• Door naar de hoofd inhoud
  • Skip to secondary menu
  • Spring naar de eerste sidebar
  • Spring naar de voettekst
Neerlandistiek. Online tijdschrift voor taal- en letterkunde

Neerlandistiek

Online tijdschrift voor taal- en letterkundig onderzoek

  • Over Neerlandistiek
  • Contact
  • Homepage
  • Categorie
    • Neerlandistiek voor de klas
    • Vertelcultuur
    • Naamkunde
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Archief
    • 10 jaar taalcanon
    • 100 jaar Willem Frederik Hermans
  • Jong Neerlandistiek
  • Frisistyk
  • Mondiaal

Zijn eigen oude handschriften

12 juli 2025 door Johan Oosterman Reageer

Of: hoe bewaarden middeleeuwse auteurs hun eigen werk?

Jan Pieter van Male, priester en rederijker, geboren in Brugge in 1681 wilde kunstenaar worden en werd priester. Hij verbleef op verschillende plaatsen, en werd, vermoedelijk vanwege jansenistische sympathieën, overgeplaatst naar een plattelandsparochie. Als dorpspastoor sleet hij zijn verdere leven in Bovekerke en Vladsloo (een soort Bobeldijk in West-Vlaanderen). Van Male schreef er onvermoeibaar aan verschillende teksten over zijn geliefde stad Brugge, dat altijd het centrum van zijn wereld bleef, en ook over de geleerden en kunstenaars die deze stad had voortgebracht.

In zijn werk maakt hij volop gebruik van oudere geschiedenissen, bijvoorbeeld de Excellente kroniek van Vlaanderen, gedrukt in 1531, van eerdere werken van eigen hand en, heel opmerkelijk, van het Testament Rhetoricaal van Eduard de Dene. Het ging om de autograaf van De Dene, die vandaag de dag bewaard wordt in de UB van Gent. Van Male had het kunnen lenen uit de collectie van een nabije edelman, en schreef er heel wat uit over. Misschien is het wel de enige bron met deze tekst, die De Dene, de auteur dus, vermoedelijk heel lang in eigen bezit heeft gehad.

Titelpagina van Jan Pieter van Male, Naukeurighe Beschrijvinghe. Openbare Bibliotheek Brugge, Hs. 432.

In deze korte bijdrage ga ik in op de vraag: Welke bronnen gebruikte een schrijver en beschikte hij ook over zijn eigen teksten? Dat de achttiende-eeuwer Van Male over een ruime bibliotheek beschikte, een autograaf van een Brugse voorganger kon gebruiken en ook regelmatig ‘citeert’ uit eigen werk, is niet zo vreemd. In de achttiende eeuw waren bibliotheken omvangrijk, was papier en schrijfgerei betaalbaar, en bestaat er al een hele traditie van schrijvers die hun eigen werk koesteren en zorgvuldig bewaren, en bijvoorbeeld zoals Constantijn Huygens, doorgeven als erfenis aan het nageslacht.

Schijnwerper

Maar hoe zit dat in de middeleeuwen, toen schrijvers hun werk op een wastafeltje krabbelden waarna een kopiist het overschreef op kostbaar materiaal zodat er een boek van gemaakt kon worden dat in beginsel de eeuwen kon trotseren (zie de bekende miniatuur van Jan van Ruusbroec)? De schrijver wiste de tekst op zijn wastablet uit om nieuwe gedachten op te schrijven en de kopiist maakte het kostbare handschrift vermoedelijk voor de opdrachtgever van de auteur, die het boek met fraaie woorden aanbood aan zijn heer of dame. ‘Aanvaard dit werk’ schreef Maerlant, en zijn Spieghel Historiael kwam in handen van Floris V of edelen uit diens entourage. Maar beschikte Maerlant zelf nog over zijn geschriften?

Auteursportret Jan van Ruusbroec, Koninklijke Bibliotheek Brussel, Hs. 19295-97, f. 2v.

Jaren geleden stelde een student mij de vraag: hadden middeleeuwse schrijvers een plankje waarop hun eigen boeken stonden? En maakten ze daar gebruik van als ze nieuwe werken schreven. De vraag frappeerde me. Ik zal vermoedelijk iets moois hebben gezegd over de auteur die boeken zou kunnen lenen bij zijn opdrachtgever, over de rafelige kladboekjes die ze misschien voor eigen gebruik bewaarden, de kloosterbibliotheken waar geestelijke auteurs hun werk terugvonden en konden raadplegen en zeker heb ik gezegd dat het geheugen van middeleeuwers veel beter was dan dat van ons, al geloofde ik zelf vermoedelijk niet dat Maerlant of Ruusbroec hun hele oeuvre op afroep mentaal paraat hadden.

