‘De duivel fluistert in alle oren, totdat iedereen dezelfde dingen denkt.’

In Hellemoer vertelt Carolien van ’t Hof het verhaal van Tryn van Vierssen. Hoe zij, na lang de dans te zijn ontsprongen, er niet aan ontkomt ook beschuldigd te worden van de hekserij dat het Roermond van begin zeventiende eeuw in de greep heeft.
Wat in eerste instantie een boek lijkt over de grootste heksenjacht in de Lage Landen, blijkt gaandeweg een verhaal waarbij de lezer vragen over de eigen tijd voorgelegd krijgt. Is ‘heksenjacht’ ook iets van deze tijd of zoals de vraag op de achterflap luidt: behoort vervolgingswaan echt tot het verleden? En: wanneer is er sprake van godsdienstvrijheid als je die alleen voor jezelf wenst, maar anderen die keuze niet gunt? De auteur roept deze vragen op zonder de namen van de dappere vrouwen die beschuldigd werden van hekserij onrecht aan te doen. Zij krijgen een naam en een gezicht.
Van ’t Hof maakt je tevens deelgenoot van de gedachten en beweegredenen van bisschop Jacobus à Casto. Wat beweegt een geleerd man die het niet eens is met de heksenprocessen (de onderzoeken, de processen, de torturen), maar toch niet tot het uiterste durft te gaan om daar openlijk tegenin te gaan? À Castro raadpleegt zelf ‘ketterse’ (calvinistisch) bronnen die dichterbij bij zijn standpunten en onderbuikgevoel liggen en een tegengeluid bieden tegen de argumenten van scholtis (openbaar aanklager van de schepenbank) Braetz en het standpunt van de Roomse Kerk. Hij voelt haarfijn aan dat er iets niet in de haak is binnen het rechtssysteem. Hij verzet zich waar kan en zet daarbij onrechtmatige middelen in. Een puntje van kritiek heb ik op dat laatste wel. Om Tryn te redden (hij gaat door het spreekwoordelijke vuur voor haar) dreigt hij Braetz aan te klagen voor sodomie als deze haar nog verder martelt om haar een bekentenis te ontfutselen. Tryn sterft uiteindelijk toch, maar waarom de bisschop zijn dreigement niet doorzet, blijft in het midden.
En dan scholtis Braetz. Hij kan zomaar je buurman of die recent gekozen politicus zijn. Of zie je in jezelf vergelijkbare neigingen en gedachten? Deze man zoekt vooral bevestiging van zijn eigen gelijk door bronnen over vrouwen, hekserij en hun omgang met de duivel te raadplegen. Van een eerlijk hoor en wederhoor is geen sprake. Komt dit voort uit angst om gezichtsverlies, angst en oordeel? Oordeel als: het niet bij het rechte eind hebben en uiteindelijk voor God moeten verschijnen, geoordeeld te worden en in de hel te belanden en daarom liever krampachtig vasthouden aan de eigen waarheid. Of het zweren van eigen twijfel? Onrechtvaardigheid is bij Braetz een relatief begrip. Hij vindt het geen probleem om vrouwen te laten martelen, op te hangen en te verbranden; maar zijn oude huishoudster, die hij liever kwijt dan rijk is, ontslaan dat kan hij niet over zijn hart verkrijgen. Want: waar moet zij dan heen? Zij heeft immers kind noch kraai.
Van ’t Hof maakt via Eva – een van de eerste vrouwen die onder folteringen schuld bekend – ons duidelijk: ‘De duivel fluistert in alle oren, totdat iedereen dezelfde dingen denkt.’ Populisme en social media avant la lettre zou je bijna denken! De auteur schrijft in het nawoord dat het in onze moderne ogen ongeloofwaardig lijkt dat een gesprek op straat de reden kan zijn voor beschuldigingen en iemands reputatie op grond daarvan te gronde kan richten. Maar is dat zo? Misschien is het nu geen gesprek op straat, maar je hoeft maar een of ander online kanaal op te zoeken en reacties te lezen onder een veel gedeeld filmpje en het wordt al gauw duidelijk dat hosanna en kruisig haar onder elkaar gescandeerd worden.
Een zin uit Hellemoer blijft bij mijn resoneren. Bijna filosofisch en illustratief voor de acties van de verschillende personen in het boek en wellicht ook voor de mens in het algemeen, komt uit het tweede hoofdstuk.
Beslissingen neem je in een fractie van tijd, daarin zitten ze vastgehaakt in je hoofd. Zelfs als je weet dat je het ongeluk recht in de armen loopt.
Je kan soms niet meer terug op een eenmaal ingeslagen weg om welke reden dan ook; gevangen als je bent door je eigen gedachten of keuzes die je soms bij gebrek aan een alternatief hebt moeten maken. Als historisch letterkundige spreekt het mij enorm aan hoe vreselijke gebeurtenissen – vaak van verzwegen onrecht – uit het verleden nog eng actueel kunnen zijn in het heden. Carolien van ’t Hof verstaat met Hellemoer de kunst om de lezer met een wrede geschiedenis uit vroege tijden de lezer van nu na te doen denken over de eigen tijd en eigen (voor)oordelen.
Laat een reactie achter