(Gebaseerd op waargebeurde feiten!)
Mensen die ver afstaan van de universiteit hebben misschien het idee dat colleges nog steeds verlopen als een sacrale kerkdienst, met een docent in toga die vanachter een katheder een aula vol gezagsgetrouwe studenten toespreekt, en die sporadisch met een krijtje wat op een bord krabbelt ter ondersteuning van een bepaald punt in zijn of haar betoog.
Dat beeld is zeer gedateerd.
Lesgeven anno 2025 is entertainen. Van een docent die voldoende ‘likes’ wil krijgen van studenten wordt tegenwoordig veel meer verwacht dan voorheen het geval was. Een docent van nu moet in de eerste plaats onderhoudend zijn, moet een les brengen als een show waarin het publiek wordt vermaakt, gebruik makend van een uitgebreid en gevarieerd arsenaal aan multimediale hulpmiddelen.
Voltreffer
Wellicht met dat in mijn achterhoofd had ik voor een college in een lessenreeks over cognitie mijn saxofoon meegenomen naar de campus. Ik wilde het die dag namelijk hebben over het effect van muziek op ons denken en voelen, en zou onder andere uitleggen hoe de melodie van een lied zich verhoudt tot de intonatie van een gesproken uiting of hoe ritmes niet alleen verschillende muziekstijlen maar ook taaltypes kunnen onderscheiden. Met mijn instrument wilde ik een aantal basisconcepten uit de muziek demonstreren, zoals het verschil tussen een kleine en grote tertstoonladder.
Toen ik een paar minuten voor aanvang van de les nog even het riet van mijn sax uitprobeerde, kwam een Amerikaanse collega in de deuropening van het lokaal staan. Hij gluurde even binnen, en vroeg me met enigszins verwonderde expressie wat dit allemaal te betekenen had, waarop ik een en ander toelichtte. Hij vond het allemaal ontzettend ‘cool’, en liep toen door om zijn les in een lokaal verderop in de gang voor te bereiden.
Met een gezonde dosis plankenkoorts begon ik aan de mijne.
Het werd een voltreffer.
Wereld van verschil
Zo moet Bono zich gevoeld hebben tijdens het eerste optreden van U2 op Rock Werchter. Mijn studenten aten uit mijn hand, ze deden superenthousiast mee toen ik hen de beats van wals, reggae en funk liet meeklappen, of toen ik ze liet ervaren hoe een mineur en majeur akkoord heel verschillende emotionele connotaties kunnen genereren. Het werd allemaal zeer gesmaakt. Aan het eind van de les werd er zowaar geapplaudisseerd.
Voldaan en tevreden reed ik aan het eind van die dag weer naar huis.
Een paar weken later was ik op weg naar datzelfde lokaal voor een ander college over non-verbale communicatie. Toen ik daar was gearriveerd en wilde binnengaan, hoorde ik hoe iemand achter mijn rug mijn naam riep. Ik draaide me om en zag verderop in de gang diezelfde Amerikaanse collega die bij mijn eerdere les over muziek even was komen binnenwippen. Hij constateerde met een ironische frons dat ik die dag blijkbaar geen bijzondere attributen had meegebracht, en maakte met zijn handen een gebaar waarmee hij leek te willen uitdrukken dat het niet alle dagen feest kon zijn. Net voor hij in zijn eigen lokaal verdween, riep hij me nog iets toe, met luide stem die door de gang galmde.
“So, Marc, no sax today!”
Ik merkte meteen hoe ik door enkele jongeren in de gang met confuse blik werd aangestaard. De meesten deden er het zwijgen toe, slecht acterend dat ze niks bijzonders hadden opgemerkt, terwijl een paar anderen met gesmoord geproest in het trappenhuis wegvluchtten.
De fonetische afstand tussen een Nederlandse “e” en een Amerikaanse “a” is niet groot, maar kan een wereld van verschil uitmaken.

Laat een reactie achter