Ook na dat college bleef de vraag me bezighouden. Het confronteerde me met de heel eigen tekstcultuur in de eeuwen waarmee ik me als literatuurhistoricus bezighoud, en het riep vragen op over de verwijzingen die sommige auteurs binnen hun eigen werk aanbrengen, met Maerlant als kampioen, ook wel door de omvang van zijn oeuvre. En het maakte bovendien ook heel nieuwsgierig naar die handschriften. Brachten auteurs verbeteringen aan in hun eigen teksten, voegden ze opmerkingen toe, kunnen we iets zien over hoe het literaire proces zich afspeelde als we de schijnwerper op de auteur richten? Kunnen we, zelfs als die autografen er niet zijn, toch een indruk krijgen van de omgang van een auteur met zijn eigen werk.

Achtenswaardige poorter

Voor sommige auteurs lukt dat, zo lijkt het, aardig goed. Jan van Boendale, de Antwerpse veelschrijver uit de veertiende eeuw, produceerde van verschillende werken herziene en uitgebreide versies: Lekenspiegel, Brabantse yeesten. Dat wil niet zeggen dat die teksten op zijn bureau lagen, maar wel dat hij er meer dan eens over heeft kunnen beschikken. Niet vreemd, zou je kunnen denken, want in het Antwerpen waar hij leefde en werkte, moet zijn werk goed verspreid zijn geweest en kon hij er vast de hand op leggen als hij gevraagd werd een nieuwe versie van een van zijn teksten te leveren. Maar wat er precies gebeurde, is eigenlijk nog maar nauwelijks onderzocht. In het onderzoek dat beïnvloed is door de material philology (dat eerst new philology heette) was onderzoek naar varianten en bewerkingen de toegang tot de verspreiding en receptie van een tekst, en niet tot de studeerkamer van de schrijver.

Titelpagina van Anthonis de Roovere, Rethoricale wercke[n], Antwerpen 1562, Universiteitsbibliotheek Gent, BHSL.RES.0537.1.

Graag zou ik, naast het waardevolle onderzoek naar de receptie, toch ook willen proberen of mijn nieuwsgierigheid naar het werkblad, het boekenplankje en de omgang met het eigen oeuvre tot nieuwe inzichten kan leiden. De eerste die me dwingt dat te doen is de schrijver die ik al te lang met me meesleep, maar die er gelukkig steeds weer in slaagt mij op sleeptouw te nemen: Bruggeling Anthonis de Roovere, geboren rond 1430, overleden op 16 mei 1482, en gelauwerd bij leven en lang daarna. ‘Duik op Anthonis’, schreef de Nijmeegse dichter H.H. ter Balkt, die net als heel wat andere dichters gek op zijn werk was. Graag zou ik dichterbij komen, vooral bij het lezen van een passage uit de inleiding tot zijn Rhetoricale Wercken, de uitvoerige bundeling van gedichten die 80 jaar na zijn dood in Antwerpen verscheen en was samengesteld door Eduard de Dene. Die passage luidt als volgt:

Soe heb ick uut liefden / die ick totter selfder conste ben draghende ende my teender recreatie: My gheschickt by langher handt te vergaderen ende by een te copulerene eenighe particuliere stucken / bijden voorgenoemden Anthonis de Roovere (die een vlaemsch Poete was) ghemaeckt zijnde. So in partie uut zijn eygene oude hantscriften ghecopieert / als ooc uut sekere  hantboeck wijlent ghescreven by eenen notabelen Poorter der voors. Stede van Brugghe / dye metten selven Roovere seer familiaer was / ende dickwils frequenterende / by dyen vele van zijne wercken om uutscrijven van hem gheleent creech.

[Ik heb uit de liefde die ik deze kunst toedraag en als tijdverdrijf, mij erop toegelegd om overal waar ik ze maar te pakken kon krijgen, afzonderlijke teksten van Anthonis de Roovere (die een Vlaamse dichter was) te verzamelen en bij elkaar te plaatsen. Een gedeelte daarvan heb ik uit zijn eigen oude handschriften gekopieerd, andere heb ik overgenomen uit het handboek van een achtenswaardige poorter van Brugge, die goed bevriend was met De Roovere en hem vaak ontmoette en die veel van diens handschriften te leen kreeg om gedichten uit over te schrijven.]

Eigen hand

Het zijn woorden die haast pijn doen, zoals trouwens ook de woorden van Marcus van Vaernewijck, die in Van die Beroerlijcke tijden bijna achteloos meldt hoe tijdens de beeldenstorm gedichten van De Roovere en anderen in een van de Gentse kloosters van de wand werden gerukt en in de Leie verdwenen. Maar het zijn ook woorden die heel gedetailleerd laten zien hoe nog in de zestiende eeuw teksten van een vorige generatie bewaard en gewaardeerd werden, en hoe tijdens het leven van De Roovere een vriend zijn gedichten verzamelde. En bovendien dat De Roovere zijn eigen gedichten bewaarde, in een kladschriftje, zo stel ik me voor. Om deze passage in perspectief te plaatsen heb ik op allerlei plaatsen gezocht naar aanwijzingen voor de omgang van middeleeuwse auteurs met hun eigen werk, en ook naar de omgang door latere dichters met het werk van hun voorgangers. En dan is het mooi om vast te stellen dat we die gedrukte uitgave van De Rooveres werk te danken hebben aan Eduard de Dene, van wie het werk twee eeuwen later geraadpleegd werd door Jan Pieter van Male, in De Denes ‘eigen oude handschriften’, en dat ik weer, toen ik Van Male op het spoor kwam in de bibliotheek van Kortrijk, ineens getroffen werd door het besef dat ik las wat die schrijver met eigen hand geschreven had. Duik op Jan Pieter, Eduard en vanzelfsprekend, Anthonis. En voor jou Johan, voeg ik daar graag aan toe, duik op Jacob.

