1992.

ISSN 0929-6514
Bijdragen zijn welkom op
redactie@neerlandistiek.nl
  • Homepage
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Over Neerlandistiek
  • De archieven
  • Contact
  • Facebook
  • YouTube

Inschrijven voor de Dagpost

Controleer je inbox of spammap om je abonnement te bevestigen.

Copyright © 2025 · Magazine Pro on Genesis Framework · WordPress · Log in

  • Homepage
  • Categorie
    • Voor de klas
    • Vertelcultuur
    • Naamkunde
  • Archief
    • 10 jaar taalcanon
    • 100 jaar Willem Frederik Hermans
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Jong Neerlandistiek
  • Frisistyk
  • Mondiaal Neerlandistiek
  • Over Neerlandistiek
  • Contact
 

Reacties laden....
 

    %d