Jan van Eyck (?), De heilige Hiëronymus in zijn studeerkamer (ca 1435). Detroit Institute of Art.

Dit is één van de acht lezingen op het symposium dat op 3 juli 2025 werd georganiseerd ter gelegenheid van het afscheid van Johan Koppenol als hoogleraar Oudere Nederlandse letterkunde aan de Vrije Universiteit Amsterdam. Het thema van het symposium was: ‘Wat willen we nog weten in de historische neerlandistiek?’ 

Delen:

  • Klik om af te drukken (Opent in een nieuw venster) Print
  • Klik om dit te e-mailen naar een vriend (Opent in een nieuw venster) E-mail
  • Klik om te delen op Facebook (Opent in een nieuw venster) Facebook
  • Klik om te delen op WhatsApp (Opent in een nieuw venster) WhatsApp
  • Klik om te delen op Telegram (Opent in een nieuw venster) Telegram
  • Klik om op LinkedIn te delen (Opent in een nieuw venster) LinkedIn

Vind ik leuk:

Vind-ik-leuk Aan het laden...

Gerelateerd

Categorie: Artikel Tags: Anthonis de Roovere, Jacob van Maerlant, Jan Pieter van Male, Jan van Boendale, Jan van Ruusbroec, middeleeuwen

Lees Interacties

Laat een reactie achterReactie annuleren

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.

Primaire Sidebar

Gedicht van de dag

Sint Nicolaas

Zie eens, Mietje! wat al lekkers
U, Sint Nicolaas al bragt;
Omdat ge’ als gehoorzaam Meisje,
Uw verpligting hebt volbragt.

➔ Lees meer

Bekijk alle gedichten

  • Facebook
  • YouTube

Chris van Geel

De koeien schemeren door de heg,
het paard is uit taaitaai gesneden,
in ieder duindal ligt dun sneeuw.

De branding vlecht een veren zee
waar zon over omhoog stijgt, licht waarin
geen plaats om uit te vliegen is.

Bron: Uit de hoge boom geschreven, 1967

➔ Bekijk hier alle citaten

Agenda

11 december 2025: Anne Frank, schrijfster

11 december 2025: Anne Frank, schrijfster

3 december 2025

➔ Lees meer
11 december 2025: Proefcollege Nederlands

11 december 2025: Proefcollege Nederlands

2 december 2025

➔ Lees meer
5 december 2025: Intreerede Jolyn Philips

5 december 2025: Intreerede Jolyn Philips

28 november 2025

➔ Lees meer
➔ Bekijk alle agendapunten

Neerlandici vandaag

geboortedag
1946 Dick Wortel
➔ Neerlandicikalender

Media

Dichter Esther Jansma (24 december 1958-23 januari 2025)

Dichter Esther Jansma (24 december 1958-23 januari 2025)

2 december 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
De postkoloniale podcast met Remco Raben over Pramoedya Ananta Toer

De postkoloniale podcast met Remco Raben over Pramoedya Ananta Toer

30 november 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
Peter van Zonneveld over Tjalie Robinson/Vincent Mahieu (1993)

Peter van Zonneveld over Tjalie Robinson/Vincent Mahieu (1993)

29 november 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
➔ Bekijk alle video’s en podcasts

Footer

Elektronisch tijdschrift voor de Nederlandse taal en cultuur sinds 1992.

ISSN 0929-6514
Bijdragen zijn welkom op
redactie@neerlandistiek.nl
  • Homepage
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Over Neerlandistiek
  • De archieven
  • Contact
  • Facebook
  • YouTube

Inschrijven voor de Dagpost

Controleer je inbox of spammap om je abonnement te bevestigen.

Copyright © 2025 · Magazine Pro on Genesis Framework · WordPress · Log in

  • Homepage
  • Categorie
    • Voor de klas
    • Vertelcultuur
    • Naamkunde
  • Archief
    • 10 jaar taalcanon
    • 100 jaar Willem Frederik Hermans
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Jong Neerlandistiek
  • Frisistyk
  • Mondiaal Neerlandistiek
  • Over Neerlandistiek
  • Contact
 

Reacties laden....
 

    %d